♡Chapter 25: De Dementors

693 100 20
                                    

~ Vergeet niet om het leuke sterretje aan te raken~

Terwijl ik naar buiten loop, realiseer ik me wat er vanavond gebeurd is. Mijn geheim is geen geheim meer. Harry weet wie ik ben. Alleen al die gedachte zorgt voor een grote glimlach op mijn gezicht. Langzaam lopen we verder de tunnel door, Crookshanks voorop; gevolgd door Ron, Lupin en Pettigrew; vervolgens Snape die erachterna vliegt en als laatste Sophia, Hermione, Black, Harry en ik. Het is een langzame optocht, tot Black opeens iets onze kant op zegt:
'Jullie weten wat dit betekend? Pettigrew inleveren?'
'Je bent dan vrij.' zegt Harry.
'Ja.... Dat klopt ja..' antwoordt Black langzaam, 'Maar ik ben ook... Ik weet niet of iemand jullie dit heeft verteld... Ik ben ook jullie Godfather.'
'Ja, dat wisten we.' antwoord ik stilletjes.

'Uhm.. Nou ja, jullie ouders stelden mij aan als jullie voogd... Mocht er iets met hun gebeuren. Lena, jij hebt ook nog Remus, maar ik denk dat je dat al wist...' Ik knik mijn hoofd, maar wacht af waar het gesprek langzaam naartoe gaat.
'En ik zal het begrijpen, natuurlijk, als jij Harry bij jullie tante en oom wil blijven en jij Lena bij de Scotts... Maar... Uhm... Als mijn naam gezuiverd is en je misschien een ander... Een ander thuis wil... En natuurlijk jij ook Sophia... Familie hoort er altijd bij.'

Een bom ontploft in mijn buik en een warm gevoel spreid zich over mijn lichaam uit. Niet meer naar huis... Weg van de mensen die me hebben opgevoed, die me niet thuis wilden hebben met kerst en continue aan het werk zijn. Weg van de mensen die mij jarenlang hebben opgevoed zonder ook maar iets over mijn afkomst te vertellen.

'Met... Bij jou komen wonen... De Dursleys verlaten?' Harry's stem kraakt van opwinding en ik besef het mij dan ook. Bij mijn echte familie wonen, leven in een warm huis vol met magie. Ik heb er al zo lang over gedroomd, het zelfs aan Remus gevraagd, maar die kon tot mijn teleurstelling (en die van Aimee) niet nog een kind onder zijn vleugels nemen.
'Natuurlijk, ik dacht al dat jullie het niet zouden willen,' zegt Black snel, 'Ik dacht alleen... Misschien...'
Ik wissel snel een blik met Harry, die knikt. Sophia is stil aan het huilen van blijdschap.
'Ben je gek? Natuurlijk willen we bij je komen wonen! Heb je al een huis?! Wanneer kunnen we verhuizen?' Ik kon de verrassde blik van Black z'n gezicht aflezen.
'Jullie willen het wel? Jullie menen het? Jij ook Sophia?'
'Ja, we menen het!' antwoord ik lachend en ik kijk Harry enthousiast aan. Op Black zijn gezicht ontstaat voor het eerst deze avond een oprechte glimlach.

Ik sla snel een beschermende arm om Sophia heen, die snel haar tranen wegveegt.
'Een familie... Een echte familie.' fluistert ze vol ongeloof. De rest van de tunnel blijft het stil, maar ik kan mijn geluk niet op. Als we het hol uitkomen, verwacht ik eerlijk gezegd een zon die ons tegemoet straalt, maar het is al aardedonker. Blijkbaar hebben we langer onder de grond gezeten dan ik dacht.

Remus is nog steeds druk bezig met Pettigrew. Zijn stok is nog steeds getrokken en port in de dikke buik van Pettigrew.

'Een verkeerde beweging, Peter.' zegt Remus dreigend. Dan verschuift er een wolk die voor de maan zat, waardoor de aarde zacht verlicht wordt. Ik besef me niet wat er gebeurd tot Remus opeens ongecontroleerd begint te schudden. De realisatie slaat in als een bom.
'Oh shit...' fluistert Sophia, terwijl ze langzaam haar stok uit haar laars haalt.
'Hij heeft zijn potion niet ingenomen!' Hermiones stem trilt, 'Hij is niet veilig!'
'Ren,' fluistert Black, 'Ren, nu.'

Maar wij allemaal staan aan de grond genageld. Mijn benen lijken niet te reageren op mijn hersenen. Ik kijk snel in het rond en zie tot mijn schrik dat Ron ook nog vastzit aan Pettigrew en Lupin en zelf geen kant op kan. Black ziet onze twijfel.
'Laat het aan mij over! REN!'

Langzaam zie ik hoe Remus veranderd in een beest dat ik niet meer kan herkennen. De kippenvel verspreid over mijn gehele lichaam en ik begin te trillen als een rietje. Opeens zie ik Pettigrew duiken naar Remus zijn wand. Een ijzige gil verlaat mijn keel, zodra ik bezef wat hij aan het doen is. Sophia sprint nog naar voren, maar het is al te laat. Er klinkt een harde knal en ik zie een felle lichtflits. Nadat ik knipper, zie ik Ron bewusteloos op de grond, met Sophia naast hem. Sophia heeft een bloederige snee op haar voorhoofd, maar tot mijn opluchting gaat haar borstkas rustig op en neer.

I'm A Potter ~ Book 3Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu