XII

239 18 6
                                    

Intussen op de steppen lijkt alles te mislukken. Het lukt ze niet echt om succes met de jacht te hebben. Ze hebben maar net vijftig rendieren buit gemaakt, waarvan er ook nog enkele mank zijn. De hele expeditie lijkt mislukt te zijn, met een magere oogst. En ook met de verdeling van de buit is er flinke ruzie. Uiteindelijk kan Raynor maar twee rendieren meenemen, en daarmee is hij nog goed betaald ook voor zijn inspanningen. Andere jagers hebben maar een rendier kunnen krijgen, en dat zorgt voor afgunst.

Boos en teleurgesteld keert Raynor terug naar huis. Het had allemaal niet slechter kunnen gaan. De rendieren op de steppen leken heel erg op hun hoede, en waren al gevlucht, voordat ze in de buurt hadden kunnen komen. Het humeur van Raynor is gedaald naar een dieptepunt en dat moeten vooral anderen ontgelden. Hem wacht nu geen glorieuze thuiskomst met een grote kudde rendieren. In plaats daarvan zijn het er maar twee, en zelfs dat zijn oude dieren. Dat is ook de reden, dat hij er twee heeft gekregen. Maar Raynor loopt in een moordend tempo terug naar huis. Hij wil zo snel mogelijk thuis zijn, en weer in de armen liggen van Selma. Dan is zijn wereld weer helemaal in orde en is het niet meer zo erg, dat de vangst tegenvalt.

Na enkele dagen hard doormarcheren, bereikt hij het dorp. Maar hij merkt meteen dat er iets veranderd is. De mensen kijken niet eens op, dat hij terug is. In plaats daarvan praten ze druk over iemand, waarvan Raynor hoopt dat hij het verkeerd verstaan heeft.

Maar Raynor heeft het niet verkeerd verstaan. Zijn ergste vrees wordt waarheid, als hij opeens Selma naast Rolf ziet staan, en de beiden lijken samen veel plezier te hebben. Maar Raynor is niet dom, en probeert Rolf in te schatten, zoals Raynor met iedere tegenstander zou doen.

Rolf ziet er groter en sterker uit. En iets zegt hem, dat Rolf nu niet zo gemakkelijk te bespelen is, als vroeger. Inwendig vervloekt hij Rolf stevig. 'Waarom moet hij nu uitgerekend hier opduiken? Dat hij maar liever daar was gebleven, waar hij dan ook is geweest!'

Maar in plaats uit te vliegen tegen Rolf, loopt hij schijnbaar kalm op Rolf af.

Rolf heeft Raynor al lang zien aankomen en heeft ook al zijn reactie op hem gezien. Hij weet al hoe Raynor werkelijk over hem denkt, en dat stemt hem tevreden. Raynor heeft al in het aas gebeten, wat hij uitgelegd heeft.

'Hey, Rolf! Waar kom jij opeens vandaan?'

'Ha, Raynor! Heb je een goede jacht gehad?'

Raynor moet op zijn tanden bijten om Rolf niet meteen een klap te verkopen, maar nu zijn er een hoop ogen op hem gericht. Dat kan hij zich nu niet veroorloven.

'De jacht was slecht, heel erg slecht. Rendieren genoeg, maar ze waren voorzichtig. Het was bijna onmogelijk om er wat te vangen, ondanks dat we met genoeg jagers waren!'

'Pff, slechte jagers! Als ik wil, kan ik met gemak enkele honderden rendieren voor je opdrijven!'

Daarbij kijkt hij Raynor ijzig aan, en dat doet Raynor een rilling over zijn rug lopen. Dat gebeurt niet vaak, maar nu wel. Raynor ziet het meteen, Rolf is gevaarlijk, heel gevaarlijk. De nonchalante houding van hem is maar dunne vermomming voor de autoritaire uitstraling van Rolf. Raynor voelt het aan alles, tot in zijn kleine teen, dat dit een hele grote bedreiging is voor hem. Maar toch is Rolf moeilijk voor hem te schatten. Hij ziet er sterk en stevig uit, maar kan hij ook vechten, als het erop aan komt? Normaal kan hij een gezicht lezen op zijn reactie, maar Rolf lijkt te zelfverzekerd om ook maar een reactie te laten blijken.

'Nou, je durft nogal wat te zeggen, Rolf! Je bent amper terug en beweert dingen, die geen enkele man alleen klaar zou krijgen.'

'Wie zegt, dat ik dat alleen zou doen, Raynor? Ik heb een familie, die me helpt.'

'Dan bewijs maar eens je grote woorden, Rolf! En wat doe je hier bij mijn vriendin?'

'Ach, ben je nog niet getrouwd met haar? Ik dacht dat je het liefst meteen met haar was getrouwd. Ze zal dan wel niet interessant genoeg zijn voor je.'

ÚlfrWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu