hoofdstuk 18

185 16 1
                                    

Mijn hersens kraken. Sarah's moeder zet thee en een trommel met koekjes neer en ze heeft een diepe frons tussen haar wenkbrauwen. Sarah kijkt me bemoedigend toe, alsof het antwoord op al haar vragen in mijn hoofd zitten maar ik ze er niet uit kan krijgen.

'Had die jongen je huissleutels?' vraagt Sarah's moeder. Ik denk na. Ik heb hem zoveel gevraagd, maar nooit echt antwoord gekregen. Wat weet ik eigenlijk over hem? 'Ik... ik weet het niet. Het lijkt me vreemd, ik zou niet weten hoe.' Mijn hoofd doet pijn van het denken.

'Maar hoe kwam hij je huis binnen?' Ik denk nog meer na terwijl ik naar een koekje uit de trommel reik. Sarah knikt bij haar moeders vragen als bevestiging dat zij het ook graag wilt weten. Hij kwam mijn huis niet binnen. Hij was er gewoon opeens. Opeens schiet me weer iets te binnen. 'Toen... Op een dag... Hij sprong van het balkon af...' Het voelt raar en onnatuurlijk om over Boy te praten, helemaal omdat het allemaal zo raar klinkt en misschien ook wel is. 'Toen ik ging kijken, zag ik niets. Ik wilde vragen hoe en waarom en... Ik- ik kreeg gewoon nooit antwoorden.' Hoe raar dit verhaal daadwerkelijk klinkt is af te lezen aan de gezichten van Sarah en haar moeder.

De rest van de dag probeer ik me meer dingen te herinneren, maar we raken allemaal alleen nog maar meer in verwarring. Het is ook eigenlijk wel bizar... een vreemde jongen die opeens in mijn kamer stond en (uitgerekend míj) zag staan, geen antwoord op vragen gaf, mijn beste vriendin probeert te vermoorden die hem niet heeft gezien. En dan nog geen eens dingen als plotselinge verdwijningen na ongedeerd van mijn balkon af te zijn gesprongen en de periode meemaken waarin mijn vader, moeder en bijna mijn vriendin omkomen. Ik wil de dood van mijn ouders er niet graag bij betrekken, maar ik moet realistisch blijven. Ik kan niet slapen door deze vele gedachten dus lig maar stil denkend in het logeerbed in Sarah's huis. Op een gegeven moment voel ik een aanwezigheid in de kamer. 'Sarah?' Ik open moeizaam mijn ogen en zie een gedaante staan. Ik herken hem meteen.

Boy; between love and deathWhere stories live. Discover now