Hoofdstuk 12

8 2 0
                                    

De voertuigen waarin commandanten zich dienden te verplaatsen, zagen er een stuk gelikter uit dan het rammelende bakbeest waarin Din was aangekomen. De trooper stapte achter het stuur, de commandant nam ernaast plaats. Din en Mayfeld werden in de lage achterbak geladen. De ondercommandant had moeite zichzelf in het voertuig te passen. Maar uiteindelijk zat hij, ineengevouwen, terwijl ergens uit de hoop spieren een blaster prijkte die zich aan Dins hoofd leek te hebben vastgelijmd.

'En nu, Mandalorian?' vroeg de commandant toen de verstevigde zandpaden van de raffinaderij plaats maakten voor de verraderlijke transportwegen die als draden van een spinnenweb door het woud liepen.

Din keek naar buiten. 'Verder,' besloot hij, 'we zijn er nog niet.'

De motor van het voertuig brulde tegen het rulle zand dat weg glibberde onder de banden. Ze bewogen meer zijwaarts dan vooruit.

'Hier eraf.'

'Er is hier geen afslag.'

'Hier moeten we eraf,' herhaalde Din.

Mayfeld stemde verbaasd in, maar sputterde gelukkig niet tegen. 'Hij heeft gelijk,' mompelde hij.

De commandant hield niet van lopen, en ook niet van rijden, dus was het aan Merit om Mayfeld en Din zowel door het dichte struikgewas te jagen, als de weg vrij te maken zodat het voertuig ze kon volgen.

'Sneller,' bromde Merit toen de begroeiing op de grond overging in kniehoge struiken. Het voertuig brulde toen de trooper meer gas gaf. Din haalde zijn neus op en slikte half gestold bloed weg. Hij draafde tussen de bomen door, aangemoedigd door Merits gebrul dat steeds verder op hem inliep. Mayfeld probeerde hem hijgend bij te houden

'Sneller!' klonk Merits onvermoeibare stem.

Din dwong zijn lichaam vooruit tot zijn benen brandden en zijn borstkas onsamenhangend tegen de platen van zijn trooperharnas bewoog. Iedere ademteug brandde in zijn keel. Het voelde alsof hij zijn neus had volgestopt met watten nu het bloed volledig was gestold. Hij haalde zijn tong herhaaldelijk langs zijn droge lippen, maar het leek erop dat het meeste van zijn lichaamsvocht er via zijn zweetklieren vandoor was gegaan.

'Hoe ver nog?' riep Merit, zijn stem nu akelig dichtbij.

Din had geen adem over om antwoord te geven. Hij had nog amper adem over om zijn lichaam mee in beweging te houden. Hij schudde zijn hoofd. Plakkerige haren gleden over zijn huid.

'Halt!'

Din was zo opgelucht dat hij vrijwel meteen over zijn eigen voeten struikelde en languit in het struikgewas verdween. Merit had niet meer dan een seconde nodig om hem hardhandig weer het zicht in te trekken. 'Hoofd en armen waar ik ze kan zien, Mandalorian,' klonk de waarschuwing.

Din duwde zijn trillende armen de lucht in.

'Hoe ver nog?' herhaalde Merit.

Din wees dieper het woud in. 'Een kleine tien minuten die kant op,' deelde hij mee. Mayfeld knikte. 'Dat-Dat klopt.'

'Lopen,' Merit gaf hem een duw. Din haastte zich omhoog te komen. Met trage passen stapte hij door het kniehoge struikgewas. Toen het struikgewas weer hoger en dichter werd, begon hij met langzame gebaren bladeren opzij te duwen.

Het duurde niet lang of hij bereikte de kleine open plek in het woud waar Luke en hij dagen geleden waren geland. Hun voetsporen stonden nog in het zand.

'We zijn er, baas.' Merit haastte zich de deur van het voertuig open te maken. De commandant stapte traag uit. Hij zette zijn handen in de zij en knikte zelfingenomen. 'Open de klep,' droeg hij op.

Din liep naar het schip toe. Hij tikte op de wand. Een stuk metaal schoof opzij en openbaarde een controlepaneel. De toetsen klikten terwijl hij ze indrukte. VI – I – XII, de code waarmee hij Boba Fett kon waarschuwen. Hij drukte op enter en voor een moment gebeurde er niks. Toen probeerde hij het langzaam opnieuw. VI – I – XII. Boba zou weten dat het menens was.

'Waarom gebeurt er niks, Mandalorian?' vroeg de commandant.

Hij drukte meer toetsen in. 'Iemand moet ons voor zijn geweest. De code is veranderd.'

'Laat mij eens zien,' de commandant schoof hem ruw opzij. Din maakte dankbaar van de verwarring gebruik. 'Rennen!' riep hij, en dook onder het schip.

Zand kroop in zijn kleding terwijl hij onder het schip door tijgerde. Zijn voeten gleden weg in de losse aarde toen hij aan de andere kant omhoog kwam en met vooruitgestoken armen de dichte begroeiing in dook. Hij hoorde de commandant woedende bevelen blaffen naar zijn ondercommandant en de trooper. Mayfelds verontwaardigede kreet klopte in zijn oren. De takken trokken aan zijn kleding. Bladeren streelden zijn gezicht en overweldigden hem bijna, de aanraking ervan zo onbekend.

Merit kwam met veel kabaal achter hem aangerend, maar werd flink afgeremd door het dichte struikgewas. De stem van de commandant zong tussen de bomen door terwijl de eerste blasterschoten bladeren doorboorden en zich diep in de stammen van de bomen boorden.

Din had geen idee welke kant Mayfeld op was gevlucht –of hij überhaupt had weten weg te komen. Er was geen tijd om zich te druk te maken over het lot van de ex-Imperiaal, niet zolang Merits woeste gehijg niet al te ver achter hem klonk.

Din maaide takken neer met zijn geboeide handen, dook hijgend onder omgevallen boomstammen door. Hij rende tussen de bomen door, met zijn armen maaiend door het dichte struikgewas, tot hij een boomstronk ontdekte met een goed verborgen kuil eronder. Hij wierp zich in de holte, duwde zijn bevende lichaam haastig tegen de achterste wand. Hij drukte zijn hand tegen zijn mond om zijn hijgen te verstommen en dwong zichzelf doodstil te blijven liggen.

Zijn lichaam was uitgeput. Zijn rechterschouder stootten zachtjes tegen de boomstronk boven hem, het geluid ervan amper hoorbaar. Hij hield zijn adem in toen hij Merit boven zich hoorde rondstampen.

Schuilen onder een boomstronk was een Mandalorian onwaardig, maar Din was al tijden geen Mandalorian meer. Soms durfde hij zichzelf nog Mandalorian te noemen, de Armorers woorden in de wind te slaan, maar veelal wogen haar woorden zwaar op zijn geweten en voelde zijn vasthouden aan de helm en het harnas als verraad, als iets waar hij al tijden geen recht meer op had.

En soms noemde hij zichzelf geen Mandalorian, en was het geoorloofd stokstijf stil onder een boomstronk te blijven liggen terwijl de vijand boven hem het woud afbrak.

Merit stampte over de boomstronk heen. Het gedreun vibreerde tegen Dins schouder. Hij beet in de huid van zijn vinger en kneep zijn ogen stijf dicht. Hij was niet Din Djarin, de onverschrokken Mandalorian, de krijger die de zorg voor zijn Covert op trotste schouders droeg – nee, hij was Din, een verschoppeling, een verrader, een verlegen jongen die bang was van droids. Hij was geen held – hij was geen leider.

De bladeren ritselden toen ze achter Merit weer in elkaar schoven. Het voelde alsof er jaren verstreken voor het gestamp van Merit volledig wegviel tegen het ruisen van het woud.

Voor de zekerheid bleef hij liggen, zelfs al wist hij dondersgoed dat hij zich beter zo snel mogelijk uit de voeten kon maken. Het voelde als teveel. Het idee zich weer het woud in te werpen, voelde als een enorm obstakel.

Hij had de energie niet voor nog een obstakel.

De Verlosser | Din Djarin Fanfic [ONC24]Where stories live. Discover now