10. De dag dat het leven besloot me extra hard te laten vallen.

33 3 0
                                    

Tegen mijn vader heb ik gelogen, en gezegd dat ik bij Nora overnachtte. Daarna ging ik douchen en trok ik een comfortabele tuinbroek aan met een stoer shirt, waar een verwassen vuurspuwende eenhoorn op staat, en mijn all time favorite paarse All Stars. Ik heb die dingen al wel een jaar of drie, maar pas ze nog steeds, en ook al zijn ze aan vervanging toe, ik weiger. Ik draag ze bijna iedere dag (af en toe een uitzondering) overal bij, want het maakt me niet veel uit of het staat of niet. Ik heb ze namelijk gekregen van mijn moeder, die plots aan borst kanker overleed eind vorig jaar. Ze laten me voelen alsof ik toch nog iets van haar meedraag. Zo denk ik nog iedere dag aan haar. Ik schijn wel meer op mijn vader te lijken, en mijn broer op mijn moeder, wat ik wel jammer vind, want ik had graag gewild dat ik mensen aan haar herinner.

Tegen de tijd dat ik klaar ben met mezelf mooi maken en de nodige voorbereiding heb gedaan voor de lessen die ik later deze week ergens met Chris moet gaan geven, loop ik naar beneden om een broodje te eten. Er staat een kop koffie op tafel, hoogstwaarschijnlijk van mijn vader, want mijn broer drinkt geen koffie, volgens mij weet hij niet eens hoe koffie smaakt. Daniël houdt het liever bij bier. Bier en Caprisun. Het is een rare verslaving, maar mijn vader heeft het liever dan dat hij iedere keer bier drinkt, dus zorgt die altijd voor reusachtige voorraden van die dingen. Vaak sneak ik er ook een paar mee, want die dingen geven een suikerboost waarmee je van hier tot Tokio kan rennen. En na gisteravond, kan ik wel een oppepper gebruiken.

Ik open de koelkast, pak er een Caprisun uit en grijp het brood beet. Ik neem plaats op een kruk en begin mijn brood te besmeren met een dikke laag pure chocoladepasta, als mijn vader binnen komt lopen. Geheel in zijn pak. 'Ik ben werken!' Zegt hij en neemt nog gauw even een grote slok van zijn koffie. 'Zie je vanavond wel weer.'
Mijn vader werkt op de Hoge school Wyoming als geologie professor. Hij is helemaal into alles wat meer dan honderdduizend jaar oud is. 'Pap, wacht. Ik heb vanavond een date. Dus ik eet niet mee.' Ik blijft even staan. 'Ken ik de jongeman?' Vraagt hij en trekt een wenkbrauw op. 'Nee,' begin ik, en voeg er snel aan toe: 'maar je mag hem vast wel. Hij zit bij mij op school.' Hij fronst. 'Oké... Als ik maar even een glimp van hem opvang voordat je de deur uit stormt.' Dan draait hij zich om en beent het huis uit.

'DANIËL!' Schreeuw ik door de gang heen. En dan nog een keer: 'DANIËL!' Maar het blijft stil. 'IK WEET DAT JE DAAR BENT. KOM MET JE LUIE REET NAAR BENEDEN. IK HEB EEN LIFT NODIG.' En meteen volgt: 'IK BEN JE TAXICHAUFFEUR NIET. AMMEHOELA. ZOEK MAAR IEMAND ANDERS.' Ik zucht geërgerd, stamp dan de trappen op en trap zijn deur open. 'Ik heb hier geen tijd voor- wacht wat doe jij met míjn föhn. En is dat haarlak?' Mijn mond staat wijd open. 'Ooit gehoord van kloppen, smurf?' Mijn broer zet de föhn in het stopcontact. 'Soms, soms vraag ik me af of je niet in het verkeerde lichaam geboren bent.' Zegt ik als ik hem zo handig overweg zie gaan met de föhn, een hand door zijn lange haren zie halen. 'Ach, so be it.' En haal dan mijn schouders op.
'Ik heb echt je hulp nodig. Ik ben al laat doordat ik de tijd was vergeten vanmorgen en we moeten ook nog langs Ziva.' Hij werpt een blik mijn kant op. 'Ik ga je niet brengen, Bella. Ik heb belangrijkere dingen te doen.' Ik kijk hem sarcastisch aan. 'Ja vast. Zoals je Tarzan lange haar in vorm brengen. Geen zorgen; het heeft toch geen nut.' Hij schrikt. 'Nee he, hou nou maar op met je geintjes, dat brengt al helemaal niet het goede in me naar boven. Ik ging voor de basgitarist-badass-heartbreaker-look. Bedankt voor het ruïneren van mijn visie.' Ik klopt hem op de schouder. 'Ik denk dat ik je eerder gered hebt. Misschien kan je door naar de kapper zodra je ons hebt afgeleverd.' Hij zucht. 'Alsjeblieft??' Smeek ik. Iets wat dus echt nooit doe. 'Als je maar niet denkt dat dit een gewoonte wordt.' Ik grijns. 'Neeee joh.'

Ziva komt net de deur uit gelopen. Haar blonde haar zit in een paardenstaart en ze draagt roze Vans die ik echt helemaal te gek vind. 'Waarom kan zij jullie eigenlijk niet brengen?' Vraagt Daniël als Ziva de autodeur opent. 'Ze rijdt een motor. Geen auto. En een fiets heeft ze niet.' Hij leunt achterover in zijn stoel. 'Hadden jullie het over mij?' Ziva kruipt naar voren en zet haar ellebogen tussen de twee stoelen in, zodat het net is of ze bij ons voorin zit. Ze glimlacht breed. 'Hoi,' zegt ze dan plots tegen mijn broer. 'Volgens mij heb ik jou nog niet eerder gezien. Maar aan de gelijkenis, gok ik dat je Daniël bent.' Ze reikt hem een hand toe. 'Klopt,' antwoordt hij met een awkward glimlach en schud de hand. 'En jij moet haast wel Ziva zijn.' Ze knikt. 'Klopt. I really dig your hair, by the way. Speel je toevallig basgitaar?' Hij kijkt mij triomfantelijk aan. 'Inderdaad.' Ik rol met mijn ogen. 'Laten we nou maar snel gaan,' stel ik voor. 'We zijn al een beetje aan de late kant.'

You hold the Cheeto to my heartDär berättelser lever. Upptäck nu