Deel 37

1.3K 60 13
                                    

Ik hield direct halt. Vampieren schoten voor mij uit om de aanval in te zetten. Morgan kwam mijn kant op sprinten. Ze keek mij paniekerig aan.

'Wat sta je hier te doen! We zijn midden in een gevecht!' Gilde ze boven alle schreeuwen, gillen en grommen uit.

Ik sloot mijn ogen vlug. Ik ging geen schild bouwen. Ik wilde alleen even een rust moment voor een gesprek met oma. Ik opende ijzig mijn ogen. Alles en iedereen stond stil. Ik keek grijnzend over het hele veld heen. Het leek wel een wassenbeelden museum.

Oma, wat is er? Vroeg ik haastig.

Jack komt hier niet met verkeerde bedoelingen, kindje. Iemand heeft je bedrog aangedaan. Hoorde ik oma zeggen.

Wil hij me niet vermoorden? Vroeg ik fronsend.

Hij houdt zielensveel van je, kindje. Hij staat daar bij de boom. Praat met hem voordat er weer teveel gewonden vallen.

Ik had geen zin om naar de boom toe te lopen. Daarom deed ik het maar op de luie manier.

Jo, wat denk je te gaan doen door ons aan te vallen? Mij te vermoorden ofzo? Mindlinkte ik sarcastisch.

Hoe kom je daar nou bij?! Ik? Mijn eigen mate vermoorden? Dacht het niet! Ik kom wraak nemen. Mindlinkte hij grommend terug.

Ik fronste diep en liep naar de boom waar de pikzwarte wolf van Jack verscholen zat in een donkere schaduw. Het enige wat nu goed te zien was waren zijn felgroene ogen. Ze waren als sterren in een pikzwarte hemel. Fonkelend en rijk van emotie.

'Verander alsjeblieft. We hebben denk ik even iets te bepraten.' Fronste ik terwijl ik tegen de boom aan leunde.

Hij deed wat ik vroeg. Daarbij trok hij me direct in een stevige omhelzing. Had ik nu echt geen idee wat hier gaande was? Van beide verhalen klopte iets niet. Dat was zeker. Jack liet me snel los.

'Ze hadden me verteld dat ze je gingen vermoorden.' Fluisterde hij vol ongeloof.

'Wow, wacht? Dat betekend dat ik dus door jou en door hen vermoord zou worden? 2 keer dood op 1 dag. Een nieuw record.' Fronste ik verbaasd. 'Kan iemand me vertellen wat er aan de hand is?'

'Ze hadden me gezegd dat jij hun volgende prooi zou worden. Dat ze je zouden doden zodat het bloedwolf bloed uit de wereld zou zijn. Ik ben direct gekomen om je te redden.' Antwoorde hij verbaasd.

'Wacht wat? Morgan zei me dat jij mij wilde vermoorden en dat je al tientallen andere mensen had vermoord en...'

Ik raakte compleet in de war. Wat ik op dit moment wel zeker wist was dat de vampieren hadden gelogen. Zowel tegen mij als tegen Jack. Alsof ze wilden dat er iets met mij zou gebeuren. Ik was compleet de draad kwijt. Ik greep moeizaam naar mijn hoofd.

'Trek de roedel terug. Ik ga met jullie mee. Ik blijf geen minuut langer.' Siste ik. Ik deed mijn ogen dicht en opende deze weer zodat iedereen weer kon bewegen. Iedereen stond stijf aan de grond genageld.

'Ik ga met de wolven mee. Hopelijk tot ziens. Ik hoef niks meer van jullie.' Zei ik ijzig.

'Maar wij wel van jou.' Gromde Morgan opeens. 'Beter gezegd: wij willen jou.'

'Nogmaals, ik ga met de wolven mee. Kom maar eens op bezoek als je weer normaal bent.' Siste ik.

Jack veranderde terug en ik klom vlug op zijn rug. Hij sprintte in volle vaart weg met de roedel achter zich aan. Morgan kwam samen met een groepje andere vampieren woedend op ons af. Ze konden ons alleen niet bijhouden. Daarvoor gingen we te snel.

Ik pakte Jack's hals vast en legde mijn hoofd op zijn rug. Ik sloot mijn ogen en hoopte dat het gierende geluid van vliegende vampieren op zou houden. Helaas deed het dat niet, maar verzwakte het geluid wel naar mate de minuten verstreken. Uiteindelijk hoorde ik niks meer.

Na een half uur rennen kwam de roedel eindelijk aan bij het packhuis. Ik gleed van Jack's rug en hij veranderde terug. Fall, Danny, Haley en Collin veranderden ook terug. De rest mocht naar huis. Fall en Haley vlogen me om de hals en omhelsden mij stevig.

'We dachten dat je dood was.' Snikte Haley.

'Ik dacht dat ik dood ging.' Mompelde ik terug. 'Maar het is oké nu. Laten we iets gaan eten. Ik heb honger.'

We liepen met z'n drieën naar de keuken waar Tamara huilend in de keuken stond. Ik kwam bezorgd naar haar toe. Ze keek verbaasd op toen ze mij zag. Het leek alsof ze net een wonder had aanschouwd. Ik zij vloog me om de hals.

'Ik schrok me dood! Ik dacht dat je dood was. Och meisje, ik heb je gemist.' Snikte ze. Deze keer snikte ik lekker mee. Inmiddels voelde Tamara ook als een soort zus voor mij. Ik gaf enorm veel om haar.

'Ik heb jou ook gemist. Maar hier ben ik weer. Met een lege maag. Kan je een aantal pannenkoeken maken, alsjeblieft?' Smeekte ik met een pruillipje. Ze lachte tussen het snikken door en begon direct aan een aantal pannenkoeken.

Even later zaten we met z'n drieën in de eetzaal met een berg pannenkoeken. We praatten lachend met elkaar en kletsten over de afgelopen gebeurtenissen. Dat was toen de deur van de eetzaal zachtjes open ging. 2 kleine kinderhoofdjes keken om het hoekje. Lilou kwam huilend op me af gerend. Jamie net zo. Ik nam ze beiden op mijn schoot en aaide Liliu over haar haar terwijl ik sussende woordjes toefluisterde.

'We dachten dat je niet terug zou komen.' Huilde Lilou.

'Ik kom altijd terug.' Suste ik ze. 'Ik ga niet dood. Alleen als ik later een oud omaatje ben. Dan pas ga ik dood.'

Lilou grinnikte zachtjes door haar tranen heen. Ze kroop dicht tegen mij aan. Toen herinnerde ik me weer iets. De weddenschap. We moesten nog steeds die dag doen waarop wij alles voor de jongens mochten bepalen. Het was inmiddels al een maand geleden dat we die weddenschap hadden gewonnen.

'Hebben jullie nog wat op de planning voor morgen?' Zuchtte Fall.

'Ik wel. En jullie ook.' Grijnsde ik. 'Morgen wordt het leukste dagje ooit.'

Bloodwolf Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu