Deel 3

632 15 0
                                    

Toen we daar aankwamen hielp ik Wolfs de auto uit en hij sloeg zijn arm over mijn schouder zodat ik hem kon ondersteunen. Zo liepen we het bureau in. Marion kwam naar ons toe. ‘Wat is er nu weer gebeurd?’ vroeg ze geschrokken. Ik lachte en zei dat Wolfs een ongelukje had gehad. We liepen naar de kleedkamer en ik haalde de verbanddoos. ‘Zo meneer, nu mag u even uw schoenen en sokken uittrekken en uw broek omhoog rollen.’ Braaf deed Wolfs wat ik zei en ik bekeek zijn dikke, inmiddels blauw geworden enkel. ‘Nou meneer, het ziet er naar uit dat de enkel niet gebroken is, maar we zullen wel even een verband aanleggen’, zei ik plechtig. Ik pakte een rol verband en wikkelde zijn enkel stevig in. ‘Bedankt, Eef’, zei hij. Ik antwoordde; ‘Graag gedaan, Flo’. Ik stond op en hielp hem overeind. Ik sloeg mijn arm weer om hem heen en wilde hem naar zijn bureau begeleiden. ‘Wacht!’ zei hij, en hij pakte mijn arm. Ik draaide me om. ‘Wat is er?’. Ik keek in zijn prachtige, blauwe ogen en zag ze langzaam dichterbij komen. Ik sloot mijn ogen en voelde zijn lippen op de mijne. Heel even leek ik te vliegen, tot ik met een doffe klap op aarde terugviel, omdat Wolfs zijn hoofd wegtrok. Ik opende mijn ogen. ‘Dit kan niet… Dit is fout…’  mompelde hij, en hij hinkelde de kleedkamer uit. Fuck, ik had het verpest. Het kon niet anders. Hij was niet verliefd op mij. Het was vast niet zijn bedoeling om te zoenen. Ik ging weer eens te snel. Vlug liep ik de kleedkamer uit, naar de theeautomaat. Ik wachtte tot het bekertje vol was en liep naar mijn bureau. ‘Eef! Eva!’ ik draaide me om. Wolfs wenkte dat ik moest komen, dus ik liep achter hem aan. Zou hij dan toch… nee, niet dus, want we liepen richting Verhoor 1, waar natuurlijk die jongen nog zat. ‘Zo, meneer…’ begon Wolfs. De jongen keek verveeld om zich heen. ‘Waarom rende jij weg voor ons?’ vroeg ik. Hij begon te lachen. ‘Ik had wel zin in een wedstrijdje met een smeris.’ Wat een puber, pfff. Wolfs liet hem een foto van het in elkaar geslagen meisje zien en vroeg of de jongen haar kende. ‘Geen idee, nog nooit gezien.’ Was het antwoord van de jongen. Dit ging nog wel even duren op deze manier. Gelukkig kwam Romeo op dat moment binnen. ‘Wolfs, kan ik je even spreken?’ Wolfs stond op en liep de kamer uit. Binnen tien seconden was hij weer terug. ‘Als jij dat meisje nog nooit gezien hebt, waarom zit jouw DNA dan op haar arm en op haar gezicht?’ De jongen schrok zichtbaar en werd rood. ‘Ik uhh, ik heb geen idee…’ stotterde hij. ‘Nee, dat zal wel weer. Ga je ons nog vertellen wat er echt gebeurd is, of logeer je hier liever een nachtje?’ daar moest de jongen even over nadenken. Ik voelde dat ik boos werd. ‘Moet jij eens goed naar me luisteren, jongeman. Jij hebt ons op onze vrije zondag hierheen laten komen, dus nu ga je mij vertellen waarom ik ben gekomen ook!’ Ik merkte dat ik was gaan staan, en liet me langzaam terugzakken op mijn stoel. Wolfs glimlachte naar me, en die jongen leek het eindelijk te begrijpen; hij begon te vertellen.

Hij houdt wel van me, hij houdt niet van me... (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now