Deel 4

629 23 0
                                    

‘Toch vreemd, dat verhaal van die jongen,’ zei Wolfs, terwijl hij nog een glas whisky inschonk voor zichzelf, en voor mij een flesje water uit de koelkast pakte. Ik knikte. ‘Maar het is zo’n raar verhaal, dat ik niet denk dat hij het verzonnen heeft, of hij moet enorm creatief zijn…’ zei ik. Wolfs kon niet anders dan dat beamen. ‘Maar,’ zei ik, ‘we zijn nu vrij, dus we moeten het niet meer over die vervelende zaak hebben.’ Daar was Wolfs het mee eens, en hij begon over wat anders. ‘Hey Eef, even over vanmiddag he…’ Ik schrok, en deed net of ik hem niet hoorde. ‘Ik ga even douchen,’ zei ik, terwijl ik opstond en weg wilde lopen. Snel pakte hij mijn arm, en stond ook op. Ineens stonden we heel dicht bij elkaar. Ik keek hem aan, verdronk in zijn ogen. Nee, niet kijken, dan kun je je weer niet inhouden, Eef. Ik keek naar de grond. Nog steeds voelde ik zijn hand om de mijne. Zijn vrije hand voelde ik ineens onder mijn kin. Hij draaide mijn gezicht naar het zijne en keek me aan. Zijn hand gleed langs mijn arm, naar mijn andere hand. Deze pakte hij, en ondertussen keek hij nog steeds diep in mijn ogen. Hij legde zijn handen op mijn onderrug en trok me nog dichter tegen hem aan. Ik legde mijn handen om zijn nek en zag zijn gezicht dichterbij komen. Ik sloot mijn ogen en voor de tweede keer die dag, voelde ik onze tongen dansen. Dit keer was hij begonnen, schoot er door mijn hoofd. Misschien wilde hij het dan toch… langzaam trok hij zijn hoofd terug, en ik deed hetzelfde. We keken elkaar aan. ‘Sorry…,’ zei ik. Hij schudde zijn hoofd. ‘Waarvoor?,’ vroeg hij. ‘Ik… omdat ik je zoende’ hij keek verbaasd. ‘Gekkie, daar moet je geen sorry voor zeggen, dat wilde ik toch zelf.’ Ineens schrok hij. ‘Wilde jij het wel?’ Ik bloosde en knikte. ‘Waarom ging je vanmiddag dan weg?’ vroeg ik verbaasd. Hij zuchtte. ‘ik wil niet dat één van ons overgeplaatst wordt als we een relatie krijgen.’ Shit, daar had ik nog niet over nagedacht. ‘Maar dat doet er nu niet toe,’ zei hij, en hij zoende me weer. Zijn handen gleden over mijn rug en onder mijn shirt. Langzaam trok hij mijn shirt uit. Ik stopte met zoenen. ‘Ga ik te snel?’ vroeg hij geschrokken. Ik schudde mijn hoofd. Wat was hij toch lief en bezorgd. Als teken dat ik verder wilde trok ik zijn shirt over zijn hoofd. Hij lachte en zoende me weer. ‘Wat ben je toch mooi, Eef’ mompelde hij. Ik giechelde. ‘Jij mag er ook wezen hoor’. Hij tilde me op, ik gilde. Hij droeg me naar de bank en trok mijn broek uit. Ik trok zijn broek uit en gooide deze door de kamer. Terwijl we steeds verder gingen bleef hij lieve woordjes fluisteren. Toen we uitgeteld naast elkaar op de bank ploften liet ik mijn hoofd op zijn schoot zakken. ‘Wolfs,’ fluisterde ik. ‘Ja Eef?’ antwoordde hij. Ik glimlachte en zei; ‘Ik hou van je, denk ik.’ Hij lachte ook en zei; ‘Ik ook van jou Eef, dat weet ik wel zeker’. En op dat moment voelde ik me de gelukkigste vrouw op aarde.

Hij houdt wel van me, hij houdt niet van me... (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now