5. Fynn

277 37 54
                                    

Waarschuwing vooraf: ik heb hoofdstuk 4 flink aangepast. Als je de nieuwe versie nog niet gelezen hebt, moet je echt even teruglezen. Anders snap je dit hoofdstuk niet.  

Ik luisterde gespannen toe terwijl Lena, zoals het meisje zichzelf had voorgesteld, vertelde over wat ze had meegemaakt. Hoe ze de weesmoeder had afgeluisterd en daarna weggevlucht was, hoe Agnes' geheugen was gewist en Lena weer mee teruggenomen werd naar het weeshuis, en hoe ze uiteindelijk toch nog was gevlucht. Na haar ontsnapping was ze naar een geheime plek in het bos gegaan.

Ze wilde me niet vertellen waar, maar dat maakte niet uit. Ik wist het toch al.

Om wat eten en drinken te verzamelen was ze door het bos naar de rivier gelopen. Daar was ze te grazen genomen door het monster en was ik haar te hulp gesprongen. Uiteindelijk had ze, ondanks wat er met Agnes gebeurd was, toch Miranda's geheim aan mij verteld. Ze dacht dat ik als Patronus-leerling met hulp van Nestor geen gevaar liep.

In mezelf had ik nog niet zo veel vertrouwen, maar dat Nestor ervoor zou zorgen dat mij niet hetzelfde zou overkomen als Agnes, geloofde ik zelf ook.

Ik was er bijna helemaal van overtuigd dat Lena de waarheid sprak. Ze vertelde met zoveel details en emotie, dat ik me niet voor kon stellen dat ze aan het liegen was.

Er was echter één deel van haar verhaal dat ik voor geen cent geloofde. Het was ondenkbaar dat een klein meisje kon ontsnappen aan een gevaarlijke heks door een enkel moment van onoplettendheid. Miranda vond Lena duidelijk een groot gevaar, te groot om zo maar uit het oog te verliezen. En, zelfs als ze inderdaad even niet had opgelet, had ze binnen enkele tellen Lena met haar magie kunnen opsporen. Nee, dat stuk klopte niet. Lena verzweeg iets voor me.

Maar daar had ze misschien wel een goede reden voor. Voor nu had ik haar genoeg vragen gesteld en ging ik niet meer moeilijk doen. Dat was zielig na alles wat ze al meegemaakt had.    

***

We kwamen aan bij de zuidelijke ingang van het bos.

'Dankjewel Fynn,' zei Lena terwijl ze afstapte. 'Dat was fijn. Ik ben blij dat je me zo goed helpt.'

'Graag gedaan!'

Er viel een ongemakkelijke stilte en ik wist precies waar Lena aan dacht. Ik gaf haar de tijd om te bedenken wat ze wilde zeggen.

'Zullen we de volgende keer hier afspreken?' zei ze, terwijl ze de dennenappels op de grond ineens interessanter leek te vinden dan mijn gezicht.

'Je bedoelt bij de zuidelijke ingang?'

'Ja.'

'Dat is gevaarlijker dan bij je verstopplek. Hier kunnen mensen ons zien, dieper in het bos minder snel. Het lijkt me verstandiger om af te spreken bij de plek waar jij je schuilhoudt.'

'Maar, maar—'

'Ik weet waar je zit, Lena. Het is geen geheim voor me.'

Ze richtte haar blik weer op mij, duidelijk geschrokken.

'Ik heb één van je handschoenen er een keer op de grond zien liggen. De grote eikenboom bij de open plek, toch?'

'Ja,' gaf ze duidelijk met tegenzin toe.

'Ik denk dat we beter daarnaartoe kunnen gaan de volgende keer.'

'Goed, als je het toch al weet.' Ze keek bang. 'Maar je mag dit echt aan niemand vertellen.'

'Dat doe ik niet, dat vind ik deel van de afspraak. Behalve met Nestor heb ik het hier met niemand over.'

'Nestor mag ook niet weten waar ik zit.'

'Waarom niet?'

'Gewoon niet. Dat wil ik echt niet. Dat moet je beloven.'

Ik snapte niet waarom ik Nestor niet mocht vertellen waar ze zat, maar ook dit was voor nu geen probleem. Ik zou haar later wel overtuigen dat ze Nestor kon vertrouwen.

'Oké, oké. Ik vertel niemand waar je zit. Morgenavond met zonsondergang kom ik langs, afgesproken?'

'Ja, is goed.'

'Mooi. Tot morgen,' zei ik, en ik draaide me om om weer naar Vlugvoet te lopen.

Van achteren voelde ik twee kleine armen om me heen.

Ze gaf me een knuffel.

Ik draaide me om en gaf haar een knuffel terug. Toen we elkaar weer loslieten, had ze een glimlach op haar gezicht. Op dat moment wist ik dat ik er veel voor over had om haar te helpen en te zorgen dat ze veilig bleef. Ze was kwetsbaar, en ik was de enige die voor haar kon zorgen. Ik zou haar niet teleurstellen. 

'Doei, Fynn,' zei ze, nog steeds lachend. 'Tot morgen.' Daarna rende ze weg.

Toen ik een laatste keer omkeek, was ze al tussen de bomen verdwenen.

----------

Dat was Fynns reactie op wat er gebeurd is. Hij is duidelijk op Lena gesteld geraakt, en onze twee belangrijkste personages tot nu toe weten van een groot probleem: een undercover heks zorgt ervoor dat Karthes groot gevaar loopt. Zal het ze lukken om iets aan haar te doen?
Of... houdt Lena iets voor Fynn achter? Spreekt ze wel de (hele) waarheid?

Bereid jullie maar alvast voor op de (korte) introductie van nog twee redelijk belangrijke, nieuwe personages in de komende paar hoofdstukken. Daarna is de cast voor het verhaal aardig bekend. Wie vinden jullie momenteel het leukste personage?

Het geheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu