Hoofdstuk 6

9 3 5
                                    

Kelo uit het dorp had bijna het loodje gelegd van opwinding toen Luke hem had gevraagd tijdelijk op de kinderen te passen. Din had bijna achter Lukes rug om geprobeerd Grogu mee te nemen zodat in ieder geval zijn zoon niet zou zijn overgeleverd aan Kelo. Maar de hulp die Leia nodig had, kwam met ellende van het soort waar Grogu eigenlijk al te veel van had gezien. Het betrof bittere noodzaak Grogu en al Lukes andere leerlingen achter te laten onder het toezicht van Kelo.

'Het is echt beter zo,' verzekerde Luke hem toen Yavin IV al te ver achter ze lag om nog van gedachten te veranderen. Din staarde in de leegte die het ruimteschip omringde. Het was helemaal niet beter zo – het was het enige juiste wat hij had kunnen doen, maar dat maakte het nog niet beter.

Hij zakte neer in de stoel naast Luke. Luke keek geconcentreerd naar buiten, handen rond de stuurknuppel van Dins kostbare ruimteschip.

Luke haalde twee schakelaars over. Hij legde zijn hand op de hendel die zich halverwege het controlepaneel bevond, duwde die om. De sterren vervaagden tot strepen en het zwart van de ruimte verdween tussen witblauwe lijnen. Hyperspace. Hier voelde de zin van het leven nog verder weg dan anders.

Luke haalde een laatste schakelaar om en liet de stuurknuppel los. Hij trapte met zijn voet tegen een hendel en zijn stoel schoof naar achteren. Hij sloeg met zijn handen op zijn bovenbenen. In zijn ogen dartelden een duizend vragen rond, maar hij leek te hebben besloten dat ze geen van alle het stellen waard waren.

Din controleerde de lampjes die brandden op het controlepaneel. Hij haalde een schakelaartje over dat niks deed omdat hij de tijd nog niet had gevonden de bedrading te repareren. Hij drukte zijn linkerhand plat op zijn bovenbeen, vingers gespreid. Langzaam wreef hij het beskar warm terwijl hij de gegevens van het schip aflas. In zijn borstkas wervelde een ongeduld rond dat hij niet kon plaatsen.

'Waar is je zuster?' verbrak hij de gespannen stilte, hoofd afgewend van de jetti.

'Morak, denk ik.' Luke projecteerde een kaart van de Outer Rim in de cockpit. Hij wees de kleine jungleplaneet aan.

'Ik weet waar het is,' beet hij Luke toe.

'Ze wordt gevangengehouden in een Imperiaal mijncomplex,' vervolgde Luke, iets van verbazing hoorbaar in zijn stem.

Din kantelde zijn hoofd. Hij kon het niet helpen. 'Mijncomplex?' herhaalde hij, 'Op de evenaar?'

Luke knikte, langzaam. 'Ben je er eerder geweest?'

Din haalde opnieuw het schakelaartje om dat niks deed. Hij voelde er niks voor te zeggen dat hij er eerder was geweest, of waarom hij in een Imperiaal mijncomplex was geweest, of met wie en wanneer. Hij haalde zijn schouders op. Zijn hand was naar het einde van de beskar plaat gegleden. Zijn vingers krulden zich krachtig om de rand van het materiaal heen en wurmden zich tussen zijn harnas en zijn lichaam.

'Din,' mompelde Luke, 'als je al iets weet over de plek, laat het me dan alsjeblieft weten.

Met een ruk stond hij op. Hij keek neer op de jetti, op zijn open blauwe ogen en zijn steile blonde haar. Hij wierp een blik door de ramen naar buiten en zag de oneindige strepen wit van Hyperspace. Hij haalde voor een laatste keer het nutteloze schakelaartje om.

Hij wilde Luke niets vertellen over het Imperiale mijncomplex. Hij wilde er niet over vertellen omdat hij had geprobeerd de herinneringen aan die plek diep weg te stoppen. Morak was de planeet waar de eerste barsten in zijn wereld waren ontstaan. Het was waar hij onbedoeld de eerste frustratie op zijn schouders had getild, frustratie die hij onbedoeld had meegezeuld, de ruimte in. Hij wilde niet denken aan Morak, en hij wilde het er al helemaal niet over hebben.

Hij zette een eerste voet op de bovenste trede van de ladder die naar het ruim leidde. Met een dof geluid kwam hij neer op de metalen vloer. Boven hem bleef het stil. Er klonken geen voetstappen die haastig zijn voorbeeld volgden. Hij liet de ladder los, keek het donkere ruim rond. Hij had een Spartaanse slaapplek ingericht in een hoek van de ruimte, was er nog niet aan toegekomen een slaapcabine te instaleren – zoals hij aan zoveel dingen nog niet was toegekomen.

Hij maakte zich klein op het dunne matrasje, benen tegen zijn borst getrokken. Frustratie maalde zijn kiezen knarsend over elkaar. Zijn mantel was genoeg om hem af te dekken, hem te omgeven met een cocon van vertrouwdheid. Zijn eigen geur hing zwaar om hem heen. Het schip fluisterde tegen hem.

Met een schuin oog hield hij de ladder in de gaten, bang dat Luke naar beneden zou komen en hem zo zou aantreffen. Ergens, in een uithoek van zijn ziel, leefde echter ook de hoop dat Luke naar beneden zou komen, dat de jetti hem zou zien liggen en zachtjes zou vragen of alles in orde was.

En dat Din dan dapper genoeg zou zijn om de waarheid te zeggen.

De Verlosser | Din Djarin Fanfic [ONC24]Where stories live. Discover now