♡Chapter 11: De verrader

1.3K 106 28
                                    

De volgende dag heb ik mijn stalen gezicht weer opgezet en ben ik naar mijn eerste lessen gegaan. Harry is ook ontslagen uit de ziekenvleugel, maar hij gedraagt zich heel anders. Ookal doet hij alsof alles weer goed gaat en negeert hij gemeen commentaar, iets aan hem is veranderd. Hij lijkt vol zorgen en ziet er erg nerveus uit. Na het middageten lopen we naar DADA, waar ik erg enthousiast over ben, omdat Remus me heeft verteld dat we Zompelaars gaan behandelen.

"Als Snape opnieuw invalt meld ik me ziek." Kreunt Ron terwijl we naar het lokaal lopen, "Lena, kijk eens wie het is." Ik steek mijn hoofd om het hoekje en ik zie -zoals ik al verwacht had- Remus aan zijn bureau zitten.

"Kust is veilig!" grinnik ik en opgelucht zucht iedereen achter me. De halve klas was achter mij gaan staan omdat iedereen een zware haat heeft aan Snape. We lopen het klaslokaal binnen en gaan gelijk zitten, aangezien we al een beetje laat zijn. Remus glimlacht welkomend naar ons, maar hij ziet er nog steeds moe uit. Meteen als de les begint is er een stortvloed van klachten, waarvan ik Remus al had gewaarschuwd.

"Het is niet eerlijk, hij viel alleen maar in. Waarom moet hij ons huiswerk geven?"
"- Twee rollen perkament!"
"Hebben jullie tegen professor Snape gezegd dat we nog niet zo ver waren?" vraagt Remus nep verbaasd. De klas blijft even stil, maar gelijk daarna barst het weer uit in een rumoer.
"Ja, maar hij zei dat we vreselijk achter waren..."
" - hij wilde niet luisteren..."
"Twee rollen perkament!"
"Maak jullie maar geen zorgen. Ik zal met professor Snape praten, jullie hoeven dat opstel niet te maken." Zegt Remus glimlachend, ik kan zien dat hij zijn lach in moet houden door de verontwaardigde blikken in het lokaal. Iedereen in het lokaal zucht opgelucht en na dit gaat Remus verder met zijn les.

Aan het eind van de les roept Remus Harry nog even bij hem. Ik ga achterin op een tafel zitten, zodat ik op Harry kan wachten. Ik kan ze horen praten over de wedstrijd van afgelopen zaterdag. Ik luister niet echt naar het gesprek, totdat ik de naam Sirius Black hoor vallen.

"Ja, Black moet een manier hebben gevonden om zich te verzetten. Ik dacht dat dat onmogelijk was... ze zeggen altijd dat de dementors een tovenaar van al zijn kracht beroven als hij te lang in hun nabijheid verkeert."

"Maar u heeft die dementor in de trein toch weggejaagd?" zegt Harry dan opeens hoopvol. Ik spits nu ook mijn oren. Het laatste wat ik wil is weer flauwvallen. Niet veel mensen hebben het gezien doordat ze afgeleid waren door Harry en ik laag vloog, maar ik wil het niet nog een keer meemaken.

"Er zijn... bepaalde verdedigingsmiddelen." Zegt Remus voorzichtig, en ik kan zien dat hij een schuine blik naar mij werpt. Ik ben inmiddels gaan staan en heb een schuine grijns op mijn gezicht.

"Wat voor verdedigingsmiddelen, kunt u me die leren?" vraagt Harry gretig.

"Ja professor Lupin, wat voor verdedigingsmiddelen?" val ik hem bij en met moeite houd ik mijn lach in.

"Ik pretendeer niet dat ik een expert ben in het afweren van Dementors... integendeel zelfs." Zegt Remus, terwijl hij zich eronder uit probeert te kletsen.

"Maar stel je voor dat ze opnieuw naar een wedstrijd komen? We moeten ons toch kunnen verweren en beschermen." Zeg ik terwijl ik mijn puppyoogjes opzet. In mijn ooghoeken zie ik Harry hevig knikken. Remus zucht even als hij onze gezichten ziet, maar geeft dan toe.

"Nou... Goed dan. Ik zal jullie proberen te helpen. Maar ik ben bang dat dat tot volgend semester moet wachten. Ik moet nog een heleboel doen voor de vakantie. Ik heb een heel slecht moment gekozen om ziek te worden."

Na deze belofte klaart Harry een heleboel op. Uiteindelijk klaart het weer ook nog op. De storm gaat liggen en een warm, najaars zonnetje schijnt. Langzaam tel ik de dagen af naar de kerstvakantie. Ik heb besloten om op school te blijven, aangezien Sophia, Hermione, Ron en Harry blijven en mijn pleegouders het oke vinden. Iedereen begint ook echt al langzaam in de kerstsfeer te komen en tot iedereens vreugd is er ook nog een uitje naar Hogsmeade voor de vakantie. Nu kan ik gewoon zelfs kerstcadeaus kopen voor iedereen, in plaats van bestellen via de uil. Alleen Harry vind het iets minder leuk, omdat hij nog steeds niet mee mag. Ik vind het persoonlijk ook onzin, maar ik kan er niets aan doen. Op de dag van dat we naar Hogsmeade gaan is het ijzig koud, dus met enorm dikke jassen en sjaals en mutsen lopen we met z'n vieren naar buiten, terwijl Harry ons triest uitzwaait. Ik heb mijn uiterlijk weer eens veranderd, om niet te veel op 'mezelf' te lijken.

I'm A Potter ~ Book 3Where stories live. Discover now