Matthyas

128 9 0
                                    


Het is nog geen week geleden sinds het tragische verlies van Lars, mijn beste vriend. Mijn hart is nog steeds zwaar van verdriet en ik worstel met de pijn van zijn afwezigheid. Vandaag krijg ik te horen dat ik een nieuwe kamergenoot zal krijgen, Matthyas genaamd. De dokter vraagt me om vriendelijk te zijn en hem welkom te heten.

Diep van binnen voel ik echter weerstand. Ik kan het niet opbrengen om vriendelijk te zijn tegen Matthyas . Mijn hart is nog te rauw en ik voel me niet in staat om een nieuwe connectie aan te gaan bang om weer iemand te verliezen. Het voelt oneerlijk dat ik, na zo'n korte tijd, al geconfronteerd word met de aanwezigheid van een nieuwe persoon in mijn leven.

Wanneer Matthyas probeert een gesprek met me aan te knopen, sluit ik me af. Ik beantwoord zijn vragen niet en negeer zijn pogingen tot toenadering. Mijn verdriet is nog te vers en ik heb tijd nodig om mijn eigen emoties te verwerken voordat ik me kan openstellen voor anderen.

Dezelfde dag komen Koen en Robbie langs, mijn trouwe vrienden die altijd klaarstaan om me te steunen. Wanneer ze binnenkomen, forceer ik een glimlach op mijn gezicht. Ik wil niet dat ze zich zorgen maken en ik wil hen niet belasten met mijn verdriet. Dus speel ik de rol van de vrolijke vriend, zelfs als mijn hart huilt.

Ze vertellen me over hun dagelijkse belevenissen en proberen me op te vrolijken met grappen en verhalen. Ik lach om hun moppen en doe mijn best om aanwezig te zijn, maar diep van binnen voel ik me nog steeds leeg en gebroken.

Op dat moment komt er ook een vriend van Matthyas langs. Ik merk dat ze elkaar begroeten en beginnen te praten, maar ik kan mezelf er niet toe brengen om deel te nemen aan hun gesprek. Mijn gedachten dwalen af naar Lars en de kostbare momenten die we samen hebben gedeeld.

Het is drie dagen later en ik heb nog steeds niks tegen Matthyas gezegd. Ik heb er gewoon niet de behoefte aan. Maar als ik naar Matthyas kijk begrijpt hij dat niet want hij blijft maar dingen vragen en ik kan er zo slecht tegen.

Vandaag krijgen ik en Matthyas chemo. Omdat de dokter Matthyas heel veel uitleg geeft ga ik ervan uit dat het zijn eerste keer chemo zal zijn. Ik besluit het hem daarom ook maar te vragen omdat ik het anders heel zielig vind. "Eerste keer" vraag ik. "Ja de jouwe" vraagt Matthyas. "Zevende" zeg ik. "Oké zou ik misschien mogen vragen wat er gebeurt na de chemo". "Nou je wordt gewoon heel misselijk waarschijnlijk en je wordt sneller moe en kan bijna niks meer doen en ja je haar begint uit te vallen" leg ik uit. "Oké" is het enige wat Matthyas zegt en daarna gaat hij weer zijn serie kijken ofzo. Ik besluit dat ook gewoon te doen. Dat was ons gesprek dan weer.

Die avond zit ik in stilte op mijn bed, omringd door de geluiden van het ziekenhuis. Matthyas is druk bezig met zijn eigen zaken en lijkt niet te merken hoe ik me voel. Ik voel me eenzaam, maar ik kan het niet opbrengen om met hem te praten. Mijn verdriet is nog te vers en ik ben bang om mijn emoties te delen.

Matthyas krijgt zijn avondeten geserveerd, maar ik niet. Mijn maag kan nog steeds alleen vloeibaar voedsel aan vanwege de behandeling. Ik kijk toe terwijl hij eet, en ik voel een steek van jaloezie. Ik wou dat ik ook gewoon weer kon genieten van een normale maaltijd.

Tijdens de chemo voel ik me steeds misselijker worden. De dokter had me gewaarschuwd voor deze bijwerking, maar ik voel me nog niet klaar om dit te delen met Matthyas. Ik schaam me voor mijn zwakte en wil niet dat hij medelijden met me heeft. Eigenlijk weet ik dat hij dat toch niet zal hebben en hij binnen nu en een tijdje ook misselijk wordt maar toch.

Ik houd me sterk en probeer de misselijkheid te negeren, maar het wordt steeds erger. Uiteindelijk kan ik het niet meer tegenhouden en sta ik op om naar de wc te gaan. Ik voel me ongemakkelijk omdat Matthyas in dezelfde kamer is, maar ik kan het niet langer binnenhouden.

Ik geef over in de wc en probeer zo stil mogelijk te zijn. Het is vernederend, maar ik ben opgelucht dat Matthyas het niet heeft gemerkt. Ik keer terug naar mijn bed en probeer mijn misselijkheid te verbergen, terwijl ik mijn ogen sluit en me in mezelf terugtrek.

De nacht gaat voorbij en de volgende ochtend voel ik me nog steeds zwak en uitgeput. Matthyas praat nog steeds tegen me, maar ik kan en wil niet reageren. Ik wil hem niet betrekken bij mijn emotionele strijd en houd mezelf op afstand.

Koen en Robbie komen weer langs, samen met een vriend van Matthyas. Ze vullen de kamer met vrolijkheid en energie, maar ik kan er niet volledig van genieten. Ik glimlach en doe alsof ik me goed voel, maar diep van binnen voel ik me gebroken.

Als de dag voorbijgaat, blijf ik mezelf afsluiten van de wereld om me heen. Matthyas probeert me te begrijpen, maar ik kan het gewoon niet. Mijn verdriet is nog te rauw, en ik heb meer tijd nodig om te genezen.

Ik realiseer me dat ik niet meteen vrienden kan zijn met Matthyas. Ik moet mezelf de ruimte geven om mijn eigen emoties te verwerken voordat ik klaar ben om een nieuwe connectie aan te gaan. Voor nu zal ik in stilte rouwen en mijn verdriet om Lars een plek geven, terwijl ik hoop dat ik ooit de kracht zal vinden om weer open te staan voor anderen.

tussen lach en traan ft bankzittersWhere stories live. Discover now