31. Fynn

82 18 16
                                    

Terwijl ik over het lange, stenen, brede pad van klinkers naar huis liep, voelde ik me alsof ik was weggezakt in een soort trance. De wereld om me heen drong helemaal niet tot me door, ik was alleen maar bezig met nadenken over wat er zojuist was gebeurd. Ik had gepraat met een meisje. Niet zo maar met een meisje, maar Kiara. Ze had me in vertrouwen genomen en had me verteld dat ze privileges kreeg van Miranda. Uiteindelijk had ze me zelfs een knuffel gegeven, één die--op een andere manier dan die van Lena--heel fijn was geweest.

Het voelde goed om vertrouwd te worden, en ook om vervolgens wat over mezelf aan haar te vertellen. Tot op het punt dat ik vertelde over mijn toekomstdromen, was het gesprek fijn geweest.

Toen had ik ineens uit het niks eruit geflapt dat ik een klein meisje aan het zoeken was. Op zich was dat nog geen drama, want het verraadde niet dat ik eigenlijk wist waar ze zich verborgen hield. Het probleem zat hem in het feit dat Kiara volgens mij doorhad dat ik niet helemaal eerlijk tegen haar was geweest. Ik had het in haar ogen gezien, ook al was ze zo vriendelijk geweest om er niet over te praten. 

Ze wist het wel, en dat was niet goed. Hoe meer mensen over Lena wisten, hoe groter de kans was dat er uiteindelijk iets fout zou gaan. Ik moest echt leren om minder impulsief te worden. Maar hoe? Ik probeerde het al jaren, het was me nog steeds niet gelukt. 

Iets vertelde me dat ik Kiara nog opnieuw ging tegenkomen, waarschijnlijk sneller dan ik verwachtte, maar voor nu stond ik mezelf niet toe om daaraan te denken. Ik had al andere problemen aan mijn hoofd, zaken die veel dringender waren dan een meisje waar ik pas één keer echt mee gepraat had.

Mijn fijne, rozige gevoel was ook verdwenen. De harde realiteit van wat ik moest gaan doen was weer ingedeeld. Ik moest tegen Nestor gaan liegen. Hij was in de veronderstelling dat ik op dit moment Lena aan het terugbrengen was naar het weeshuis, maar dat was natuurlijk niet het geval. Ik moest hem overtuigen dat het niet zo was dat ik haar opzettelijk niet teruggebracht had. De leugen die ik hem ging vertellen, was dat ze niet meer op haar verstopplek zat, en dat ik niet wist waar ze anders kon zijn. Dat zou verklaren waarom ik haar niet teruggebracht had, maar waarom ik wel zo lang weg geweest was. Ik was natuurlijk bezig geweest haar te zoeken. De risico's van die leugen waren me geheel duidelijk. Als Nestor me niet geloofde, zou ik waarschijnlijk vandaag nog weggestuurd worden als zijn leerling. 

Maar ik had mijn keuze gemaakt. Lena helpen en Miranda ontmaskeren was op dit moment het belangrijkste. Als liegen tegen Nestor nodig was om dat voor elkaar te krijgen, dan was het maar zo. Ik zou liever zo hard als ik kon proberen om Lena te helpen als niet-Patronus dan dat ik Patronus zou worden met het eeuwige schuldgevoel dat ik Lena had verraden. Je woord houden en mensen in nood helpen waren belangrijker dan mijn toekomst. Als het echt nodig was, kon ik altijd nog een carrière als schrijver najagen. Daar zou ik ook gelukkig van worden en dat zou misschien ook aardig wat geld opleveren.

Voor nu was het in ieder geval tijd om Nestor te vertellen dat Lena spoorloos was verdwenen.

#

Toen ik binnen kwam lopen in de eetkamer, zag ik Nestor aan tafel zitten. Ik besloot maar meteen met de deur in huis te vallen.

'Er is een probleem. Ik kan het meisje niet terugbrengen.'

Hij legde zijn mes en vork weg, slikte zijn laatste hap eten weg, en keek me aan. 'En waarom kun je dat niet?' vroeg hij.

'Ze verstopt zich niet meer op de plek waar ze altijd was. Ze is weg, en ik heb geen idee waar naartoe.'

'Is er een kans dat ze nog terugkomt en dat je haar wel vindt als je over een dag teruggaat?'

Improviseer, Fynn. Improviseer. 'Nee, ze heeft al haar spullen meegenomen. Zelfs haar kleren zijn weg. Ik denk dat ze helemaal weg is, niet slechts voor een paar uur of dagen.'

Hij krabde aan zijn kin. 'Dat is vervelend, jongen, maar we hebben wel een belofte gemaakt aan de weesmoeder. We zouden het meisje terugbrengen. Dat het nu wat meer moeite gaat kosten doet er niet toe, belofte is belofte. Ik heb in mijn tijd als Patronus geleerd sporen te volgen, dus dan gaan we samen naar haar op zoek. Waar hield ze zich ook alweer verborgen?'

De stress begon nu te komen. Hij geloofde me niet. Nog even en ik had een groot probleem. 

Gelukkig had ik wel nagedacht over wat ik zou zeggen als hij die vraag stelde. 'Ze zat verstopt in een hut rond de grote open plek van het bos.' Geloof het of niet, maar er was een tweede. Er was, nog net zichtbaar vanuit Lena's plaats, een ander klein hutje vlakbij de open plek. Het was al in geen jaren gebruikt, zelfs ik zag dat, dus de kans was klein dat Nestor me zou geloven als we daar een kijkje gingen nemen. Ik ging echter alles proberen om te voorkomen dat ik naar huis gestuurd zou worden. 

Alles behalve Lena verraden dan.

'Dan mag je mij naar die hut brengen. We gaan haar vanaf daar samen zoeken. Ze is maar een klein meisje, ze kan in korte tijd nooit ver weg zijn gekomen. Daarnaast; ze voelt zich vast niet veilig, in haar eentje in het gevaarlijke bos. Ze zal je opnieuw willen zien en daarvoor komt ze misschien wel terug. In ieder geval, als we goed ons best doen, vinden we haar misschien vandaag nog en kunnen we alsnog onze belofte inlossen.'

Ik boog mijn hoofd en zei: 'Ja, laten we dat gaan doen.' Tegenwerken was zinloos. Dan kon ik nog beter in koeienletters op mijn voorhoofd schrijven dat ik een leugenaar was.

Dus trokken we onze mantels aan en liepen we naar de open plek die ik inmiddels zo vaak had gezien.

----------

Ik heb toch nog op tijd een hoofdstukje af voor jullie (: wat minder actie deze keer, maar wel weer meer spanning! Wat denken jullie dat er in de volgende hoofdstukken gaat gebeuren? Gaat dit goed aflopen, of zal het heeeeeelemaal verkeerd gaan?





Het geheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu