11.

699 40 10
                                    

Hoofdstuk 11

p.o.v Mikky

Met een steentje in mijn hand kerf ik het zesde streepje op de muur. Ik zit hier nu al zes dagen en ben het aardig zat. Elke dag word er een sneetje brood met een glas water naar binnengebracht. Er staat een belletje op het tafeltje en als ik naar de wc moet , moet ik daar aan rammelen.

Ik mis Frenkie en Yara zo ontzettend. En natuurlijk ook mijn andere vrienden en familie. De dagen zijn lang en eenzaam. Ik heb helemaal niks te doen. Er zit niet eens een raam in de kamer! Ik ben bijna vergeten hoe daglicht eruit zou zien.

De deur gaat open en die ene jongen van de eerste ontmoeting komt de kamer binnengelopen. Hij sluit de deur achter zich. 'Ik wil je helpen.' Fluistert hij. 'Ik geloof je niet.' Zeg ik. 'Luister. Ik ben Levy. Ik werk hier , omdat ik geld nodig heb en gedwongen word. Stop dit papiertje onopvallend in je zak.' Hij heeft mij een papiertje en ik doe hem in m'n zak.

'Ik ga je vrijlaten en ren zo hard als je kan heel ver weg van hier.' Hij kijkt me aan en doet dan zijn masker af. 'Vertrouw me alsjeblieft.' Hij kijkt me smekend aan. 'Waarom zou ik jou vertrouwen?' Zeg ik. 'Kijk in m'n ogen. Ik wil je helpen. Je kan weer naar Frenkie als je vrij bent.' Door die woorden word ik toch overgehaald en ik luister naar zijn plan.

'We lopen straks de gang op en we doen net alsof we naar de wc lopen. Net voor de uitgang laat ik je los , draai de deur van het slot en jij rent zo hard als je kan weg van hier. Er staan wel beveiligingscamera's , maar als je gewoon hard rent en je verstopt moet het te doen zijn.' Legt Levy uit. 'Duidelijk?' Vraagt hij. Ik knik.

We lopen samen de gang op en Levy leid me zogenaamd naar de wc. 'Mag ik nog wel eventjes? Ik moet heel nodig.' Fluister ik. 'Is goed.' Mompelt Levy. Levy gaat voor de wc deur staan en ik ga het toilet binnen.

Ik twijfel heel erg of Levy wel de waarheid spreekt. Ik haal diep adem. Ik wil zo snel mogelijk naar Frenkie en Yara toe. Ik draai de deur van het slot en loop naar buiten. 'Kom mee.' Levy duwt me voor hem uit.

'Ik wil snoepjes.' Huh wat? Ik blijf stil staan , maar Levy duwt me vooruit. Hoorde ik Yara nou? Nee dat kan niet. Die is thuis bij Frenkie. Maar hoe kan het dan dat ik haar stem hoorde? Ik word echt helemaal gek. Ik moet hier weg.

Ik begin steeds harder te lopen en aan het einde van de gang stoppen we. 'Maak zometeen gelijk dat je wegkomt.' Waarschuwt hij me. 'Krijg jij nu niet op je kop?' Vraag ik bezorgd. Levy haalt zijn schouders op. 'Dat boeit me niet. Ik wil dat jij veilig bent.' Hij wacht niet op een reactie en doet de deur open. 'Dankjewel.' Ik omhels hem kort en ren zo hard als ik kan naar buiten. Op naar Frenkie en Yara!

Roadtrip IIWhere stories live. Discover now