16. Paranoïde meets perfect

27 2 2
                                    

(A/N: waarom ik dit plaatje erbij zet? Bc it's fucking hilarious)

Ik loop naar de overkant van de straat. Op de veranda zitten mijn broer en vader. Beide zijn ontzettend geïnteresseerd in een boek dat ze lezen. 'Ha, Bella!' Zegt mijn vader als ik de veranda opstap. 'Hoi,' zeg ik. Mijn broer kijkt ook op.
'Sinds wanneer lees jij?' Vraag ik hem. 'Ik wist niet eens dat je kon lezen.'
Mijn broer gaapt me aan. 'Wat lees je überhaupt?' Ik loop op hem af. Hij wil het boek wegleggen, maar ik graai het uit zijn handen.
'Een stap-voor-stap uitleg over het in elkaar schroeven van Ikea kastjes.' Ik kijk even opzij naar mijn vader. 'Wauw, wat spectaculair....' zeg ik met dichtgeknepen ogen. Er is hier iets niet helemaal pluis. Dan zie ik iets glinsteren onder een kussen op het houten bankje. Mijn broer volgt mijn blik en gaat er gelijk voor zitten. 'Aan de kant!' Commandeer ik. Ik wil hem opzij duwen. Het loopt uit in een echt worstelgevecht en ik ben, wonderbaarlijk, aan de winnende hand.
Zodra ik hem opzij heb weten te duwen, piept hij: 'het was papa's idee.' Vlug kijk ik even naar mijn vader en pak dan het kussen op.
'Een verreKIJKER!?' Vol ongeloof grijp ik het ding beet. 'Jullie maken een grapje, toch. Jullie waren me toch niet aan het bespieden?!' Ik ga met mijn handen in mijn zij voor ze staan. 'Leg uit.'
'We-we wilden gewoon zeker weten dat je veilig was.' Zegt mijn vader stotterend. Mijn mond zakt open. Ik ben blown-away. 'Wat The Sheep. Ik ga gewoon om met wie ik wil hoor.' Nu staat mijn vader op. 'Niet met William. Ik wil die klootzak nooit meer zien! Hij moet eens blij wezen dat we hem niet aangeklaagd hebben!' Ik sper mijn ogen open. 'Jeeez. Pap, zo is Chris helemaal niet! Doe niet zo overdreven. Will is niet meer in beeld, nooit meer.' En met dat gezegd te hebben, durf ik het eindelijk toe te geven. Ik ben klaar met hem— als we ooit iets gehad hebben.
Nu mengt mijn broer zich ook in het gesprek. 'Ik zou niet veel zeggen hoor, maar ik zat met Chris in hetzelfde jaar.' Oh god, daar had ik nog niet bij stil gestaan. Natuurlijk, Chris is blijven zitten, en mijn broer heeft vorig jaar zijn middelbaar afgerond.
'Anyhow, die gast is niet helemaal oké. Zijn vader zit in de bak, omdat hij iemand bijna tot de dood geslagen heeft. Straks heeft hij mooi die genen geërfd. Ik zeg; niet meer zien.' Ik gooi het boek naar hem. 'Doe normaal! Jullie beslissen zoiets niet voor mij!' Gil ik. 'Het spijt me, Bella. Ik ben het met je broer eens. Robbins was geen aardige man, ik snap niet hoe Josephine ooit met hem getrouwd heeft kunnen zijn.'
Ik kook over van woede. Echt niet dat ik een stelletje snotvervelende apen die toevallig mijn bloedverwanten zijn, me laat vertellen wat ik wel en niet mag doen.
'Ik ben al bijna achttien. Ik mag zelf weten wat ik doe!' Mijn vader fronst diep. Zijn snor verbergt zijn smalle lippen, die dit keer in een strakke streep getrokken staan, niet. 'Zo is het genoeg! Als je onder mijn dak leeft, dan hou je je aan mijn regels!' Er rennen tranen langs mijn wangen. 'Het zal wel!' Schreeuw ik, en storm dan naar binnen. Ik ren de trap met twee treden tegelijkertijd op en duw dan mijn kamerdeur open. Ik laat me op mijn bed neerploffen. Als mijn snikken hevig wordt, pak ik een kussen om het geluid te dempen.
Iedere keer opnieuw vraag ik me af of het wel helemaal goed met me gaat. Het voelt alsof niets in mijn leven vaststaat. Alsof ik leef door de omstandigheden die op dat moment plaatsvinden. Niet door mezelf. En het voelt vreselijk.

~*~*~*~*~*~*~*~*~

Zodra ik binnengelaten wordt door Maria ontgaat de heisa in het huis me niet. 'Wat is hier gebeurd?' Vraag ik als ze de deur achter me dicht doet.
Overal staan verhuisdozen. Ik herken een aantal nieuwe meubels.
'Hey! Bella. Wat fijn dat je er weer bent. Ik heb je gemist!' Sascha komt op me afgelopen. Ze ziet er fris en fruitig uit, gekleed in een statige donkerblauwe pantalon en een bijpassend colbert. Ik geef haar een knuffel. 'Het is ook leuk jou weer te zien. Maar wat is hier aan de hand?' Vraag ik vol nieuwsgierigheid en enthousiasme. 'Nou...' zegt ze mysterieus. 'Ik heb nog niet de kans gehad om het je te vertellen, maar,' ze rolt even met haar ogen en houdt dan haar hand voor haar borst. Ze glinstert. Nee, er glinstert iets om haar vinger.
'Oh mijn God! Je gaat trouwen!!' Zeg ik en een reusachtige glimlach breekt zich open op mijn gezicht. Ze knikt hevig. 'JA! Raul heeft me een week geleden gevraagd, op de barbecue, voor al onze vrienden. Als je wat langer was gebleven, had je het meegemaakt.' Ze port me plagend in de zij. 'Wat leuk! Oh, gefeliciteerd! Ik ben zo blij voor je.' Dan kijk ik weer om me heen. 'Dat verklaart de verhuisdozen. Jullie gaan samenwonen. Hier.' Zeg ik. Sascha knikt. 'Inderdaad. We hebben meer dan genoeg ruimte. Dus twee mensen extra is totaal geen probleem.' Ik ben zo vol van blijdschap dat het me even ontgaat, maar dan vraag ik: 'twee mensen?'
Sascha gebaart dat ik haar moet volgen. 'Ja, Raul en zijn zoon, een schatje trouwens, Nick. Je kent hem, toch? Van de barbecue?' Ik stop abrupt met lopen. 'Nee!' Zeg ik vol ontzag. Ze kijkt om en stopt. 'Wat?' Vraagt ze. 'Oh, ik bedoel: ja. Ja, ik heb hem toen ontmoet.' Ik probeer weer te glimlachen en Sascha lacht ook. Pfieewww.
Ik was hem helemaal vergeten. Nick, mijn eerste kus. Toen verdwenen. En nu weer opgedoken. En hij wordt Sascha's stiefzoon?! Arme Simon en Sarah.
Sascha klopt op een deur en doet hem dan open. Binnenin staat een groot tweepersoonsbed. Er staan een aantal dozen op, en er liggen cd's verspreid over de lakens. Nick staat met een paar cd's in zijn handen naar de boekenkast gedraaid.
'Hey, Nick.' Zegt Sascha. 'Bella is er nu, dus dat betekent dat ik weg ben, oké? Ik zie je hopelijk vanavond weer voor dunner.' Hij draait zich naar ons om en glimlacht zijn perfecte witte tanden bloot. 'Sure, zie je dan.' Sascha knikt en werpt me dan een is-het-geen-geweldige-jongen-glimlach toe. 'Baaai,' zegt ze en loopt op haar tenen de kamer uit.
Ik loop verder de kamer in. 'Dus dit wordt jouw kamer, neem ik aan.' Nick grijnst naar me. 'Vindt je hem leuk?' Ik kijk even verder rond. Het is een joekel van een kamer. Grote ramen, waardoor de hoogstaande zon door schijnt, met uitzicht op het zwembad in de achtertuin, lichtjes overschaduwd door een paar loofbomen. Voor de rest zitten er twee deuren aan de kamer vast. Voor de badkamer en kledingkast, zo te zien.
'Het is een best pittig mooie kamer.' Concludeer ik. Nick knikt goedkeurend, alsof ik zojuist het correcte antwoord heb gegeven. 'Ja, ja dat klopt.' Ik loop naar de cd's toe en raap er een paar op. 'Duran Duran, huh,' mompel ik. 'Ja,' antwoordt hij. 'Vindt je ze goed?' Ik haal mijn schouders op. 'Kan ermee door.' Hij heeft ook een cd van Nickelback en eentje van The Beatles. De rest is recenter, en komt me niet echt bekend voor. De meesten, echter ook, zijn afspeellijsten, zelf gebrand. Als ik een indie-pop lijst bekijk, moet ik grinniken. 'Typisch,' zucht ik en leg hem dan weer neer. 'Wat?' Vraagt Nick verdacht. 'Oh, niks.' Mijn ogen scannen de rest van de kamer. In de hoek staat een gitaar op standaard. 'Sweet,' zeg ik als ik erheen loop.
'Oh, die, ja,' Nick zet een paar cd's op de planken en komt dan naast me staan. Het is me nu pas opgevallen dat hij schoenen draagt. Hele nette schoenen. Normale mensen dragen geen nette schoenen in huis. En hij heeft een lichtblauw overhemd aan, wat hem er veel ouder laat uitzien. En dan— ik proest. Nick trekt een wenkbrauw op en kijkt me vragend aan. 'Een- een stropdas?' Pers ik er tussen het lachen door uit.
Het is waar, hij draagt serieus een stropdas. Maar ik zie ook het logo van de Black Pirates.
Hij geeft me een duw. 'Doe niet zo gemeen. Schoolraad vergadering. Dat moet ook gebeuren, weet je.'
Maar toch ragt hij aan zijn stropdas en ontknoopt hem dan, waarna hij het ding op het bed gooit.
'Je bent zo erg veranderd.' Merk ik op. Zijn knalblauwe ogen boren zich in de mijne. 'Misschien heb je me wel nooit goed gekend.' Ik denk even na, maar haal dan mijn schouders op. 'Ach, zo kan je het ook bekijken. Wauw, nooit gedacht dat mijn eerste kus uitging naar een snob.' Grinnik ik. Hij slaat zijn armen over elkaar, en meteen voel ik me net een peuter. Hij is zo intimiderend lang, dat ik bijna mijn nek breek om hem fatsoenlijk in zijn gezicht aan te kunnen kijken. 'En ik had nooit gedacht dat mijn eerste zoen uit zou gaan naar een onvolwassen weirdo.' Blaft hij terug. Mijn ogen worden groot. 'Dat meen je niet! Ik ben ouder dan jij hoor!' Hij lacht kort, spottend. 'Ja, maar je hebt de mentaliteit van een zesjarige.' Ik frons. 'Ik kan gewoon goed met kinderen omgaan.'
'Ja,' zegt hij. 'Misschien omdat ze je zien als een gelijke.' Ik sla mijn handen over elkaar. 'Boeie,' zeg ik en eindig daarmee deze discussie. 'Als je me wil excuseren, ik moet even mijn oppaskinderen gaan zoeken, die zijn mijn prioriteit nu. Niet jij.' Ik loop de deur net uit, als Nick zegt. 'Probeer de keuken eerst, meestal zitten ze daar. Sascha heeft de snoeppot helemaal bovenin het ontbijtkastje gezet. Ze proberen de hele week al bij dat ding te komen.' Ik snuif, maar ga wel richting de keuken.
