8.

116 7 0
                                    

Lauren

‘Iedereen wakker worden!’ Riep iemand uit de Hermes cabine. ‘Over een half uur is het ontbijt. De mensen die te laat zijn mogen de afwas doen.’

Geïrriteerd deed ik mijn kussen over mijn hoofd heen en mompelde dat ik wilde blijven slapen. Helaas waren mijn cabine genoten er niet mee eens en ik kreeg een kussen naar me toe geworpen. Ik was blij dat ik straks wanner ik geclaimd was niet meer met de Hermes mensen opgescheept zat.

We liepen richting de eetzaal en schoven bij de Hermes tafel aan. De tafel was de langste van allemaal, omdat alle niet geclaimde kinderen in de hermes cabine zaten. Er kwam een mevrouw met een bord eten aanlopen. Ze deed bij iedereen iets anders op hun bord, alsof ze wisten wat iedereen lekker vond. Toen iedereen zijn bord vol had liggen, begonnen mensen op te staan en naar het vuur te lopen.

‘Wat doen ze?’ Vroeg Tony.

‘We offeren een deel van ons eten aan de goden, om te laten zien dat we ze dankbaar zijn.’ Zei ik en hij fronste zijn wenkbrauwen, alsof hij verbaasd was dat ik dit wist.
‘Het stond in de Rick Riordan serie.’ Zei ik vlug, zodat hij het begreep.

Ik schraapte een deel van mijn eten in het vuur en liep terug naar de tafel, waar Travis iets aan het vertellen was. Terwijl hij de mededelingen langs liep, at ik mijn bord leeg en luisterde naar wat er gezegd werd.

‘Het programma van vandaag is simpel. Om 11 uur gaan we naar de arena, om te oefenen met wapengebruik. Dit onderdeel is verplicht om bij te wonen.’ Zei Travis Stoll. ‘Om 1 uur is het middageten en daarna is de middag vrij om zelf dingen te gaan doen. Voor de onbepaalde kampers, je kan gaan rondkijken bij andere cabines en aansluiten bij verschillende activiteiten. Om 6 uur worden jullie weer verwacht bij het avondeten en om half 9 is het kampvuur. Het is nu 9 uur. Ik zie jullie om 11 uur bij de arena. Jullie kunnen nu wat voor jezelf gaan doen.’ Zei hij vervolgens en gebaarde dat we weg mochten.

De zaal stroomde leeg en wij, Tony en nog een paar anderen bleven achter. Nu iedereen weg was, had ik eindelijk een overzicht op de zaal. Er stonden een stuk of twintig tafels die allemaal anders beschilderd waren. De Hermes tafel was oranje beschilderd met op het midden van het tafelblad het symbool van Hermes. De tafels zagen er allemaal uniek uit, maar waren allemaal mooi op hun eigen manier.

‘Wat willen jullie gaan doen de komende 3 uur?’ Vroeg Tony.

‘Euhmm ik weet het niet.’ Zei ik, maar ik wilde er eigenlijk even tussen uit knijpen, om na te denken. Ik deed mijn rugzak op mijn rug, want ik had hem niet in de cabine laten liggen. Je weet het nooit met Hermes kampers.

‘Vind je het erg als ik even ga wandelen? Ik ben over een uurtje terug.’

‘Dat is goed, dan gaan wij naar het kanomeer. ’

Ik liep naar buiten en besloot om maar een beetje het terrein te verkennen. Ik bestudeerde de cabines die in naast elkaar opgesteld stonden. Het waren er 20 die in gebruik waren. Ik vroeg me af in welke ik misschien deze week nog zou zitten. Alles is beter dan 2 vierkante meter op de grond in de hermes cabine met mensen waarvan je niet zeker weet of je ze met je spullen kan vertrouwen.

De boogschietbaan lag er stil bij. De Apollo kampers waren vast ergens anders mee bezig, want hier was niemand. Ik liet mijn vingers over een van de oefenbogen glijden en voelde aan de zwaarte van de pijlen. Nu ik een boog vast had, begon ik te twijfelen over mijn wapenkeuze.
Zou een boog handiger geweest zijn dan het zwaard dat ik gekozen heb?
Ik liet mijn hand richting het schuifspeldje bewegen en voelde of hij nog vast in mijn haar zat. Ik beet op mijn lip en besefte me dat ik gisteren pas voor het eerst een zwaard vast heb gehad. Dus ik weet ook niet hoe ik moet zwaardvechten. Dat wordt leuk in de arena zometeen dacht ik in mezelf. Ik zuchtte en liet de boog los.

Ik liep het gebouw uit en wandelde over het terrein heen. Ik was op veel plekken niet geweest, maar het bos trok mijn aandacht. Ik had echt behoefte aan een wandeling in de natuur, waar het gewoon lekker rustig was en niemand liep te vervelen, waar ik even weg kon vluchten van alle problemen die Kamp Halfbloed had. Ik verlangde naar het geluid van de vogels die hun liederen zongen, het breken van takjes onder je voeten en het geritsel van de bladeren. De wind die langs je oren suist en je haar zachtjes weg blaast en de dieren die je nieuwsgierig van een afstand observeren.

Na een wandeling van een halfuurtje kwam ik bij een beekje aan. Ik was best moe en besloot even uit te gaan rusten. Ik liet mezelf naast het beekje op de grond vallen, nadenkend over hoe ik het hier de komende tijd ga hebben. Ik sloot mijn ogen en dacht even nergens aan. Na een paar seconden van zo gezeten te hebben, deed ik mijn ogen weer open en pakte mijn rugzak erbij. Ik zocht naar wat te eten, want ik had echt honger. Toen ik mijn rugzak opendeed, zag ik het doosje dat ik eerder niet open kreeg liggen. Het was een zwart doosje met gouden randen. Het was erg licht, alsof er niks in zat.

‘Dat vervloekte ding.’ mompelde ik gefrustreerd.

Ik haalde hem uit de tas en schoof de rugzak weer aan de kant. Ik probeerde het doosje open te krijgen en zocht naar een manier om dat te doen. Ik stopte mijn nagels tussen de spleet die er in zat en trok eraan. Helaas ben ik erg onhandig en mijn nagels klapten dubbel.

‘Godverdomme!’ Vloekte ik en gooide het doosje boos op de grond.

‘Lukt het?’ Vroeg een stem achter me.
Boos draaide ik me om.

‘Nee, want dat stomme ding wil niet open.’
Toen zag ik een jongen met bruin haar en bruine ogen staan, Thomas.
‘O sorry…’ zei ik. ‘Ik ben nogal geïrriteerd door dat ding.’

Thomas liep naar me toe en raapte het doosje op. Hij keek er even naar en zocht naar een manier om het te openen. Hij fronste zijn wenkbrauwen. Even keek hij bedenkelijk, maar ik kon aan zijn gezicht zien dat hij het snapte.
‘Je kan dit doosje niet met kracht openmaken, je moet iets doen waardoor het opengaat.’
Hij stopte het doosje terug in mijn handen en keek me even aan.
‘Hier, bewaar het goed. Hij gaat alleen open als je hem nodig hebt.’

Ik knikte en draaide me om om hem terug in de rugzak te doen. Toen in me weer omdraaide, was Thomas weer weg.

‘Tjeezz, kan dat kind niet even dag zeggen ofzo?’ Mompelde ik.

Ik wierp nog een laatste blik op het beekje en besloot terug te gaan naar de anderen. Ik deed mijn tas op mijn rug en liep het bos uit, richting het kanomeer.

The New Heroes Of Olympus ~ The Creater of mankind Where stories live. Discover now