18. Valse leugens en fittiezoekers

12 1 3
                                    

"The only thing that's ever stopping me is me"

Donderdag middag zijn de voorbereidingen voor dé wedstrijd van dit seizoen al vol in de gang.
Hele hallen worden versierd in rode en witte tinten, slingers worden vastgeplakt en spandoeken bedekken de gehele gevel van de school. Buiten zijn mensen lampionnen op aan het hangen in de bomen. Een meisje staat op een, wat er erg instabiel uitziet, trapje te wiebelen. Als ze een lampion vast probeert te binden aan een tak strekt ze zich net iets te ver uit en zo het trapje onder haar voeten wegschopt. Er klinkt een korte schelle kreet en ze hangt, met twee handen een tak vastgrijpend, in de boom te slingeren. Ze kijkt net een aapje in nood. But then again stammen we ook af van de apen. Het enige verschil tussen apen en ons is dat wij onze benen scheren en meestal met maar één partner settelen. (Als je Chris niet meetelt natuurlijk) Gelukkig komen er al een paar mensen aansnellen die het trapje weer recht omhoog zetten. Ik loop verder.

De A-capella groep oefent bij de picknicktafels op het grasveld het oude schoollied.
Ja, het is waar. We hebben een lied over onze school. Het is een lang zeikerig nummer, zo hoog gezongen dat bananen er krom van worden.
Tot nu toe heb ik het al wel twaalf keer gehoord. Het wordt alleen bij speciale gelegenheden gezongen, zoals het begin van het schooljaar, of wanneer we in de staatsfinale staan, zoals nu het geval is.
Ik ga uit de hitte van de zon de koele school binnen. Mijn laatste vak is net afgelopen, en ik wil nog even wat spullen meepakken. Ik zet mijn zonnebril op mijn hoofd en wandel op mijn leren sandaaltjes naar mijn kluisje.
Ik sta net bij mijn kluisje als ik mijn naam hoor.
'Bella! Mooi, daar ben je. We zochten je al!'  Het zijn Ashley en Mara, twee cheerleaders. Ashley is ook het hoofd van de schoolcomissie. Ik frons, en als Mara mijn verwarde blik ziet, zegt ze:
'Je hebt je ingeschreven om mee te helpen de school te versieren voor de game morgen?'

Sinds wanneer....?

'Wist je dat niet meer?' Vraagt Ashley. Ik schud langzaam mijn hoofd. 'Wie regelt dit allemaal?' Vraag ik.
'Sofia is de baas over de spandoeken. Jij zou mee helpen schilderen.' Ik knipper een paar keer met mijn ogen.
'Ik kan me er echt niks van herinneren, sorry.' Ashley kijkt me met haar grote blauwe ogen bang aan. 'Maar we kunnen je hulp hard gebruiken.' Oppert ze nog.
'Alsjeblieft?' Smeekt Mara. 'We zouden het je nooit vragen als het niet noodzakelijk was. Bovendien werd er getipt dat je vast wel mee wilde helpen.'
'Door wie?' Vraag ik haar.
'Ziva,' antwoordt Ashley. Ik knik. Vandaar dat ze hier zijn. Ziva heeft me ingeschreven.
'Oké dan.' Zucht ik. 'Mooi!' Glimlacht Ashley. Dan leunt ze naar voren en vraagt: 'zijn jij en Chris btw een stel?' Mijn mond vormt een grote O. Ik probeer mijn woorden bij elkaar te grijpen en er een goedlopende zin van te maken, maar het lukt me niet.
'Sinds jullie zeg maar nogal veel met elkaar om gaan, dachten we...' Mara knikt verduidelijkend met haar hoofd. 'Nee, hoe- wat?' Wat is de lucht opeens dun hier. Ik heb zuurstof nodig.
Ashley haalt haar schouders op. 'Ook goed. Was wel leuk geweest hoor, als het waar was. Ik bedoel, hij is echt super hot.' Mara knikt instemmend en ze geven elkaar de typische ja-hè-vriendinnen-blik.
Dan wordt Mara weer serieus. 'Oké, zoals we net al zeiden hebben we vooral hulp nodig voor de spandoeken. Deze moeten nog geverfd worden. Je kan je bij Sofia in de gymzaal melden.'
Ik knik. 'Bedankt, zal ik doen.'
Ik kan nog rennen, denk ik.
'Heel erg top, Bella! We waarderen het!' Zegt Mara. 'Baaai,' zeggen ze in koor, zoals alleen zei dat kunnen, en lopen synchroon weg.

Vrijwillig met Sofia in één ruimte zijn, nee dankje. Maar het is ook weer zo flauw om nu weg te lopen. Met een zucht gooi ik mijn kluisje dicht en strompel in muizenstapjes richting de gymzaal.

Op de tribunes liggen allerlei stoffen en kartonnen borden, met talloze leerlingen eromheen die druk in de weer zijn met verfkwasten. Sure te weinig mensen. Pffft.
Ik loop op Sofia af, die net een paar meiden instructies geeft aan een van de kleinere spandoeken te werken, die ze dan bij de wedstrijd uit kunnen delen.
Zodra Sofia me ziet, gaan haar ogen compleet donker en gunt ze me een klein, sluw glimlachje.
'Aah, Bella. Eindelijk! Ik was al bang dat je niet op zou komen dagen.' Ze is in volledig cheerleader outfit, en ik vraag me af of ze niet met de meiden op het grasveld moet staan oefenen.
De wedstrijd is op ons veld, een thuiswedstrijd dus, dus vandaar dat we helemaal over de top gaan met de versieringen. Alles om ons team goed geluk te brengen en aan te prijzen voor beurzen.
'Nou, ik ben nu hier. En eerlijk gezegd wist ik ook niet dat ik me ingeschreven had.' Sofia lacht hierom en zegt, 'oh, Bella. Jij dommie!'
Ik grijp de band van mijn tas nog eens extra stevig vast om te voorkomen dat deze van mijn schouders valt. Of dat ik haar er misschien toevallig mee in der gezicht sla.
'Dus wat kan ik doen?' Vraag ik haar dus nel, voor ik mijn geduld verlies.
Ze kijkt even rond en beslist dan: 'ga jij maar aan de slag met het grote spandoek. Die komt prompt boven de tribunes buiten te hangen. Mag niet veel misgaan, maar ik denk dat jij wel genoeg verantwoordelijkheid kent om het niet te laten mislukken, of niet soms?'
Ik vindt het werkelijk waar prachtig hoe ze je een half compliment geeft en dan toch dat weer naar beneden haalt door erover te twijfelen.
'Oh ja zeker. Ik heb de verantwoordelijkheid. Maak je geen zorgen.' Ze glimlacht haar kersenrode lippen breed, zo breed dat je zou denken dat het pijn moet doen.
'Mooi,' zucht ze dan, en ze neemt me nog even in haar op voordat ze zich op de tenen omdraait en naar een ander groepje mensen loopt.

You hold the Cheeto to my heartWhere stories live. Discover now