♡Chapter 27: Terug in de tijd // part 1

624 69 16
                                    

~Vergeet niet om op het sterretje te drukken!~

"Professor Dumbledore!" schreeuw Harry opgelucht, "Sirius Black-"
"IN HEMELSNAAM!' zegt Madam Pomfrey hysterisch, "Is dit een ziekenzaal of hoe zit het? Professor Dumbledore, gaat u alstublieft – "
"Het spijt me, Poppy, maar ik moet meneer Potter, miss Scott en miss Granger spreken. Ik ben net bij Sirius Black geweest."

Ik houd mijn adem in. Dan zou Sirius vast het verhaal hebben verteld en Dumbledore zou hem vast en zeker geloven. Toch?
"En die heeft zeker hetzelfde sprookje verteld dat hij ook aan Potter en zijn vriendjes heeft verteld?" snauwt Snape, : Iets over een rat en dat Pettigrew nog zou leven –
"Dat beweerde Black inderdaad, ja." Antwoord Dumbledore kalm.
"En heft mijn getuigenis dan helemaal geen gewicht in de schaal?" gromt Snape, "Peter Pettigrew was niet in de Shrieking Shack en ook op het schoolterrein heb ik hem nergens gezien."
"Omdat u bewusteloos was, professor!" zegt Hermione wanhopig, "U kwam te laat om te horen wat..."
"Miss Granger, HOU UW MOND!"
"Kom, kom, Snape," zegt Fudge geschrokken, "Die jongedame is nog niet helemaal bij haar volle verstand, daar moeten we een beetje rekening..."
"Ik wil Harry, Lena en Hermione graag even alleen spreken," onderbreekt Dumbedore, "Cornelis, Severus, Poppy – zouden jullie ons alleen willen laten?"
"Professor! Ze hebben verzorging nodig, rust!" sputtert Madam Pomfrey tegen.
"Dit kan helaas niet wachten. Ik sta erop."

Met samengeknepen ogen en een zuur gezicht verlaat Madam Pomfrey de zaal om naar haar kantoortje te gaan en slaat de deur met een klap dicht. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe Fudge zijn gouden horloge trekt en zijn handen samenwringt.
"De dementors kunnen ieder moment komen. Laat ik ze maar opwachten... Ik zie je boven wel, Dumbledore." Fudge loopt naar de deur en houd die open voor Snape. In plaats van de Minister braaf te volgen, blijft hij stokstijf staan.
"U gelooft toch hopelijk geen woord van da verhaal van Black?" fluistert Snape, die Dumbledore strak aankijkt.
"Ik wil Harry, Lena en Hermione graag even alleen spreken." Herhaalt Dumbledore alleen maar. Snape neemt hierop nog een stap in de richting van Dumbledore.
"Black heeft op zijn zestiende al aangetoond dat hij tot moord in staat is. Dat bent u toch niet vergeten, professor? U bent toch niet vergeten dat hij ooit geprobeerd heeft mij te vermoorden?" sist Snape.
"Er mankeert niets aan mijn geheugen, Severus," zegt Dumbledore zacht, bijna zo zacht dat ik het niet kan verstaan. Eindelijk loopt Snape met grote stappen naar de deur die Fudge nog steeds openhoud. Ik houd mezelf in tot de deur volledig gesloten is tot ik losbarst.
"Professor, wat Black zegt is waar – we hebben Pettigrew gezien!'
"- Hij is ontsnapt toen professor Lupin in een weerwolf veranderde."
" – Hij is een rat."
" – Pettigrew heeft zijn voorpoot – lk bedoel vinger – zelf afgehakt –"
" – Pettigrew heeft Ron aangevallen en niet Sirius –"
Ik wil nog iets zeggen, maar voordat de woorden mijn mond verlaten, steekt Dumbledore zijn vinger op om de stortvloed aan verklaringen af te kappen.
"Nu moeten jullie luisteren en val me alsjeblieft niet in de rede, want we hebben heel weinig tijd," zegt hij kalm, "voor dat verhaal van Black bestaat geen greintje bewijs, behalve jullie woord – en het woord van drie dertienjarige tovenaars zal echt niemand geloven"

De moed zinkt gelijk in mijn schoenen als hij dat zegt.
"Een straat vol ooggetuigen heeft gezworen dat Sirius Pettigrew vermoord heeft," gaat Dumbledore rustig verder, "Ik heb zelf tegenover het Ministerie verklaard dat Sirius de Geheimhouder van de Potters was."
"Professor Lupin kan u vertellen –" zegt Harry, die blijkbaar niet langer zijn mond kan houden dan voor 30 seconden. Uit irritatie geef ik hem een klap op zijn schouder en een blik dat eigenlijk zegt: 'kan je even je bek houden?'.
"Professor Lupin zwerft momenteel door het bos en kan niemand iets vertellen. Tegen de tijd dat hij weer mens is, is het te laat en is Sirius meer dan dood. Laat ik daaraan toevoegen dat weerwolven door de meeste tovenaars zo worden gewantrouwd dat zijn getuigenis van heel weinig waarde is – en als je daar het feit bij optelt dat hij en Sirius oude vrienden zijn..."
"Maar," begint Harry weer, wat heb nog een klap op zijn bovenarm oplevert.
"Luister, Harry! Het is te laat, begrijp je? Je ziet toch ook wel in dat het verhaal van professor Snape veel overtuigender is dan dat van jullie?"
"Maar hij haat Sirius!" zegt Hermione. De wanhoop druipt van haar stem af. Dezelfde wanhoop die mijn hele lichaam overneemt, "En allemaal vanwege een of andere stomme grap die Sirius ooit met hem heeft uitgehaald -"
"Sirius heeft zich niet bepaald onschuldig gedragen. Die aanval op de Fat Lady - het feit dat hij de toren van Gryffindor is binnengedrongen met een mes – zonder Pettigrew, dood of levend, hebben we geen schijn van kans het vonnis van Sirius nietig te verklaren." Ik haal opgelucht adem.
"Dus u gelooft ons wel?" zeg ik.
"Jazeker, alleen bezit ik niet de macht om andere mensen ook de waarheid te laten inzien of om beslissingen van de Minister van Magic te herroepen." Antwoord Dumbledore kalm. "Wat we nodig hebben, is meer tijd." Dumbledore laat zijn lichtblauwe ogen indringend over ons drieën heen glijden, maar blijven hangen op Hermione.
"Maar –" begint ze, tot haar ogen oplichten. "OH!
"Luister goed," zegt Dumbledore dan zacht en duidelijk, "Sirius zit opgesloten in het kantoortje van professor Flitwick, op de zevende verdieping. Het dertiende raam van rechts in de Westertoren. Als alles goed gaat, kunnen jullie vanavond meer dan één onschuldig leven redden, mar denk eraan: Jullie mogen niet gezien worden! U kent de wet, miss Granger – u weet wat er op het spel staat... Jullie – mogen – niet – gezien – worden!"

I'm A Potter ~ Book 3Where stories live. Discover now