XXIV

196 10 0
                                    

Die avond wordt er een groot feestmaal gehouden, ter ere van de geslaagde jacht. Iedereen is onder de indruk van de jacht. Het toont hoe groot de macht van Rolf is. Maar tegelijkertijd jaagt het ze wel angst aan. Want Rolf zou zijn macht ook kunnen misbruiken.

En men spreekt Rolf er ook op aan. Ze willen weten waar ze aan toe zijn, want als hij misschien ooit hoofdman zou worden, willen ze geen leider, die zijn macht misbruikt. Maar als Rolf hun vertelt, dat hij het leiderschap terug wil geven aan de roedel, stelt ze dat weer gerust.

Een vrouw vraagt: 'En wanneer was je van plan om dat te doen?'

'Morgen, als we op weg naar huis gaan. Hun plaats is hier. Hier horen ze thuis. En hier zijn ze ook veilig, ver weg van de mensen. Dat is veiliger voor hun, maar ook voor jullie. En ik zou het niet wagen om hier nog ooit eens terug te komen. Ze zouden je in een oogwenk doden, met hoeveel mensen je ook komt.'

'Ik begrijp het niet, waarom zou dat veiliger voor hun zijn?'

'Omdat wij, mensen, de gewoonte hebben onze wil aan andere dieren op te leggen. Uiteindelijk zouden ze het onderspit delven. Ze zouden verjagen worden, of gedood. Daarom zijn ze hier veilig, en daarom wil ik ze ook hier laten.'

'En als ze besluiten om je te volgen?'

'Dan accepteren ze mijn besluit niet, dat niet langer hun leider meer wil zijn. In dat geval zullen ze moeten leren zich aan te passen.'

'Maar je zegt net, dat het niet goed voor ze is!'

'Ja, maar ik ga tussen de mensen leven. En als ze besluiten me te volgen, dan moeten zij dat ook leren. Ik ga niet meer terug de wildernis in, hoogstens om nog eens te jagen, maar meer niet. Ik ben van plan met de zonnewende te trouwen met Selma, en een gezin met haar te stichten. En ik kan van haar niet verwachten, dat ze met me mee gaat om te leven als een wolf.'

Er wordt gelachen. Opeens komen er twee wolven het kamp binnen en gaan aan de voeten van Rolf liggen. Iemand roept: 'Daar heb je er al twee, Rolf. Ga je die nu leren zich aan te passen?'

Rolf glimlacht. 'Bij deze twee zal ik dat waarschijnlijk wel moeten. Ik denk dat ze al aanvoelen, dat een scheiding tussen mij en de roedel aanstaande is. En ik denk ook, dat ze allebei al een besluit hebben genomen.'

'Maar als ze blijven, lopen dan onze kinderen geen gevaar? Je zei zelf, dat ze zwakkeren als hun prooi zullen zien!'

'Een goede vraag! Nee, ze zullen hun niets doen. Als ze besluiten om te blijven, zullen ze ons dorp als hun roedel zien. En wolf beschermt zijn roedel. En ze zijn dol op spelen met hun kinderen. Ik zou, als ik later kinderen zou krijgen, mijn kind blind toevertrouwen aan deze beide wolven.'

Dat stelt iedereen weer gerust. Maar er zijn meer vragen.

'En wat als die familie van je besluit om je te komen bezoeken?'

'Ik denk niet, dat ze dat ooit zullen doen. Ze kennen geen familiebezoek, zoals wij dat kennen. Ze zouden verwachten, dat we ons territorium zouden verdedigen, en daarom zullen ze ook wel wegblijven.'

'Dus je zult ze dan nooit meer zien?'

'Waarschijnlijk niet. 'Of misschien als ik hier weer kom. Ze zullen me zeker weer herkennen, want een wolf vergeet niet snel. Maar hoe ze dan op me zullen reageren, dat durf ik niet te zeggen.'

'Is dat niet moeilijk om ze hier dan achter te laten?'

'Het is heel erg zwaar om ze hier achter te laten. Maar ik moet doen wat het beste voor ze is. Ook al doet dat pijn. Dat is wat een goede leider voor zijn onderdanen moet doen.'

Hallvor knikt. Beter had hij het zelf niet kunnen zeggen.

De meeste vragen zijn nu wel geweest. Het is al laat en iedereen maakt zich op om te gaan slapen. Het is nog een lange tocht terug naar het dorp.

In de morgen wordt besproken hoe ze de rendieren mee gaan voeren. Rolf maakt er goede afspraken. De jagers kunnen zich ieder een rendier verdienen, om te helpen de rendieren veilig naar het dorp te brengen. Er zijn genoeg vrijwilligers, die zich hiervoor aanmelden.

Maar dan komt het moment, dat voor Rolf erg zwaar valt. Hij loopt naar beneden, waar de roedel al op hem wacht. Ze beseffen, dat er iets belangrijks aanstaande is. Rolf heeft er lang en goed over nagedacht, hoe hij de leiding moet gaan overdragen. Want hoe moet hij nou aan hun duidelijk maken, dat Rolf niet langer meer hun leider meer kan zijn.

Hij heeft een plan, dat een gevecht met Ture inhoudt. Maar het loopt allemaal anders. De hele roedel wacht hem onderdanig op, en liggen jankend aan zijn voeten. Zelfs Ture en Thyrvi onderwerpen zich meteen aan hem. Daar staat Rolf wel even van te kijken. Hij kan het niet over zijn hart verkrijgen om dan een gevecht met Ture te beginnen. In plaats daarvan omhelst hij de wolf en begint te huilen. Maar dan gebeurt er iets raars. De hele roedel dringt zich om Rolf heen, alsof ze beseffen, dat hij afscheid komt nemen. Hij knuffelt ze allemaal, en neemt ook van iedereen afscheid. Dan pakt Ture zich op en gromt een keer. De hele roedel staat op, behalve twee wolven. Het zijn Thyrza en Orsin. Ze hebben besloten met Rolf mee te gaan, zoals Rolf al verwacht had. Ture gromt nog een keer, maar als hij ziet, dat ze weigeren, draait hij zich om en rent weg. De roedel volgt hem en verdwijnt over een heuvel heen. Met een leeg hart kijkt Rolf ze na, totdat ze uit het zicht verdwenen zijn. Dan loopt hij terug naar het kamp. Die hebben ademloos toegekeken hoe Rolf afscheid nam van zijn familie. Vrijwel iedereen heeft tranen in zijn ogen. Zelf de allerstoerste krijgers en jagers zijn ontroerd. Zonder een woord te zeggen, neemt Rolf de leiding van de stoet, met aan weerzijden een wolf en begint te lopen. Al snel krijgt hij gezelschap van Selma, die zijn hand neemt. Ze glimlachen naar elkaar. Ze lopen een nieuwe toekomst tegemoet.

ÚlfrWhere stories live. Discover now