Chapter 29: Terug in de Tijd // Part 3

781 69 47
                                    

~Vergeet niet om te stemmen!~

Nadat Ron, Hermione, Harry en Sirius in de tunnel zijn komen we iets dichterbij. We zien het Comité, de Beul, Fudge en Dumbledore langslopen, enkele minuten nadat Harry en Hermione het gat inspringen.
"Hadden we Dumbledore toen maar bij ons gehad..." zucht Hermione.
"Dan zouden Vleeschhouwer en Fudge ook zijn meegegaan," zeg ik somber, "Ik wed dat Fudge Vleeschhouwer opdracht zou hebben gegeven om Sirius ter plekke terecht te stellen..."

Dan is het weer stil en kijken we hoe de vier mannen richting het kasteel lopen en uit ons gezichtsveld verdwijnen.
"Daar heb je Lupin!" Remus komt vanaf het kasteel aanhollen. Met een afgebroken tak weet hij tegen de knoest van de stam te drukken. Gelijk staat de Willow stil en verdwijnt Remus in de tunnel uit ons zicht.
"Had hij die mantel maar gepakt," gromt Harry, "Die ligt daar nu maar." Hij blijft even stil en kijkt naar Hermione en ik.
"Als ik nou gauw even naar die boom ren en hem pak? Dan kan Snape hem niet vinden en –"
"Harry, we mogen niet gezien worden!" sis ik.
"Hoe kun je hier zo kalm blijven staan en alles zomaar laten gebeuren?" zegt Harry fel. Ik zie de aarzeling in zijn ogen. "Ik ga die mantel halen!"
"Harry, nee!" Hermione is mij voor en grijpt Harry bij de achterkant van zijn mantel. Sophia en ik komen aanrennen vanuit het kasteel. We blijven van een afstand kijken naar het zwiepende patroon van de Willow. Ik hoor mezelf 'Nu!' gillen en zie hoe we keihard naar de boom rennen. Op het nippertje verdwijnen Sophia en ik in de tunnel zie ik nu, want de boom maakt net weer een zwiep richting de ingang.
"Zie je wel?" fluistert Hermione geërgerd, "Zie je wat er gebeurd zou zijn? We moeten ons verborgen houden!"

Het blijft dan even stil, totdat nog geen 2 minuten later Snape verschijnt. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe Harry zijn vuisten woedend balt als Snape de onzichtbaarheidsmantel vastpakt. Voorzichtig leg ik mijn hand op Harry's schouder om hem te kalmeren.
"Blijf af met je smerige tengels!" hoor ik hem zacht sissen.
Snape pakt de tak die Remus ook had gebruikt om de boom tot stilstand te brengen. Met een zwaai gooit hij de mantel om zich heen en wordt onzichtbaar.
"Nou, dat was het. We zijn nu allemaal in de tunnel."
"En wat nu?"
"Nu wachten we."

Even later zien we Hagrid, die al half dronken richting het kasteel loopt. We grijnzen naar elkaar als we zijn blije gezicht zien, tevreden met wat we hebben gedaan. Daarna blijft het weer even stil tot Hermione spreekt.

"Er is één ding wat ik niet begrijp... waarom hebben de Dementors Sirius niet te grazen genomen? Ik weet nog dat ze op ons afkwamen, maar toen moet ik flauwgevallen zijn... er waren er zo veel..."
In mijn gedachtes ga ik terug naar het moment. Naar hoe ik, vlak voordat ik zelf neerviel, die witte figuren zag. Die grote, felle, witte, onbekende figuren die over het meer vlogen. Ondertussen geeft Harry Hermione antwoord, over precies dezelfde dingen die ik had gezien.
"Maar wat is het dan?" Hermione kijkt ons verbaasd aan, onderzoekend misschien zelfs.
"Een Patronus." Antwoord ik ademloos, "Een echte, krachtige Patronus."
"Maar wie heeft die dan opgeroepen?" het blijft na deze vraag stil. Ik had al over deze vraag nagedacht, maar kon gewoon niet op een logisch antwoord komen. Correctie: ik kan nog steeds niet op een logisch antwoord komen.
"Hebben jullie niet gezien wie het was?" vraagt Hermione gretig, "Was het een van de leraren?"
"Nee, het was geen leraar." Zegt Harry en ik knik instemmend.
"Het moet een machtig iemand zijn geweest, om al die Dementors te kunnen verdrijven... was hij niet zichtbaar in het schijnsel van die Patronus, als dat zo krachtig was? Konden jullie niet zien...?" ik knik nee, maar Harry knikt ja.
"Ja, ik zag ze wel," begint Harry langzaam, "Maar... misschien was het wel een verbeelding... ik ko niet goed meer nadenken... vlak daarna ging ik van m'n stokje."
"Wie dacht je dan dat het waren?" vraag ik zacht, nieuwsgierig.
"Volgens mij," ik zie de aarzeling in Harry's ogen en hij slikt nog een keer, "Volgens mij was het onze ouders."

Ik laat de woorden langzaam op mij inwerken.
"Harry..." zeg ik zacht, "Pap en mam zijn dood."
"Dat weet ik." Zegt hij geïrriteerd, "Misschien had ik gedacht dat het mijn dode tweelingzusje was als ik het niet van jou had geweten." Zijn groene ogen staan fel, bijna boos. Een beetje beledigd houd ik mezelf weer stil.
"Was het een geest?" vraagt Hermione, om de ongemakkelijke stilte te breken.
"Ik weet niet... nee... ze zagen er heel solide uit..."
"Maar dan –"
"Misschien was het verbeelding," zegt Harry, "Maar... te oordelen naar wat ik kon zien... ze leken erop... ik heb foto's van ze..." een koud gevoel spoelt over mij heen. Ík heb met ze gepraat. Nog met ze 'geleefd' in het tweede jaar. Ik heb de kans gekregen om ze te leren kennen. Harry niet.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Sep 07, 2017 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

I'm A Potter ~ Book 3Where stories live. Discover now