Hoofdstuk 9

172 29 18
                                    

       

       

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.



Vale

IK WEET HEUS wel dat ik een lange snijwond op mijn gezicht heb.

  En ik weet ook echt wel dat ik er mee naar een Lichtroze kan gaan.

  Het punt is dat het me gewoon niet boeit. Over mijn wang lopen drie krassen parallel langs elkaar, gecreëerd door Aelia's nagels. Om eerlijk te zijn vind ik het wel iets hebben. Nu kunnen ze moeilijk zeggen dat ik schattig ben. Nu kunnen ze zien dat ik een vechter ben, en daar heb ik behoefte aan. Ik ben er klaar mee het zoete meisje te spelen. Dus dat doe ik niet meer.

  Over een uur vallen we het Westplein van Basilia binnen. Daar woont Johanna, en ik heb officieel toestemming gekregen om te doen wat ik met haar wil. In de woorden van mijn begeleider Tryphon: 'Je kan haar naar ons kamp meenemen, dan kan ze je bediende worden. Maar het is geen probleem als je haar gewoon afmaakt. Daar hebben we allemaal begrip voor.'

  Aangezien het met een pijl en boog niet echt lijkt te lukken, hebben ze me twee messen gegeven die ik heb verstopt. Eentje zit in mijn rechterlaars, de andere is op mijn rug vastgebonden, onder mijn jas.

  We waren het erover eens dat het het best was als ik, in tegenstelling tot de rest, me niet zou verhullen onder de zwarte doeken en mutsen van het Zwarte Verweer, maar me zo normaal nodig gedraag, zodat ik niet opval. Dat betekent mijn haar ingevlochten in een schuine vlecht en de blauwe onderkant verstopt in de capuchon van mijn hoodie. Het plan is dat ik bij Johanna's huis aanklop, doe alsof ik de laatste week niet op school was omdat ik ziek was en dan vervolgens, als ze me genoeg vertrouwt, te pakken. Ondertussen zal er de gewoonlijke chaos en verwarring worden gesticht op het Westplein. Er zullen doden vallen. Men moet ons namelijk we serieus nemen.

  Er heerst een opgewonden sfeer in team 5, en ik vraag me af of het elke dag zo is. 'Als je eindelijk beter kunt boogschieten, kunnen ze met elkaar schieten. Kunnen we elkaar rugdekking geven en zo,' zei Ignita.

  En nu zit ik op mijn kamer, aan het bijkomen van de zware lunch. Ik kijk in de spiegel en ga met mijn hand over het litteken, vraag me af hoe zoiets Johanna zal staan, en ik kan niet wachten. Ik kan niet wachten om wraak te nemen.

~O~

  De winter was zacht dit jaar en ik vond het jammer dat de sneeuw niet zo dik was als vorig jaar. Vanochtend had ik geprobeerd een sneeuwpop te maken, maar toen mama daarachter kwam werd ze boos en schreeuwde ze dat ik niet zo kinderachtig moest doen, maar ik wilde alleen maar de straat opvrolijken, ik wilde alleen maar de wereld een beetje mooier maken.

  Ik was op weg maar de markt om wat penen en kroppen sla te halen. De wintermarkt was altijd erg gezellig. Er stonden kaarsjes bij de kraampjes en er werden van die heerlijke kleurige snoepjes gekocht. Ik zou ook een zuurstok kopen, had ik besloten, want mama had me genoeg geld mee gegeven en van haar kreeg ik toch nooit iets, terwijl al mijn klasgenootjes wel kregen. Na al die vieze groenten had ik honger gekregen naar zoetigheid.

Spel der RozenWhere stories live. Discover now