Hamburger

121 9 3
                                    

Ik voel de prachtige, witte bloemenjurk in mijn tasje branden. Ik wil hem zo graag al aan. Het is zo lief van wat Ross zei, en dat hij dit voor mij heeft gedaan. Ik kijk even naar hem, veel te lang, en ik zie dat hij naar mij kijkt waardoor ik snel weg kijk. Ik voel zijn warme hand tegen mijn hand tikken en hij pakt met zijn pink mijn pink. Blozend kijk ik naar onze handen. Ergens komt een flits vandaan, maar ik weet niet waar. We komen langs de Burger King waar Ross voor stopt.
"Ik heb best trek. Zullen we een hamburger halen?" vraagt hij.
"Eh..." aarzel ik. In gedachten heb ik het allang besloten. Nee nee nee! Ik ben net een maat afgevallen. Dit laat ik niet door een hamburger verpesten.
"Kom op. Ik weet wat je nu denkt. Babe, je word echt niet van 1 hamburger drie kilo zwaarder. En sowieso, als je drie kilo zou aankomen, zou niemand iets zien. En October.. Kijk naar jezelf. Je bent zo dun geworden! Ik kan helemaal je botten zien! We gaan een hamburger halen." Ross trekt me mee aan mijn arm en met veel tegenzin strompel ik achter hem aan naar binnen. Er staat een lange rij waar wij achter gaan staan. Een meisje komt op ons toe huppelen.
"Ben jij Austin Moon?" vraagt het meisje (voor dummies: Ross speelt Austin in de Disney serie Austin&Ally)
"Ja, dat ben ik." zegt Ross. Ik lach om zijn reactie. Veel mensen noemen hem Austin omdat ze niet hun echte naam kennen. Ik zou boos worden. Maar hij geeft gewoon toe.
"Cool!" zegt het meisje en steekt haar handen in de lucht en zegt;"op." Ross grijpt haar kleine lichaampje. Het meisje gilt en lacht dan.
"Mama! Maaaama!" een moeder met een zoontje op haar arm komt aanlopen en schrikt als ze haar dochtertje in iemands anders armen ziet. "Maak eens een foto!" de vrouw doet wat haar gezegd wordt. Het meisje kijkt ineens mij aan en haar vingertje priemt in de lucht naar mij.
"Jij bent niet Ally." zegt ze.
"Nee dat ben ik niet. Ik ben October. Beter bekend als Occie." keurig netjes steek ik mijn hand uit en ze schud hem. Ross en ik schieten in de lach. We kletsen nog een beetje met de moeder en het meisje en dan mogen wij iets bestellen. Ik kijk over het bord met hamburgers. Ik smacht naar een hamburger als de lekkere geur van verse hamburgers uit de keuken het restaurant vult.
"Al een keuze gemaakt?" vraagt een verveeld meisje, ongeveer mijn leeftijd met blond haar met plukken met alle kleuren van de regenboog. Een stoer ringetje steekt door haar neus.
"Ja. 2 hamburgers spéciaal graag." zegt Ross dan. Ik kijk hem met een bijna beledigde blik aan. Met een duivels klein lachje kijkt hij op mij neer.
We lopen naar buiten met ieder 1 hamburger. Ross heeft wéér betaald. Ik voel een beetje ongemakkelijk. We gaan aan een klein tafeltje zitten. Ross pakt voor dat ik hem kan pakken de stoel aan en schuift hem naar achter zo dat ik er op kan zitten. Met een bloos strijk ik mijn jurkje glad en ga zitten. Ik fluister heel zacht nog "dankjewel." Voorzichtig peuter ik het knisperende stukje papier van de hamburger af. Mijn trek verdwijnt als de hamburger verschijnt waarvan de kaas er vies slijmerig uit ziet. Ross neemt een grote hap van zijn hamburger. Met een zucht klapt hij tegen de leuning van zijn stoel.
"Heer-lijk." zegt hij terwijl hij met zijn handen naar de hemel wijst. Ik pak de hele hamburger uit en breng het naar mijn mond. Ik doe mijn mond met moeite open en neem een inimini hapje van het brood van de hamburger. Het kleffe brood-stukje verdwijnt in mijn mond. Ik voel het langs mijn keel in mijn maag vallen. En daar gaat weer nieuw vet..
Ross en ik kletsen over de band, over muziek die wij leuk vinden en andere bands.
"Je vertelde ooit dat je van poëzie houd toch? Schrijf jij ook, of lees je?" vraag ik. Ross gezicht word knalrood. Het is niets om voor te schamen..
"Ik heb gister nog een gedicht gemaakt.. Ik neem altijd een boekje met me mee met mijn gedichten."
"Gaaf. Zou je het goed vinden als ik er 1 zou lezen?" vraag ik onzeker.
"Euhm.. Nou eigenlijk.. Oké ja hoor." hij pakt zijn tas en rommeld er wat in. Hij toverd een klein blauw notitieboekje uit zijn tas. Hij bladert door de de bladzijdes en stopt bij een pagina. Hij geeft het boekje aan mij. Ik begin te lezen.
'Wie was ik
om te denken
haar te kunnen redden?
Wie was ik
om te geloven
dat dit goed zou komen?
Wie was ik
om deze wereld
te verkleinen met mijn hoop?
Om uit eindelijk
geen hoop meer over te houden?
Wie was zij
die in mijn leven
een gat sneed vol blijdschap
en toch met zoveel verdriet?
Wie waren wij
om te dromen
over zulke grootse dingen?
Terwijl wij niet een
onzelf kunnen redden.
Wie waren wij?' ik lees de laatste zin nog een paar keer over en over.
"Wauw Ross. Het is echt heel goed. Je zou zo een dichter kunnen worden." zeg ik en hij bloost. Ik schuif het boekje weer naar hem toe. Ik denk niet dat hij het fijn zou vinden als ik het doorblader. Het is toch wel een soort dagboek. Ik peuter een stukje sla van mijn hamburger en steek het in mijn mond.
"October?"
"Ja?"
"Dat ga je toch wel opeten hè?" ik staar in zijn ogen. Ik blijf stil. Ik weet niet wat ik moet antwoorden. "Stay strong, oké? Je kan dit." zegt hij. Een onzekere hand zoekt naar mijn hand onder de tafel. Als hij hem vind wrijft hij er zacht over. Mijn beeld word steeds vager door de nieuwe tranen die in mijn ogen verschijnen.Ik kijk naar de hamburger. Ik pak hem op en neem een grote hap. Voor Ross dan. Hij maakt mij blij, dan moet ik hem ook een plezier doen. Bovendien kan ik het altijd nog uitspugen. Ross kijkt blij toe hoe ik op mijn hap kauw. Ik slik door en scheur nog een stuk van mijn hamburger af. Ross begint ook weer te eten en snel gooi ik het stukje onder de tafel. Ik pak nog een stuk en gooi het op de grond. Ik scheur er nog wat vanaf maar Ross kijkt op. Ik lach alsof er niets aan de hand is en breng de hamburger weer naar mijn mond. Ik prop het stukje in mijn hand in mijn mouw. Zo ga ik steeds door. Ross is klaar. Mijn hamburger is drie kwart op. Goed genoeg. We staan op en ik gooi het overgebleven broodje en het spul in mijn mouw in de prullebak. Ross pakt mijn hand waardoor er een kleine tinteling ontstaat. We komen langs een wc.
"Ik moet even naar de wc oké?"
"Is goed. Beloof dat je niets uitspuugd hè?" antwoord hij. Maar ik ben al weg. Ik duik een hokje in. Ik heb nog nooit in openbaar overgegeven. Ik steek mijn vingers in mijn keel en daar gaan we weer. Ik probeer het geluidloos te doen, maar vooral het huilen is moeilijk geluidloos te doen.
Ik loop met nog wat rode ogen naar buiten. Ik kijk om me heen. Waar is Ross? Aha. Ik zie hem staan bij een groepje meiden die selfies maken en handtekeningen vragen. Hij draait zich om en ziet mij staan. Op de 1 of andere manier knapt er iets in mij. Iets word doorgeknipt en stukgemaakt in mij en ik barst in huilen los. Ik zie Ross naar mij toe rennen en ik ren naar hem toe. We botsen in een lange knuffel. Het maakt hem niet uit dat zijn hele shirt nat word door mijn tranen. Zachtjes aait hij over mijn lange haren. Hij maakt sus-geluidjes en wiegt me heen en weer.
"Het komt goed, baby. Het komt goed." de woorden dreunen door mijn hoofd. Ik kom los van zijn schouder en ik houd een hand voor mijn gezicht.
"Ik ben echt té lelijk nu." Ross haalt mijn hand weg.
"Ik vind van niet. Ik vind je hartstikke mooi." ik moet alleen maar nog meer huilen. Maar ik kan geen geluid meer maken. De lippen van Ross rusten op de mijne. Een tinteling die nu voelt als al het vuurwerk bij elkaar gaat door mijn lichaam heen. Ik ben versteend. Ik heb geen idee hoe lang we hier staan. Ross is geweldig. Ik houd echt van hem. Een lichte flits licht de lucht op.

Judged |ON HOLD :(|Where stories live. Discover now