hoofdstuk 23; 'Rondom de tafel'

409 25 0
                                    

Caden

~ obstacles are put in your way to see if what you want is really worth fighting for


En zo reden we voor de tweede keer in korte tijd richting Equador. Slechts wat vrouwen en jonge kinderen bleven achter, de rest volgde Belle allemaal richting Equador. En weer gingen we in twee groepen. Een groep te paard en een groep te voet. James en Dave leidden de groep te voet, en Julia, Belle, Noah, Zane, Luka, de mannen van mijn vader en nog een paar anderen gingen te paard. Het was namelijk van het grootste belang dat Belle zo snel en zo veilig mogelijk in Equador kwam. Mijn vader en lord Ruud dachten namelijk allemaal dat ze dood was, en nu ze nog in leven was, zouden ze haar waarschijnlijk als hoop gebruiken voor de opstandelingen. Jammer genoeg, of eigenlijk vond ik het helemaal niet zo jammer, hadden we te weinig paarden voor iedereen. Dus reed Julia met Zane mee, en Belle met mij. Ze zat voor mij op het paard, en ik had mijn armen om haar heen geslagen om bij de teugels te kunnen. We vorderden snel die dag. Zo snel zelfs dat we besloten de nacht door te rijden zodat we s'ochtends vroeg bij Equador aan zouden komen. En dan moesten we natuurlijk nog binnen zien te komen.

'Ik ben blij dat je teruggekomen bent,' fluisterde Belle na een poosje.

'Ik ook,' antwoordde ik.

'Maar ik weet nog steeds niet wat ik straks moet gaan doen en wat ik moet doen met het feit dat ik een prinses ben. Het maakt het allemaal opeens zo veel ingewikkelder,' zuchtte ze.

'Het komt goed.' Ze haalde haar schouders op.

'Als jij het zegt.' Ik liet met mijn rechterhand de teugels los, en pakte haar hand voorzichtig beet. Er trok een rilling door haar heen bij mijn aanraking.

'Het komt goed, echt waar.' Het was inmiddels al negen uur s'avonds geweest. Af en toe had Belle last van wat hoestbuien, maar het werd al een stuk minder. Maar toch kon ik duidelijk aan haar stem horen dat ze uitgeput was.

'Waarom ga je niet slapen?' vroeg ik dus.

'Weet je het zeker?'

'Ja,' antwoordde ik.

'Goed dan. Als er iets is moet je me meteen wakker maken, oké?'

'Ja.' Ze leunde achterover tegen mijn borst aan en het duurde niet lang voordat ze in slaap was gevallen. Ik keek naar haar tengere figuurtje. Ik begreep wel waar ze bang voor was, maar ze was zoveel sterker dan ze dacht. Maar ik was ook bang. Niet bang voor de opstand, maar bang dat er iets tussen Belle en mij in zou komen nu ze een prinses bleek te zijn. En ik was bang wat Ferdinand met haar zou doen als hij haar te pakken zou krijgen. Dat moest ik koste wat kost zien te voorkomen. Maar het slapende meisje voor me was koppig, en dat zou wel eens haar ondergang kunnen betekenen. Daarom nam ik me voor nog beter op haar te letten. Het was Noah die me deed opschrikken uit mijn gedachten. Hij kwam naast me rijden en keek me even van opzij aan.

'Hoe ver is het nog, Caden?' Ik haalde mijn kompas tevoorschijn en keek even of we nog de goede richting opgingen. Dat deden we.

'Ik gok nog zeven uur ongeveer.'

'Oke,' reageerde Noah. Hij wierp een blik op Belle. 'Slaapt ze?' Ik knikte instemmend. 'Wat is er nou precies tussen jullie gebeurt? En wat bedoelden jullie met die belofte?' Ik had niet zo veel zin om het te vertellen, maar, zo dacht ik, Noah was mijn vriend en ook die van Belle. Hij had het recht om het te weten.

'Ik had haar beloofd haar niet alleen achter te laten. Maar toen gingen we weg. En toen had ik haar beloofd terug te komen,' begon ik. 'Dus toen we die brief van Ferdinand kregen, dacht ik dat ik te laat was en haar kwijt was.' Noah knikte begrijpend.

VeroordeeldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu