43. Fynn

58 15 26
                                    

Jonathan was een pienter jochie. Aan zijn manier van vertellen en aan de dingen hij volgens zijn verhaal gedaan had, kon je merken dat hij een goed stel hersens had. Het was knap dat hij had uitgevonden dat Miranda iets waardevols miste en dat ze het waarschijnlijk graag terug wilde. De enige vraag was wat dat waardevolle iets precies zou zijn.

En toen pas viel me op wat er voor Lena's bed op de grond stond, open en wel. Het kistje, in de vorm met sterretjes en donkerrode graveringen...

Ik kreeg kippenvel toen het tot me doordrong wat dit betekende. We hadden niet gefaald, Miranda had het kistje niet teruggevonden naast het raam van haar kamer. Ons plannetje was alsnog gelukt. Op de één of andere manier had Lena geweten wat ik van plan was en had ze het kistje meegenomen voor Miranda dat kon doen. Dat betekende weliswaar dat ze zich niet aan haar afspraak, dat ze zou blijven wachten, had gehouden, maar dat maakte me nu niks uit. Het enige wat telde, was dat we het kistje hadden.

'Ja, dat had je niet verwacht, hè?' vroeg Lena met een triomfantelijke blik op haar gezicht. Ze genoot zichtbaar van dit moment. Waarschijnlijk voelde het voor haar alsof ze bewezen had dat kleine meisjes ook nuttig konden zijn.

En eigenlijk had ze dat ook.

'Nee, totaal niet. Maar hoe? Hoe wist je waar het kistje lag?'

Daar was hij weer, dat vissenmondje. Twijfelde ze weer om me iets te vertellen?

'Ik... kreeg een visioen. Opeens wist ik het gewoon. Poef. Toen zag ik hoe jij het kistje uit het raam gooide. En hoe Miranda je ving. Eén tel later hoorde ik haar stem. Daarna heb ik het kistje gehaald en rende ik terug naar de boomhut.'

Ik dacht terug aan de witte flits die ik had gezien net nadat Miranda me gevangen had. Had dat iets te maken met Lena's visioen?

'Wanneer kreeg je dat visioen precies?'

'Volgens mij toen Miranda je vond. Eén tel na het visioen hoorde ik haar tegen je praten.'

'Dan denk ik dat er iets aan de hand is tussen ons, Lena. Ik voelde op precies hetzelfde moment ook iets raars. Het werd wit voor mijn ogen en het gevoel was zo overweldigend dat ik voor die ene tel zelfs vergat waar ik was en in wat voor problemen ik zat. Misschien is het wel een nieuwe Openbaring, maar dan één die we allebei hebben. Net zoiets als jouw onzichtbaarheid en mijn telekinese. Misschien kunnen we via visioenen met elkaar communiceren. Het enige probleem is dat het nog even gaat duren voor we zoiets onder controle krijgen, zoals je zelf weet. Dus de komende tijd hebben we er nog niks aan.'

'Maar waarom precies wij twee?' Ze stelde precies de vraag die ik ook had.

'Dat weet ik ook niet. Openbaringen worden niet door goden uitgedeeld, dus het is niet zo dat er iemand meekijkt en zich ineens bedacht heeft dat wij hulp nodig hebben. Dat kan niet. Er moet iets anders zijn tussen ons waardoor we met elkaar te maken hebben. We weten allebei niet wat dat is, maar iets zegt me dat we daar nog wel achter gaan komen. Waarschijnlijk sneller dan we verwachten.'

Ondertussen keek Jonathan ons met een uitdrukkingsloos gezicht aan.

'Gaat alles goed?' vroeg ik aan hem.

'Nee, ja. Nee. Jullie hebben zulke vette krachten. Ik kan niks. Ik kan jullie nooit helpen. Zelfs mijn informatie hadden jullie al. Ik ben nutteloos.'

Wel, ergens had hij gelijk. Ik kon zo 1-2-3 ook niets verzinnen waarmee hij zich nuttig zou kunnen maken. 'Dat maakt niet uit, we zijn blij met je aanwezigheid.'

Fout antwoord.

Ik had hem gekwetst, dat liet hij duidelijk merken. 'Fijn, dus je vindt me echt nutteloos. Dan weet ik dat ook meteen.' Hij trok een boos gezicht en plofte demonstratief neer op Lena's bed. Ze keek hem met opgetrokken wenkbrauw aan, maar zei er niks van.

Het geheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu