Hoofdstuk 10

56 3 0
                                    

"We zijn er! Wie is dat?" Noah blijft stilstaan en ik bots tegen haar op. Ik kijk langs haar en zie Blake staan met wat spullen van mij. "Dat is Blake, mijn kampeergenootje." Antwoord ik en Blake kijkt me raar aan. Ik geef hem de niet-vragen-blik en hij knikt lichtjes. "Ah oké. Ik ga weer terug toedels." En toen ging ze er vandoor.

"Wie was dat?" Vraagt Blake. "Noah. Ik liep tegen haar aan toen ik het pad af liep en zij bracht me terug hier." Antwoord ik. "Ah, en dat 'kampeergenootje'? Wat had dat te betekenen?" Vraagt hij. "Oh ze vertelde dat ik in het Hunterbos was dus ik kwam met het verhaal dat ik kampeerde in het gemengde bos en verdwaald was. Ze bracht me terug en zag jou dus ik moest even wat zeggen." Antwoord ik alsof het heel logisch is.

"Nou 'kampeergenootje' hier zijn je spullen. Waar ga je nu heen?" Blake kijkt me aan. "Ik denk terug naar het Vampier bos. Daar zou ik nog een hutje hebben van vroeger. Ik kan daar verblijven. Maar bedankt voor het brengen van mijn spullen." Zeg ik en geef hem een knuffel. Nu ik hem vast heb bedenk ik me pas wat ik doe en laat snel los. Ik kijk naar de grond en Blake pakt mijn kin vast. "Hey, schaam je niet." En met dat drukt hij zijn lippen op de mijne.

Het voelt goed, maar ik weet dat het niet kan. Zijn groep wilt me dood hebben. Ik moet gaan. Ik trek terug, neem mijn spullen over en ren weg. En laat Blake daar achter met een vragende/gekwetste blik op zijn gezicht.

Het is nu al een paar dagen later na het incident. En ik heb nog niks gehoord van Blake of Elliot. Ik zit hier hoog en droog in het oude boomhutje dat ik samen met mijn broer en vader heb gemaakt. Nou gemaakt... hun hebben hem gemaakt ik heb hem versierd. Er is veel rood en overal liggen nog oude tekeningen en knuffelbeesten. Ik was.. zeven? Toen ik hier voor het laatst was. Daarna moesten weg uit deze omgeving. Een oude foto van me familie staat op een gammele tafel. Mijn ouders die naast elkaar staan flink lachen terwel Will (mijn broer) chagrijnig kijkt. Ik daar in tegen sta daar met een big smile.

De dag van de foto kan ik me nog goed herinneren. We gingen wandelen in dit bos en ik sprong op mijn broer zijn rug. Hij viel en belande in de modder. Ik schaterde het uit en hij was voor de rest van de dag chagerijnig omdat ik 'zijn haar had verpest'. Wat dus niet zo was. Ik bedoel kijk naar hem. Hij is knap. En kijk dan naar mij. Ik ben het lelijke eendje.

I'm a creature who's up to no good
I'll love you like, love you like a vampire would
I've been fang-using
Heart-bruising
It feels so good
To love you like, love you like a vampire would
I've been pray before, now I'm predator and I'm cold inside
Like a vampire

De ringtone van de telefoon verpest mijn gedachtes.

Onbekend

"Je spreekt met Rose?"
"Hey Rose, met Elliot hiero. Ik vroeg me af hoe het met je gaat?"

Hoe komt hij nou weer aan me nummer?! Het is ook echt een stalker!

"Als eerste hoe kom je aan mijn nummer?"
"Nora."
"Als tweede, het gaat prima."
"Ben je nog steeds in het bos?"
"Ja."
"Heb je genoeg te eten? Zit je droog? Heb je iets nodig?"
"Wow, Elliot. Ja ik heb genoeg eten,  er zijn hier genoeg eekhoorns waar ik me mee kan voeden. Ja, ik zit droog. Nee ik heb niets nodig."
"Ben je alleen?"
"Nee ik ben met Blake."
"WAT!"
"Rustig het was een grapje. Ja ik ben alleen."
"Ik kom nu naar je toe."
"Do-"

Piep piep piep.

Die sukkel heeft opgehangen. Hij kon niet eens tegen een grapje. Maar hij kan mij toch niet vinden. Deze boomhut zit goed verstopt. Zelfs ik had moeite om hem te vinden.

Ik loop een beetje rond door de boomhut en ga bij het raampje zitten. Er komt een eekhoorn aangeklommen en ik grijp hem snel. Ik zuig al het bloed eruit en neem plaats op het matras.

"ROSE!"

The Vampire MythWhere stories live. Discover now