Hoofdstuk 16

25 2 0
                                    

Yuki

Gelukszalig drijf ik op mijn rug rond. Mijn ogen zijn gesloten, omdat ik volledig wil kunnen genieten van het water. Het voelt alsof ik in zijdezacht sterrenlicht lig. Nooit heb ik met zo'n grote hoeveelheid zoet water in connectie gestaan. Thuis zorgde de nieuwe waterstuurders ervoor dat het zout gescheiden werd van het water, zodat we drinkwater hadden. Het was een lastig en zelfs scheikundig trucje, wat jaren van training vergde. Zelf kon ik het ook, maar het werkje irriteerde me teveel om daadwerkelijk te willen doen. Daarbij had ik genoeg geld om het te kopen, hoewel geld wel het laatste was waar ik mee bezig was. Langzaam open ik mijn ogen en staar naar de helderblauwe lucht. Tot nu had ik nooit geweten hoe het zoete water tegen mijn huid zou voelen. Nu ik dat wel weet, betwijfel ik hoe vaak ik nog met het zoute water van het strand wil oefenen. Het kleine miniscule detail van zoet tegen zout water, lijkt een immens impact te hebben op de manier van sturen. Het water voelt zachter, welwillender, liever, vrouwelijker zelfs op een bepaalde manier. Het spint tegen mijn huid en ik spin even hard terug. Het gevoel van gelukzaligheid overspoelt me en ik voel zowaar hoe mijn mondhoeken omhoog komen. Steeds verder, tot ik mijn tanden bloot glimlach, naar de lucht. 'I thought you might have exaggerated, but I have to admit, you outdid yourself.' geef ik op een vriendelijke toon toe.
De rust van de lagune overspoelt me. Ik hoor de vogels in het bos, of is het een woud?, tjirpen. Het geluid van een leven dat zonder Tatsuo en mij ook zou bestaan, wat voor een extreem kalmerend gevoel zorgt. Helaas wordt dat al snel verstoord door Tatsuo. Hoewel ik niet anders had verwacht, irriteert het me toch. Maar ik voel dat irritatie niet het enige is wat ik voel. Hij wakkert iets in me aan wat ik niet goed ken. Een bepaalde interesse, een emotie die ervoor zorgt dat mijn ogen wat meer glanzen en ervoor zorgt dat ik me meer levend voel. Voor het water van zijn bommetje me kan raken, hef ik mijn hand op en scherm ik mezelf af. 'Nice try.' zeg ik op een droge manier. Waar ik een paar dagen terug nors had geklonken, klinkt het nu droog en zelfs enigzins grappend. Iets wat ik nooit had gedacht te kunnen zeggen van mijn eigen stem. Nog even sta ik mezelf toe te genieten, omdat ik niet weet hoelang Tatsuo me hier gaat toestaan. Het is zijn plek, ik voel zijn energie tegen die van mij botsen. Hij laat me nog niet toe, maar ik hoop dat dat komt. Als hij me eenmaal accepteert, zal het gemakkelijker zijn om hem aan het watersturen te krijgen. Hij heeft goddomme een draak van ijs gemaakt, hij zou toch in ieder geval het water moeten kunnen sturen. Al is het maar heen en weer.
Uiteindelijk laat ik mijn voeten naar beneden drijven. In plaats van te watertrappelen, stuur ik het water zo dat ik mezelf met gemak boven houd. Een zucht rolt over mijn lippen en ik laat mijn handen langs het zachte water gaan, waarna ik mezelf richting de kant stuur. Een klein ondiep strandje, of zandbank, is waar ik stop. Voornamelijk door mijn nieuwsgierigheid. Een slang van water zet me neer en mijn voeten zakken weg in het zand van het ondiepe water. Met een kleine frons kijk ik naar mijn voeten. Het water voelt warm, heel warm, vast omdat het stil staat en de zon er de hele dag opstaat. 'Don't go there!' hoor ik Tatsuo zeggen en ik kijk met een opgetrokken wenkbrauw op. 'Why not? What are you afraid of? A little piece of stone that will poke you in the toe, Your Highness?' vraag ik ietwat uitdagend, wat absoluut niets voor mij is. Om mezelf te bewijzen zet ik een stap in het ondiepe water en zet mijn vuisten in mijn taille. Mijn mond opent zich om nog een opmerking te maken, waarbij mijn voeten opnieuw een nieuwe plek zoeken. Voor ik de woorden kan spreken, schiet er iets weg onder mijn rechtervoet en zie ik dat het water rood kleurt rondom. Fronzend en verstomd kijk ik naar beneden, waar ik na een paar momenten pas de scherpe en duizelingwekkende pijn doorheen voel gaan. 'Goddamnit, fuck.' is het enige wat ik uit weet te brengen en de vlekken schieten voor mijn ogen. 'I think your fear was well put.' roep ik hees en voel hoe mijn lichaam onstabiel wordt en de hitte zich vanuit mijn voet door mijn lichaam verspreid, net zoals het bloed zich verspreid door het water. Mijn handen proberen op de tast de weg te vinden, terwijl het laatste licht verdwjnt achter de zwarte vlekken en ik voel hoe ik mijn bewustzijn verlies.

We live in the water, we love by the moonWhere stories live. Discover now