9. Onmogelijke vriendschappen, toch?

47 4 0
                                    

Een vreemd geluid vult mijn oren. Het is een lage krakende pieptoon, eentje die me niet bekend voorkomt. Ik zucht en mompel iets in de richting van 'shut up' waarna ik mijn hand in mijn gezicht sla en uiteindelijk over mijn oor duw. Maar het helpt niet. Ik hoor een deur open gaan en open een oog. Bijna spring ik een meter in de lucht. Meteen ben ik klaarwakker. 'Waar ben ik?!' Vraag ik panisch. Chris draait zich naar me om. 'Hey slaapkop. Je bent bij mij thuis. Ik heb je maar in mijn bed gelegd.' Door mijn hoofd gaan wel een duizend vragen. Hij merkt op dat ik me niet helemaal op mijn gemak voel en vervolgt: 'relax. Je viel in de auto als een blok in slaap. Ik kon je niet echt wakker krijgen dus heb ik je maar hierheen gebracht. Geen zorgen, ik sliep op de bank.' Hij neemt plaats op een krukje tegen de muur. Mijn ogen schieten zijn kamer rond. Proberen iedere centimeter te inspecteren op iets verdachts, maar er valt niks op te merken. Het is een netjes opgeruimde zolderkamer. Hier en daar hangen wat posters van een aantal rockbands, sommige herken ik. Hij heeft 'de stoel' waar het overgrote deel van de inhoud van zijn kast, denk ik, over heen hangt. Dat is het. Dan komen de herinnereingdn van de avond hiervoor binnenstromen. Ik denk weer terug aan mijn tijd in de kast. Aan mijn catastrofale fout door Emiel me te laten kussen. Wat dacht ik wel niet? Ik zei van te voren nog dat het niks zou kunnen verpesten, mat nu ben ik daar niet zo zeker meer over. 'Iets wat je met me wil delen?' Vraagt Chris sluw, maar aan zijn gelaatsuitdrukking kan ik zien dat hij het al weet. Hij heeft alles zo snel door.

'Ik-ik wil terug naar mijn vrienden!' Stamel ik en kijk hysterisch naar de nonchalante Chris, die met zijn hoofd tegen de muur naar zijn telefoon kijkt. 'Gisteravond zei je iets heel anders.' Hij neemt een pil en slikt hem gelijk door. 'Bovendien wil ik vrienden met je zijn. Ik ben sure as hell een veel betere vriend. Bijvoorbeeld, ik zou je nooit zomaar zoenen.' Hij pakt een kop koffie die naast hem op zijn bureau staat en neemt een slok. Ik zwaai mijn benen over de rand van het bed. 'Wij kunnen geen vrienden zijn,' maak ik duidelijk. 'Je rookt, drinkt veel te veel en god mag weten wat je nog meer doet. Je gaat om met meiden zoals die Chelsea en die vrienden van je dragen zo'n tien keer meer donkere kleren dan jij. Ik pas daar niet tussen, weet je. Ik ben niet zo'n type.' Ik haal een hand door mijn ietwat klitterige haar en vraag hem dan: 'waarom heb je me eigenlijk hierheen gebracht? Waarom niet gewoon naar mijn eigen huis.' Een pijnscheut schiet vanaf mijn slaap dwars door mijn hoofd. Ik kreun. Hij staat op en loopt naar me toe. In zijn hand liggen twee paracetamol en in zijn andere hand houdt hij een glas water vast. 'Hier, neem. Dat kan je wel gebruiken.' Dankbaar pak ik het aan. 'Dus in feite kunnen we geen vrienden zijn omdat je niet graag zwart draagt?' Vraagt hij grijnzend. 'Oh, don't get me wrong. Daar gaat het niet om.' Ik slik de paracetamol door met een grote slok water. 'Ik snap je gewoon niet. Dat vind ik eng. Wat is er zo interssant aan mij? Ik ben een meter vijfenzestig lange freak met twee waardeloze vrienden. Ik ben een sukkel, niet iemand voor jou om op te merken.' Hij schuift de kruk waar hij op zat dichterbij en zegt. 'Hey, jij bent zoveel meer.' Zijn mond vormt kleine glimlach, die me zorgen laat maken. Om welke reden is hij zo aardig tegen mij?
'Ik heb je niet naar huis gebracht, omdat ik dacht dat je niet echt graag soort van half bewusteloos van het drinken om twee uur 's nachts door mij bij je vader gedropt zou willen worden. Wie weet hoe deze ochtend dan gelopen zou zijn. Zeker niet zo soepel.' Ik geef hem gelijk. Mijn vader vindt het heus niet erg dat ik een keer naar een feestje ga, maar een voorstander van drinken is hij absoluut niet. Een biertje in de twee maanden op je zeventiende vinden ze genoeg.
Mijn blik gaat naar zijn alarmklok. Deze geeft twaalf uur aan. 'Heb ik echt zo lang uitgeslapen?' Vraag ik Chris terwijl ik mezelf facepalm. 'Ik heb vanmiddag een barbecue en vanavond een afspraakje.' 'Bedoel je met die halfdode?' Vraagt Chris. 'Ha, ja. En ik voel me nu al zo moe. Ik ga deze dag echt niet overleven.' Ik sta op en val bijna voorover van duizeligheid. 'Ik eh, ik moet gaan.' Zeg ik en loop richting de deur. 'Als jij dat wil,' zegt Chris en haalt zijn schouders op. 'Laat me je naar de voordeur begeleiden.' Hij opent de deur van zijn kamer en gaat me voor drie verdiepingen naar beneden.

In de hal hoor ik een vermoeide stem. 'Chris? Kan je even komen helpen. Ik moet zo bij Julia langs.' Het is een vrouwelijke stem, vast zijn moeder. 'Ja, ik kom er zo aan. Ik breng even Bella naar huis.' Ik hoor wat voetstappen en een paar seconden later komt er een mooie vrouw de hal ingelopen. Ze is niet erg lang, maar heeft wel prachtig lang haar dat in een vlecht zit en kuiltjes in haar wangen die ik ook al had gezien bij Chris. Hij moet het vast van haar hebben. 'Oh, Bella! Martin Alvis' dochter, is het niet? Wat gezellig!' Zegt ze vrolijk. Niet vervreemd dat haar zoon 's ochtends een meisje mee naar beneden neemt om haar naar huis te brengen.
Ze ziet er niet erg oud uit, hooguit begin veertig. Ik glimlach haar toe en ze glimlacht terug. 'Ja,' antwoord ik op haar vraag. 'Kennen jullie elkaar?' Ze knikt. 'We zaten vroeger samen op school. Ik ben Josephine, trouwens. Moeder van Chris, maar ik denk dat dat wel duidelijk was.' Ik schud haar de hand.
'Ik kan zelf wel naar huis trouwens, hoor. Het is hier letterlijk tegenover.' Ik wijs naar het huis dat hier schuin tegenover staat. 'Je hoeft niet perse mee te lopen. Je moeder heeft je hulp dringender nodig dan ik.' Zeg ik streng tegen Chris en glimlach dan. 'Okéh,' zegt Chris bedenkelijk. 'Bedankt nog, trouwens. Dat ik hier kon overnachten.' Hij knikt me toe. 'Geen probleem. Any time.' En hij knipoogt. Ik rol met mijn ogen en ga er niet op in.
Dan zucht hij en ik zucht ook en samen lachen we. Ik weet niet wat ik heb of waarom ik het doe, maar voor ik het me goed bedenk, geef ik Chris een knuffel. Misschien komt het omdat hij vanmorgen zo aardig was of zo begripvol en een luisterend oor of omdat hij me gisteravond een lift naar huis wilde geven, maar ik doe het gewoon. Hij is verrast merk ik, want hij geeft me niet gelijk een knuffel terug. Maar dan slaat ook hij zijn armen om me heen. Weer ruik ik die heerlijke geur. Zo speciaal, en zo lekker. Kan je ook alleen een jongen leuk vinden om zijn geur? Of is dat raar...

Ik laat hem los en zwaai gedag. 'Het was leuk u te ontmoeten!' Zeg ik nog tegen zijn moeder, waarna ik ze de rug toekeer en naar huis toe loop, twee keer heen en weer kijkend of ik kan oversteken, want je weet maar nooit, straks is er een traktor of een motor of misschien wel een Ferrari die je overrijdt. Of een roze Ferrari. Al is het wel een mooie gedachte om overreden te worden door een roze Ferrari. Ach doe niet zo gek, zegt het stemmetje in mijn hoofd.

~*~*~*~*~*~*~*~

Een klein tussen hoofdstukje. Heel random. Maar ik wist niet zeker of ik er een extreem lang hoofdstuk van wilde maken. Misschien als ik het later edit, dat ik het dan nog verander.
Enjoy!
Ps: dit betekent wel dat ik eerder halverwege aankomende week een extra hoofdstuk plaats. ;) beloofd.

You hold the Cheeto to my heartWhere stories live. Discover now