hoofdstuk 7

277 21 6
                                    

Ik hoor een automotor en het grint knisperen. 'Papa!' Ik ren naar mijn vader toe als hij in zijn glimmende Mercedes de oprit komt opgereden. Hij parkeert de auto in onze garage en stapt uit. Hij is verandert sinds de vorige keer dat ik hem zag, een paar maanden geleden. Ouder, grijzer. De stress is van zijn gezicht af te lezen. Ik hoor opeens in mijn hoofd een bekend liedje over een meisje wat hij vroeger altijd voor me zong. Alleen veranderde hij haar naam dan in Stephanie. Ik hoor zijn mooie stem met de gitaar erbij en voel een rilling. Ik mis die tijd zo erg.

'Papa!' roep ik nog een keer. Hij loopt langs me heen. Dan loopt hij door naar de ingang van ons grote huis. Ik loop hem achterna en zie hoe hij het huis goed observeert alsof het de eerste keer is dat hij het ziet. Ik haat papa ook niet trouwens, bedenk ik me. Hoe kon ik zo denken? Mijn vader gooit zijn spullen neer en loopt naar onze keuken. Uit een kast haalt hij een grote fles drank en schenkt een volle teug in een glas. Hij gaat op zijn vaste leren stoel in de woonkamer zitten en staart voor zich uit. Ik ga in en stoel tegenover hem zitten.

'Hoe is het, pap?' vraag ik oprecht nieuwgierig.

'Goed' antwoord hij kortaf. Er valt een stilte. Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen. Dan zegt papa iets.

'Ik vroeg je om op haar te letten.' Ik verstijf. Ik voel een steek in mijn hart. Het klopt. Ik had op haar moeten letten. Mijn ogen worden vochtig.

'Pap, ik- ik heb... Het spijt me zo!' Mijn vader zegt niks en gooit zijn glas in een keer achterover. Dan loopt hij de trap op naar boven. Ik voel zijn voetstappen steeds zachter worden en dan een deur dichtslaan.

Boy; between love and deathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu