Hoofdstuk 5

38 3 0
                                    

Yuki

Hoewel ik niet zeker weet of mijn leerling invriezen nou wel echt het beste idee was om onze relatie goed van start te laten gaan, had ik er zeker geen spijt van. Op mijn dooie gemak neem ik de tijd om mijn koffers uit te pakken, al mijn spullen een plekje te geven en zelfs al wat van het verse spul wat ik mee had gebracht, op te ruimen in de kleine keuken. Het huisje is geweldig, het voldoet aan al mijn verwachtingen. Wat niet zo erg aan mijn verwachtingen voldeed, was ikzelf. Op de zuidpool had ik het altijd koud gehad, maar dat was logisch. Nu ik hier was en ik het nog steeds koud had, dat was wat minder logisch. Met een zachte zucht, besluit ik het maar toe te voegen aan de lijst met dingen die ik niet begrijp over mezelf en waarschijnlijk te danken zijn aan mijn afkomst, waar ik niets van weet. Helaas kan ik mezelf niet meer bezig houden wanneer die gedachten op komt zetten, aangezien al mijn kleding al netjes in de kasten ligt. Met een blik naar buiten, vraag ik mezelf af of ik niet veel te weinig mee heb genomen. Een grote koffer en een kleinere, vergeleken met de ijsprins op het strand lijk ik inderdaad een hulpje...

Nu ik eenmaal een blik naar buiten heb geworpen, kan ik niet anders dan dat opnieuw doen en klein glimlachen. Geamuseerd staar ik uit het raam, mijn armen over elkaar geslagen. Tot mijn teleurstelling had ik geen andere info meer ontvangen over Tatsuo, alleen iets vaags over het maken van een ijsdraak. De rest is me ontzettend onduidelijk. Kan hij nou watersturen, of niet? Een ijsdraak maken en die vervolgens ook laten bewegen, is niet zomaar iets. Het kan niet zo zijn dat de draak leefde. Hoewel water tot leven kan komen onder de aanraking en juiste begeleiding van een waterstuurder, kan water niet leven opzich. Het heeft geen hartslag, geen brein. Die leent het water van de stuurder, wanneer die stuurder daar klaar voor is. Een kracht als dat aanwenden is wel heel wat anders dan een stom golfje maken.
Met mijn armen over elkaar en compleet in gedachten verzonken, staar ik in de verte. Pas wanneer ik luid gekraak hoor, merk ik op dat de jongeman voor mijn ogen zichzelf heeft weten te bevrijden. Na een blik op de stand van de zon, weet ik dat hij niet kan watersturen. Zelfs al had hij een minimale kracht aan weten te wenden, dan was het smelten vele malen sneller gegaan. Nu heeft hij simpelweg gewacht tot er genoeg ijs was gesmolten en zichzelf met kracht heeft kunnen bevrijden. Niet wat ik graag had gezien, maar desalniettemin ben ik blij dat hij zulke kracht bezit en dat ik niet helemaal vanaf nul moet beginnen. Terwijl hij zijn voeten uit begint te hakken, wend ik me af en loop ik richting de keuken. Nadat ik had gezien dat het na het hoogste punt was, begon mijn maag te knorren en dat stopte niet meer. Tenminste, niet meer tot ik een appel pakte en daar een grote hap van nam. Een klein straaltje sap loopt langs mijn lippen op het moment dat mijn deur open vliegt.
Met een opgetrokken wenkbrauw kijk ik hoe de jongeman met ontbloot bovenlijf binnen komt, een hutkoffer achter zich aan sleurend. Zonder iets te zeggen en enkel te blijven kijken, terwijl ik kauw op het stuk appel, wacht ik tot hij het zelf doorheeft. Mijn heup leunt tegen het kleine kookeiland aan, de hand waarin ik de appel heb staat omhoog terwijl mijn andere arm die ondersteunt. Snel genoeg lijkt de jongeman het door te hebben, waarna hij niet weet hoe snel hij weg moet komen. Zijn koffer krijgt een harde duw, waardoor die half van de trap dondert. Het klinkt zo hard dat ik me afvraag of hij erachteraan is gegaan, of dat hij nog staat. Een lach ontsnapt mijn mond en ik veeg al lachend het kleine straaltje sap van mijn kin af. Hij zal de lach ongetwijfeld horen, aangezien alle ramen open staan om een lekker briesje door het huis te laten gaan. Mijn gedachten liggen elders, maar ik maak een notitie om al die ramen te sluiten, omdat dat het enkel koeler zal maken binnen. Inmiddels ligt de bonte sprei al op mijn bed, aangezien ik die vannacht wel nodig ga hebben.
Nadat ik mijn appel op heb, loop ik mijn cabin uit. Inmiddels ook al omgekleed, mijn badkleding heb ik aan onder een luchtig jurkje. De training zal vandaag nog niet beginnen, maar zelf wil ik wel vast wat oefenen. Onmiddelijk ontspant mijn lichaam terwijl ik het water in loop. De zon brand, maar voelt fijn op mijn lichaam. Ik loop door tot mijn kuiten en adem diep in. Het water weet me op te warmen zoals geen enkele zon dat ooit zou kunnen. Een serene glimlach verschijnt op mijn gezicht terwijl ik diep in en uit adem. Voor ik me echter stort op mijn training en meditatie, besluit ik eerst langs de andere cabin te lopen. Zo kan ik hem direct vertellen dat hij vandaag nog vrij heeft, maar dat ik hem morgen verwacht, twee uren voor de zon opkomt. Dat kan hij aflezen op zijn uurwerk als zes uur na middernacht. Zonder geluid loop ik de traptreden op die naar zijn deur leiden, waar ik zacht aanklop en wacht tot hij open zal doen. Geduldig kan ik best zijn, op de juiste momenten.


Tatsuo

Ondanks dat hij uit de hut was, hoorde hij achter zich een lach. Een kristalheldere lach die klonk als muziek. Tatsuo keek nog even om naar de gesloten deur voordat hij zijn hutkoffer daadwerkelijk oppakte en naar de andere cabin liep. Het duurde maar een paar minuten voordat hij alle vijf de hutkoffers voor de deur had opgestapeld. Tijd om maar eens naar binnen te gaan, bedacht hij zich terwijl hij de deur een zacht duwtje gaf. Hij kon zich niet meer herinneren of hij eerder de dag in deze hut had gestaan of in de ander maar deze zag er hetzelfde uit. Perfect. Tatsuo knikte tevreden en sleepte zijn koffers naar binnen. Ondanks dat hij een soort van adel was had hij het paleis nooit echt nodig gevonden. Klein maar fijn werkte ook prima voor hem, minder om schoon te maken. Schoonmaken was niet echt iets wat Tatsuo graag deed, want waarom schoonmaken als je ook iets nuttigs kan doen? Trainen of jagen of een ritje maken op je buffel yak. Hij kon zo nog tien andere dingen opnoemen die hij nuttiger vond dan schoonmaken, maar hij moest eerst achter komen wat er in de naam van de Avatar allemaal in de koffers zat. De ene diepe zucht na de andere diepe zucht verliet zijn mond toen hij de hutkoffers opende. ''Note to myself, never let anyone pack your backs anymore.'' Mompelde hij nadat hij alles wat onnodig was in een hoek gesmeten had. Officiële kledij, een bonten kleed, zijn kroon.. Wat moest hij daarmee terwijl hij hier zat? Zonder zich ook maar druk te maken over deuken of eventueel verloren onderdelen smeet Tatsuo de zilveren kroon uit het zicht. Stom ding.
Nadat hij zijn spullen had verdeeld onder de categorieën 'nuttig' en 'wat moet ik hier nou weer mee?' besloot hij dat het tijd was om daadwerkelijk iets te gaan doen. Het eiland verkennen bijvoorbeeld. Tatsuo greep een paar leren slippers van de stapel 'nuttig', trok die aan en verliet zijn hut om samen met zijn kapmes op avontuur te gaan. Hij wierp een snelle blik op de zee, en merkte dat zij in het water was, iets te doen.. Tatsuo haalde zijn schouders op en richtte zich op de jungle. Hij had nog nooit een jungle gezien, laat staan bomen en gras zoals deze maar dat maakte het alleen maar leuker. Hij ging onbekend terrein verkennen, nieuwe dingen leren die hem interesseerde. Met een brede grijns stapte Tatsuo de jungle in. Al na een paar stappen liet hij zijn hand over een boom glijden. Misschien kon hij van dit houd wapens maken, een speer of een boog met pijlen. Met die wapens kon hij gaan jagen, ware het voor vlees of vruchten. Hij vroeg zich af wat voor etenswaren hier groeide. Als een klein kind in een snoepwinkel liep hij glunderend rond. Het was een stuk koeler tussen de bomen, die met hun bladeren de zon en hitte tegen hielden. Stiekem vroeg hij zich af of hij hier een eigen hut kon gaan bouwen, als hij een iglo kon bouwen met zijn blote handen moest een hut van hout en bladeren hem ook lukken. Nadat hij een paar minuten rond had gelopen kwam Tatsuo tot stilstand bij een boom die veel leek op de boom die hij eerder had aangeraakt. Hij zocht naar de juiste tak en toen hij die vond pakte Tatsuo zijn kapmes en begon in te hakken op de aanhechting naar de stam van de boom. Binnen enkele slagen had hij de tak los. Nadat hij zijn kapmes terug had gedaan in zijn huls, pakte Tatsuo beide uiteinde van de tak van boog deze lichtelijk. Het hout voelde soepel en elastisch aan, perfect voor het maken van een boog. Grijnzend keek Tatsuo om zich heen, opzoek naar een scherpe steen waarmee hij de tak mee kon bewerken.
Hij was zo bedrijvig bezig met zijn kleine project dat Tatsuo de tijd uit het oog verloor. Toen hij klaar was met het vormen en glad maken van zijn boog, kwam hij erachter dat hij geen touw had om de boog mee te spannen. Het was ook niet zijn plan geweest om gelijk wapens te maken. Tatsuo pruilde lichtjes en besloot dat hij misschien in zijn hut touw kon vinden. De scherpe steen stopte hij in een buidel die aan zijn riem hing, je weet maar nooit wanneer die van pas kon komen. De boog hield hij in zijn hand terwijl hij terug begon te lopen naar het strand, tenminste had hoopte hij. Tatsuo kon perfect navigeren in de sneeuw, bomen waren andere koek. Ze leken allemaal op elkaar, maar hij merkte dat in een bepaalde richting het warmer begon te worden, dat moest vast door het strand komen. Iet wat in zijn nopjes toen hij dat vervloekte witte tapijt van zand zag liep hij door naar zijn hut. Hij had wel genoeg hitte gehad en hoopte dat zijn hut meer koelte bood. Kort keek hij nog om zich heen, zoekend naar de jongedame die hij zijn lerares moest noemen. Hij vroeg zich af hoe oud ze was, ze kon niet heel veel ouder zijn dan hij was. Anders had ze wel verdomd goede genen. Echter zag hij haar nergens, waardoor hij zijn schouders ophaalde en zijn hut in liep. Binnen was het tot zijn ongenoegen niet heel veel koeler dan buiten, maar hij stond in ieder geval niet meer in de volle zon. Met een zucht trok Tatsuo zijn shirt over zijn hoofd en smeet die op zijn bed nadat hij de boog-in-de-maak neer had gelegd. Het was tijd om op zoek te gaan naar een dun touw dat hij aan zijn boog kon gaan spannen, met een beetje pech moest hij het touw zelf gaan maken, maar hij had geen flauw idee of hij daarvoor materiaal kon vinden op dit verschrikkelijk hete eiland.


We live in the water, we love by the moonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu