Het is raar hoe dag en nacht zover uit elkaar liggen maar toch zo dicht bij elkaar. Hoe de zon en de maan zo ver zijn en toch zo dichtbij. Hoe je het bijna kan aanraken, alleen nog iets verder je arm uitstrekken. Het is raar hoe je leven in 1 klap veranderd. Hoe snel tijd eigenlijk gaat. Hoe je het bijna kan vormen in de palm van je hand tot je een verkeerde beweging maakt en het op de grond klettert. Hoe je het heel geleidelijk moet vormen. 1 verkeerde beweging en alles is weg. Het is raar dat 1 persoon je leven kan verbeteren en verwoesten. Hoe diegene langzaam aan je leven word terwijl je niks door hebt. Hoe als je het kwijtraakt je in een soort zwarte kuil valt en alleen diegene je eruit kan trekken. Hoe je wilt schreeuwen voor hulp als er niks uit je keel komt. Ik geloofde niet in liefde. Niet tot hij kwam. Of beter gezegd, terugkwam.