Hoofdstuk 3

278 38 15
                                    

Lucia

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Lucia

Het grasveld is zelfs voor mij gehuld in kleuren. We hebben krachtentraining, het moment dat iedereen zijn krachten mag gebruiken en er mee mag trainen. Natuurlijk doen de Zwarten hier niet aan mee, maar er zijn ook maar weinig Zwarten op school.

Omdat ik een aparte kracht heb, heeft de leraar mij de taak gegeven om langs te lopen en iedereen zijn krachten te zuiveren. Het is maar heel zelden het geval dat de krachten niet zuiver zijn, maar ze hebben natuurlijk geen enkel idee wat ze me anders kunnen laten doen.

Ik loop langs een Rode jongen, die een vuurtje aan het maken is. Hij kijkt even op. Ik glimlach beschaamd.

Hij begint water aan te maken om zijn vuur mee te doven. Ik doe mijn ogen dicht en hul me in zijn krachten, probeer het te voelen, te grijpen.

Het gaat makkelijk. Zijn kracht is zuiver. Ik laat mijn grip weer los en hij gaat onbewogen door met zijn werk.

Vervolgens begeef ik me naar een Oranje meisje, die bezig is met een verbazingwekkende serie push-ups. Ze kreunt en haar Oranje gavelicht vlamt op, ten teken dat ze haar gave gebruikt als kracht. Ik knijp mijn ogen dicht en doe hetzelfde als wat ik bij de jongen deed. Zuiver.

Na mijn controle staat ze op en sprint ze weg. Binnen een paar seconden is ze aan de overkant van het veld.

Ik controleer nog meer krachten, maar ze zijn allemaal zuiver. Nu ben ik bij Mae. Ze spert haar ogen wijd open als ze me ziet. 'Hé, Lucia.'

Ik lach. 'Ik moet je—'

'Wacht even, hoor,' onderbreekt ze me, 'ik moet even naar het toilet. Tot zo!'

Ze is weg voor ik iets kan antwoorden.

Het moment dat ik bij Stan aankom breekt aan. Hij verandert zichzelf in een ander persoon, een onbekende, met zwart warrig haar en borstelige wenkbrauwen. Zodra hij mij echter ziet, verandert hij terug in zijn echte gedaante. 'Hé.' Hij knipoogt.

Mijn hart maakt een sprongetje. 'Hai.' Eventjes blijf ik naar hem kijken, me verwonderend over de diepheid van zijn ogen. Ze zijn licht als ijs en diep als de zee, en ook al kan ik de kleur niet zien, ik zou durven zweren dat ze blauw zijn. Het is die kleine schakeling tussen zwart en wit, die lichter is dan bruin en kouder dan groen.

Ik weet zeker dat ik van de kleur blauw zou houden.

Ik knipper met mijn ogen en hij grijnst.

Snel wend ik mijn blik af. 'Je, uh, ga maar verder, hoor. Ik moet je zuiverheid controleren.'

Hij verandert weer terug in de duistere jongen van net. Gefascineerd kijk ik toe hoe hij verandert. Niet alleen van gezicht, maar ook van lengte en postuur. Zijn handen worden ruwer en zijn schouders worden breder, zo gedetailleerd, alsof hij echt iemand in gedachten heeft.

Spel der RozenWhere stories live. Discover now