20 ~ Zak

121 12 1
                                    

Hoofdstuk 20 ~ Zak

Het eerste wat me opvalt wanneer ik bij bewustzijn kom, is dat ik verschrikkelijke hoofdpijn heb. Voorzichtig open ik mijn ogen en zie alleen maar wit. Wacht wat? Ben ik in de hemel?

Nee sukkel, je bent niet in de hemel. Hoor ik een irritante stem, genaamd Delore, zeggen.

Ik laat een lange zucht horen, waarnaar ik de kamer in me op neem. Rustig kijk ik om mij heen en kijk naar het apparaat naast me wat om elke seconde een poepje geeft. Dus ik ben niet leeggezogen door die bloedzuigers. Dat kan ik me amper voorstellen. Het laatste wat ik herinner, is dat ik op de grond viel met bloed om me heen. Bloed! Waarom zouden ze zich verzetten. Waarom leef ik nog?

Veder staat er een stoel, een klein keukentje en nog meer stoelen.

Ik lig in de ziekenboeg dus, alweer.

Ik draai me om naar het raam en grinnink als ik zie dat het is dichtgeplakt met tape. Zijn ze bang dat ik er weer uitspring? Ik grinnik bij de gedachte.

Ik draai me weer om en zie dat mijn hand helemaal verpakt is met verband. Zo erg bloedde het toch ook weer niet? Ik kijk naar de rest van me lichaam. Ik heb een te wijd shirt aan, met een voetbal broekje. Ik begin een beetje panisch te worden, van wie zijn deze kleren? En wie heeft me uitgekleed?

Ik ruik aan de kleren, en ze doen me denken aan iemand, maar ik kan niet plaatsen van wie.

Ik zie ook dat de rest van de wondjes, op mijn benen en armen geheeld zijn. Blijkbaar waren die niet zo diep als die op mijn hand.

Ik moet hier weg. Ik moet mijn neef waarschuwen voor de oorlog waar de maangodin mij over heeft verteld.

Ik sla de dekens van me af en sta op. Bijna val ik in elkaar, maar ik kan me nog net opvangen aan de rand van het bed. Schijnbaar heb ik hier een tijdje gelegen, aangezien het voelt alsof ik net leer lopen. Langzaam schuifel ik naar de deur. Ik druk de deurklink naar beneden en merk dat de deur gewoon open is. Word ik hier dus niet gevangen genomen? Of is dit een val? Er gaat van alles door me heen, waardoor ik niet merk dat mijn verband blijft haken aan de deurklink.

Ik probeer er aan te trekken, maar dat is het domste wat ik kon doen. Het verband scheurt, en ik val naar achter. Mijn val word opgevangen door mijn hand, waardoor de hechtingen opensnijden. Ik hoor mezelf een gil geven van de pijn.

Het bloed druipt van mijn hand op de vloer. Het duurt een seconde voordat ik besef wat er gebeurd. Ik sta op en probeer te rennen naar de deur. Wat niet erg snel gaat, aangezien mijn benen niet mee werken.

Ik wil net de deur dicht doen, maar er komt een vampier er tussen staan. Hij kijkt me aan met bloedrode ogen. En grinnikt wanneer hij mijn bange gezicht ziet.

Ik kijk hem in zijn ogen aan en doe zachtjes een paar stappen naar achter. Ik zie dat hij zijn ogen sluit en de geur van mijn bloed in zich opneemt. Wanneer hij dat doet pak ik snel de stoel die achter mij stond en houd hem voor me.

"Die stoel gaat je leven echt niet redden hoor meisje," zegt een vampier terwijl hij een gemene grijns tevoorschijn tovert.

"D-dat zien we nog wel," probeer ik krachtig over te komen, maar mijn stem trilt te erg. Ik ben zwak dus ik kan niet in mijn wolf vorm veranderen. Ik heb geen kans. Hij gaat me vermoorden.

Ik hoor hem grinniken en opeens staat hij naast me. Van schrik spring ik achteruit, waardoor ik op het bed beland.

"Zie je? De stoel helpt nikssss," fluistert hij in mijn oor. Ik wil vechten, maar ik voel me zo zwak en machteloos.

The Dark War - (On Hold)Where stories live. Discover now