Daar vind ik inderdaad Simon en Sarah. Beide kijken ze verveeld naar hun bord, waar heerlijk gezonde stukken fruit op ligt. Zo te zien is Maria me voor geweest. 'Eten jullie dat lekkers niet op!' Vraag ik. Gulzig pak ik een stukje appel van Simons bord. 'Neem maar!' Roept hij uit. 'Neem het allemaal!' Ik lach. Wat een aanstellers. 'Waarom eet je het zelf niet?' Vraag ik hem. Hij trekt een vies gezicht. 'Wij willen snoep!' Ik lach en leun op het aanrecht. 'Zeg, laten we een deal sluiten. Jullie eten minstens de helft van jullie fruit op, en dan mogen jullie een snoepje.' Meteen klaren hun gezichten op. 'Jaaa!' Zeggen ze in koor en ze proppen de ene na de andere ananas en banaan in hun mond.
Tegen de tijd dat ze klaar zijn, komt Nick de keuken ingelopen. Hij opent de koelkast en haalt er een fles Coca Cola uit. 'Wil je ook wat?' Vraagt hij aan me. Ik knik. 'Graag,' antwoord ik. Sarah is ondertussen van haar kruk afgesprongen en doet een poging het ontbijtkastje open te krijgen. Als ze op het aanrecht wil klimmen om erbij te kunnen, hou ik haar tegen. 'Ho! Zo doen we dat niet, hè.' Zeg ik en pak haar onder de oksels Bert om haar er weer vanaf te laten zakken. Ze pruilt. Simon kijkt me met grote ogen aan. 'Snoepje! Snoepje!' Zeurt hij. Ik kijk in het ontbijtkastje en ontdek dat de snoeppot inderdaad helemaal bovenaan staat. En de enige manier voor mij om erbij te komen is door op het aanrecht te gaan staan. Maar dan geef ik het verkeerde voorbeeld. Dan komt er een oplossing in me naar boven.
'Hey, Nick.' Zeg ik. Hij kijkt me vragend aan. 'Zou je even willen helpen? Ik kan er niet bij.' Mijn wangen worden lichtjes rood, dus ik probeer ze te verbergen door mijn haar voor mijn gezicht te laten vallen. Ik kan er natuurlijk niks aan doen dat ik klein ben, maar het is altijd zo ongemakkelijk om mensen hun hulp te vragen. Al helemaal aan iemand waartegen je je liever sterk en groot wil opstellen, figuurlijk dan, in dit voorbeeld.
'Sure,' zegt hij en pakt de pot met gemak van de bovenste plank. Hij hoeft zijn arm er niet eens zo ver boven zijn hoofd voor uit te rekken.
De kinderen zijn blij en rennen lachend naar de woonkamer toe, waar ze achter de tv gaan zitten. 'Kijken jullie iets doms?' Vraag ik ze. 'Ja,' zeggen ze in koor. 'Goed zo,' antwoord ik terug.
Nick reikt me mijn glas cola aan. Ik pak het dankbaar aan en neem een slok.
'Ik vroeg me af,' zegt hij, wrijft even door zijn haar. 'Ik weet dat we misschien een beetje moeilijk begonnen zijn, maar misschien kunnen we opnieuw beginnen, sinds we elkaar nog vaak zullen zien. Bell, het spijt me als ik je gekwetst heb in het verleden.' Hij stopt niet met praten, maar ik mompel onder mijn adem: 'dat is je geraden'. 'En ik— het zal gewoon prettig zijn om te weten dat je me niet haat.' Ik zucht en draai me naar hem toe. Alweer erger ik me aan zijn lengte.
Ik kijk in zijn peinzende blauwe ogen. Ze kijken wanhopig terug. Zeg het niet, Bella. Je krijgt er vast spijt van.
'We kunnen het proberen.' Pers ik eruit. Ennnnn, daar gaat mijn leven. Voor de zoveelste keer. Hij grijnst zelfvoldaan. 'Goed.' Zegt hij, voornamelijk tegen zichzelf, en knikt. 'Heel goed.'

~*~*~*~*~*~*~*~

Ik wacht nu al vijftien minuten. En Chris is er nog steeds niet. We hadden afgesproken vandaag nog wat aan school te doen, maar misschien is hij van gedachten veranderd. Maar dan hij dat toch wel even kunnen zeggen? Wat nou als hij nog boos is van gister. Al leek ie gister niet boos, maar wie weet duurde het even voor het tot hem inzonk en wilt hij nu niks meer met me te maken hebben. Ik heb hem al geprobeerd te bereiken. Ik heb hem geappt en gebeld, maar niets werkt. Hij neemt niet op.
Ik bel mijn broer. Na een paar keer overgaan, neemt hij op.
'Hellow,' zeg ik. 'Ik heb een rit nodig. Vanaf Sascha's.' Ik hoor een geërgerde zucht aan de andere kant. 'Nee. Zoek het zelf lekker uit.' Ik ijsbeer rond op het trapje en spring er dan vanaf, op de kiezels landend. 'Maar Chris neemt niet op. Ik heb geen zin om te lopen. Dat duurt eeuwen.' Hij is even stil. 'Chris? Toch niet Chris Robbins. Bella, je vader en ik hebben expliciet gezegd dat we niet willen dat je met hem omgaat.' Ik grom geërgerd. 'Sorry hoor, páp. Het is een schoolproject. Ik kan niet echt anders.' Er klinkt wat gerommel aan de andere kant van de lijn. 'Ik ben er in tien minuten.' Dan hangt hij op.

Tien minuten later staat er een auto (A/N: heb ik ooit genoemd welke auto. Bc anders is t vreemd als ik nu een andere auto noem dan eerst) voor mijn neus. Achter het stuur zit mijn broer. Het zweer loopt over zijn voorhoofd, waaromheen een bandana zit, zijn wilde lange haren naar achter temmend. Hij draagt een t-shirt met
AC/DC erop en een zwarte leren broek. Zijn schoenen bestaan uit lompe half-ingezakte brede veterlaarzen.
Oftewel: een zeldzaam exemplaar van mijn broer die net bij zijn band training vandaan komt. 'Jullie hebben volgende week een gig, of niet soms?' Zeg ik als ik instap en de deur met een bekende klap dichtsla. 'Jup,' zegt hij en gaat de weg weer op. 'Sam doet echt niet normaal irritant. De ene keer vergeet hij zijn complete gitaar, en de andere keer speelt hij de verkeerde akkoorden. Als we niet meer oefenen, zitten we echt in de diepe shit. Ik erger me er kapot aan.' Ik maak een instemmend 'hmmmm' geluid en zet de radio aan. Dan laat ik mijn hoofd tegen het raampje rusten en kijk naar buiten.
'Je mag komen kijken, maar ik denk niet dat ze je binnenlaten, het is een achttien+ club en ze—' mijn gedachten dwalen af. We gaan nu door het centrum. En daar zie ik iemand bekend lopen. Het is Will samen met... Sofia?
Het zal toch niet? Will kan haar volgens mij echt niet uitstaan. En wat moet Sofia met iemand zo doodnormaal als Will. Het klopt gewoon niet. Ik kan er geen touw aan binden. Als ik om wil kijken om zeker te weten of ik heb gezien wat ik zag, zijn we de hoek al weer om, en worden de winkels omgeruild voor bomen.

~*~*~*~*~*~*~*~*~

BITCH WHAT bijna 700!! Reads!!! Woaho thanksss
OKÉ OKÉ GENOEG ROBIN JE MAAKT EEN BEETJE EEN IDIOOT VAN JEZELF (goed genederlandst)
hoe vonden jullie het nieuwe hoofdstukje? Het is Valentijnsdag en hoezeer ik ook een Valentijns special wilde maken, het is er niet van gekomen. Maar het volgende hoofdstukje is wel lekker zoetsappig. :D

You hold the Cheeto to my heartOpowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz