hoofdstuk 25; 'Kiet'

314 21 0
                                    

Lord Ruud had medelijden met zijn zoon. Het was overduidelijk dat hij het meisje leuk vond. En tegelijkertijd wat het ook duidelijk genoeg geweest dat zij niemand anders leuk vond dan de zoon van lord Mattheus. En het deed hem pijn om te zien hoe zijn zoon eronder leed. Hij zag zijn oudste en enige zoon graag gelukkig. Maar tegelijkertijd werd hem nu zoveel duidelijk. Het werd lord Ruud duidelijk waarom zijn zoon nooit in was gegaan op flirtpogingen van aanzienlijke meisjes. Het werd hem nu ook duidelijk waarom zijn zoon altijd met het meisje had gedanst en zelden met iemand anders. En bovenal werd het nu duidelijk waarom zijn zoon zo woedend was geweest na de veroordeling. Zelfs zo woedend dat het hem tot roekeloosheid had geleid, waardoor hij zelf ook veroordeeld werd. Tot groot verdriet van hem en zijn vrouw. Hij dacht met verlangen aan zijn vrouw, die veilig in hun kasteel zat. Geen haar op zijn hoofd die eraan dacht haar aan gevaar bloot te stellen. Lord Ruud wierp een blik op zijn zoon, die naast het meisje zat. Het meisje lag nog steeds bewusteloos op een bed. Haar arm was verbonden, maar ze zag er bleek door bloedverlies. Zijn zoon keek haar warrig aan, en de verliefde blik in zijn ogen was niet te missen. Hij had de hand van het meisje vast en leek niet van plan die los te laten. Toen verschoof lord Ruud zijn aandacht naar zijn vriend, lord Mattheus. Deze was in alle staten toen hij te horen had gekregen dat zijn enige zoon in handen was van koning Ferdinand, samen met Noah. De dappere jongen die eveneens veroordeeld was geweest. Lord Mattheus liep peinzend door de kamer heen, en wierp af en toe een blik op het meisje. Toen keek hij naar Luka, de zoon van Lucius, die ook angstig naast het bed van het meisje zat. Iedereen wachtte af totdat zij wakker zou worden, aangezien zij de enige was die meer kon vertellen over wat er met Caden en Noah gebeurt was. Sander, haar broer en de prins, was in gesprek met Lindsey en de andere leiders van de opstand. Een deel van de missie was ook wel degelijk geslaagd. De zes waren er in geslaagd alle veroordeelden, Sander en een groot deel van de bevolking van Vrijheid te bevrijden. De bevolking van Vrijheid hield zich nu schuil in de stal van de boerderij, samen met het leger dat Lucius al eerder had gestuurd. Het andere deel van de bevolking van Vrijheid zou daar snel aan toegevoegd worden. Klaar om te vechten op het juiste tijdstip. Maar ze moesten voorzichtig zijn, dat wist iedereen. Plotseling bewoog Belle, en alle ogen schoten naar haar. Lord Mattheus en Lord Ruud liepen ook richting het bed en keken met samengeknepen ogen naar het meisje. Toen schoten haar ogen open en een paar groene ogen keek ons fel aan. Lord Ruud zag dat ze gedesoriënteerd was en niet door had waar ze was. Ze keek naar zijn zoon en toen naar Luka, maar pas toen ze Cadens vader zag viel alles op zijn plek.

'Caden,' stamelde ze. 'En Noah.' Ze schoot met een ruk overeind en slaakte toen een klein kreetje van pijn wat haar op een bezorgde blik van mijn zoon kwam te staan.

'Gaat het, Belle?' vroeg Caspian. Het meisje knikte. Toen focuste ze haar blik op Cadens vader.

'Het spijt me,' zei ze. 'Hij zei dat ik moest ontsnappen, voordat het te laat was. Hij, Ferdinand, heeft ze.' Lord Ruud zag de pijn in haar ogen, en de angst in haar stem was niet te missen. Lord Mattheus knikte afwezig en richtte zich toen tot Lord hem.

'Wat doen we nu?' vroeg hij. Lord Ruud schudde terneergeslagen mijn hoofd. Hij wist het niet meer.

'Ik ga terug,' zei Belle toen plotseling.

'Nee, dat ga je niet,' zei Caspian meteen beslist. Lord Ruud wierp een blik op het meisje, en wist dat ze niet meer te stoppen was. Ze was zo koppig als een ezel, een karaktertrek die ze van haar moeder had geërfd.

'En hoe zag je dat dan voor je? Ga je gewoon terug, en ga je er dan maar vanuit dat Ferdinand je niets aan zal doen?' vroeg Lord Mattheus spottend. Belle negeerde zijn toon en klom toen van het bed af totdat ze voor hem stond.

'Mijn oom wilt mij meer dan dat hij Caden en Noah wilt,' zei ze. Lord Ruuds vriend keek naar het mooie meisje dat voor hem stond. Toen kwam Caspian naast haar staan.

VeroordeeldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu