Hoofdstuk 2

281 41 15
                                    

Hé kijk, er zit een streep door de banner

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Hé kijk, er zit een streep door de banner. Ik ben zo'n goede designer.

Vale

  Ik ben Vale Blair en ik ben Blauw. Ik had het net zo goed op mijn hoofd kunnen schrijven, want ik krijg toch de aandacht wel. Mensen kijken me toch na. Niet bewonderend, maar met gefronste wenkbrauwen en opgetrokken neus.

  Dit is dus waarom ik een hekel aan school heb. Hoe iedereen naar me kijkt, hoe al die krengerige Roden pareren met hun veel te korte rokjes.

  'Hé, blauwlokje.' De snerpende stem van de Donkerrode Johanna klinkt over het schoolplein. Ze duwt zich van de muur af waar ze tegenaan leunde en komt naar mij toe lopen.

  'Weet je, blauw is zo'n lelijke kleur,' zegt ze als ik niet reageer. Ze knikt naar mijn roos. 'Maar goed, in dat opzicht past hij wel bij je.'

  'Goh, dank je, Johanna.' Ik leg expres mijn haar over één schouder, op zo'n manier waarop zij het ook altijd doet. Mijn haar was officieel blond, zo'n typische goudblonde kleur. Maar ik heb afstand genomen van mijn kinderimago. Ik heb mijn haar zwart geverfd en de onderkant blauw, in dezelfde kleur als mijn roos. Ik mag dan misschien mijn gave niet gebruiken omdat die als te gevaarlijk wordt beschouwd, dat betekent niet dat ik ga verhullen dat ik een oppermachtige kracht heb. Ik wijs naar haar benen, waar een klein plukje donker beenhaar op is te zien. 'Een plekje vergeten te scheren?'

  'Shit.' Ze knipt met haar vingers en het haar verdwijnt. 'Zo beter, Blauw?'

  'Nou ja, jij bent nog even krengerig als altijd.'

  'En jij bent nog altijd even verachtelijk. Je bent zelfs te sneu om zelfmedelijden te hebben.'

  Ik weet dat Johanna zit te wachten op een moment dat ik rood word en wegloop, maar dat is waarom ze me zo haat. Ik loop nooit weg. 'Ik vind het eigenlijk best wel grappig dat je zo veel beenhaar hebt. Gelukkig maar dat je Donkerrood bent, want als je dat haar niet zou kunnen verhullen, zou je waarschijnlijk net als ik gepest worden door de meiden die zich jouw vriendinnen noemen.'

  'Weet je,' zegt ze, 'ik ben hier niet gekomen om tijd aan gavelozen te besteden, dus, de groeten.'

  Gaveloos. Dat zegt degene die alleen maar de kracht heeft om zichzelf mooier te maken. Als ik zou willen, écht zou willen, zou ik haar kunnen martelen en af maken zonder dat ze zich ook maar kan verzetten.

  'Loop je nu weg?' roep ik haar na. 'Hoe kinderachtig.'

  'Ja, ik loop weg. En als je niet ophoudt, vraag ik een van deze Rozen om je in elkaar te slaan.'

  'Je slaafjes, bedoel je?' vraag ik quasi opgewekt, maar ik weet dat ik op mijn hoede moet zijn. Johanna en ik zijn niet voor niets vijanden. Er is een reden waarom ik haar echt niet mag.

  'Ik bedoel de mensen met een leven. Dag, Vale.' Ze smaalt. Ik weet waarom. Mijn ouders waren zo stom om me Vale te noemen, naar het Latijnse woord voor vaarwel. Het waren ironisch genoeg nog wel mijn biologische ouders. Ik ben overigens van mening dat zij de naam "ouders" niet mogen dragen.

Spel der RozenWhere stories live. Discover now