Hoofdstuk 31

23 2 0
                                    

Ik ben weer in de boomhut en wacht op bericht van wie dan ook. Ik heb Colin nog niet gezien en ik maak me zorgen. Ik hoop dat het goed gaat bij de mensen.

Ik begin honger te krijgen en sta op. Ik pak een pakje koekjes uit de kast en ga weer zitten. Ik steek een koekje in mijn mond en begin met kauwen, maar het smaakt naar niets. "Meen je dit?!" Roep ik uit. "Kan ik nu geen koekjes meer eten?"

Ik ruik een zoete, metaalachtige geur. Bloed! Ik sta op en loop naar de deur. Ik klim het trappetje af en loop rondjes om de boom. Waar komt het vandaan?

"Rose!" Hoor ik opeens Colin roepen. Ik draai me om en zie hem aankomen lopen. "Hey! Ik heb honger en ruik bloed." Zeg ik gehaast en zoek weer verder.

"What?" Vraagt Colin. Shit ik praatte Nederlands. "I need blood." Zeg ik snel en ren weg. De geur komt van een paar meter verderop.

Ik ren en ren maar kan het niet vinden tot ik slippent tot stilstand kom. Er ligt een lijk. Mijn broers lijk.

Ik gil het uit. Wat doet mijn broers lijk hier?

"Rose!" Roept Colin en rent naar me toe. Ik ben op mijn knieën gaan zitten en Colin komt naast me zitten. Hij trekt me in een knuffel en wrijft over mijn rug. "Sst. It's going to be oké."

"How? It's my brother Will's corps. I don't even know why it's here. I buried it four years ago. How is it possible that its here. It should have been dissolved." Huil ik.

"I don't know. Maybe the demons tried to scare you. We can bury it again, if you want?" Oppert Colin. Ik knik en begraaf mijn gezicht in zijn shirt.

Na een kleine vijf minuten ben ik uitgehuilt en sta op. "Thank you." Zegt ik tegen Colin en hij haalt licht zijn schouders op. "Let's bury him." Zegt hij en tilt Will op. Samen lopen we naar een open plek met veel bloemen.

Ik graaf een gat en Colin legt Will er voorzichtig in. Ik gooi het gat weer dicht en leg er wat bloemen op.

Colin gaat naast me staan en legt een arm om mij heen. Ik kijk strak naar het graf en zucht. Er rolt een traan over mijn wang. Zijn ze nog niet op?

"I'm here for you." Zegt Colin en trekt me tegen zich aan. "I love you." Zeg ik en geef Colin een knuffel. Hij knuffelt me stevig terug en zo blijven we een tijdje staan.

"Let's go back. I have something to tell you." Zegt Colin en we lopen terug.

Bij de boomhut aangekomen zie ik Uriël zitten, maar hij staat op zodra hij ons ziet. "Great. We have a problem." Zegt hij en laat ons er langs. Verbaast ga ik zitten en Colin ploft naast me.

"Samaël has returned." Uriël valt met de deur in huis. Ik schrik. "The devil?" Vraag ik en Uriël knikt. "No!" Zegt Colin en staat op. "Why now? We have trouble enough."

"He is with the demons." Zegt Uriël ijsbeert door de kamer. "My grandpa is trying to convince the vampires." Zeg ik om de sfeer iets beter te maken.

"The humans are in." Zegt Colin. "So are the angels. They are trying to come up with a plan." Zegt Uriël en even zijn we Samaël vergeten.

Dan hoor ik een vogelroep. Nee, niet een vogel een spotgaai. Dat is het teken! De vampieren doen mee.

"The vampires are in." Zeg ik. "How do you know?" Vraagt Colin. "I heard my grandpa's signal, the mockingjay." Zeg ik. "I heard nothing.." Zegt Uriël verbaasd.  "I have my vampire hearings." Leg ik uit en beide mannen snappen het nu weer.

"They are at the point were the parts connect." Zeg ik en nu klinkt de spotgaai nog duidelijker. "He's here." Zeg ik en loop naar de deur.

"Opa! We komen!" Roep ik naar beneden en we klimmen omlaag. "Dit zijn Uriël en Colin. Uriël is een aartsengel en Colin een gevallen engel." Praat ik mijn opa even snel bij. Hij geeft iedereen een hand en gaat ons voor.

"De vampieren staan klaar voor actie en ik zag de demonen en weerwolven ook al komen." Zegt mijn opa.

Dat spoort me aan. We sprinten naar de beruchte plaats en maken ons klaar voor actie.

The Vampire MythKde žijí příběhy. Začni objevovat