Hoofdstuk 19

658 40 14
                                    

Hallo lieve lezers! Bedankt voor al jullie reacties, ik word er echt blij van! :D

2000 reads is nog niet gelukt, maar daar gaat het ook niet om. :) Het gaat snel genoeg.

Hier is hoofdstuk 19. Het is best kort, omdat ik pas later heb bedacht dat dit stuk belangrijk was voor de volgende hoofdstukken. Eén voordeel: ik heb hoofdstuk 20 nu ook al bijna af! :D

In ieder geval: enjoy! xD

Arnaut voelde zich opgewekt. Eden en Celia vermaakten zich prima, met de boogschutters. Ze kregen hen niet alleen weer in het gareel, maar konden het ook gewoon goed met hen vinden. Zelf vond hij hen niet bijster interessant, dus liep hij weer terug naar hun verblijf. Onderweg kwam hij Erak tegen, die diep in discussie was met een vrouw. Arnaut trok zijn wenkbrauwen op. Erak met een vrouw? Zijn nieuwsgierigheid gewekt, liep hij op hen af. Erak merkte hem gelijk op.

“Arnaut! Goed dat ik je zie!” riep hij uit. Daarna gebaarde hij naar de vrouw. “Dit is Karina.” Ah, dacht Arnaut. De moeder van Hal. Die hij niet kende, maar toch… Hij schudde haar hand en stelde zichzelf voor. “Loop even met ons mee,” nodigde Erak hem uit.

                Gedrieën liepen ze door de straten van Hallasholm. Hier en daar werden de twee Skandiërs door bekenden begroet. Op een rustige plek hield Erak hen staande.

“Karina, ik moet je iets vertellen,” zei Erak ernstig. Karina kreeg een bezorgde uitdrukking op haar gezicht.

“Dat voorspelt niet veel goeds,” mompelde ze. De oberjarl knikte.

“Dat doet het inderdaad niet,” beaamde hij. “Het gaat om Hal.” Karina keek hem nu ronduit angstig aan.

“Wat is er aan de hand?” Haar stem klonk kalm, maar haar gezicht was alles behalve dat. Arnaut snapte waar Erak op doelde en nam het woord over.

“Araluen is in oorlog,” begon hij, maar hij kreeg niet de kans om verder te gaan.

“Wat?! Waarom krijg ik dat nu pas te horen? Wist jij dit, Erak? Heb je hen gestuurd als troepen, om je aan het verdrag te houden? Is mijn zoon in gevaar?” riep Karina uit. Erak stak verdedigend zijn handen op.

“Natuurlijk wist ik dat niet! Ik kreeg het te horen van Arnaut en zijn metgezellen, toen zij aankwamen. Als ik had geweten dat er oorlog was, dan was ik er zelf heengegaan! Waarschijnlijk had ik Hal dan wel gevraagd, maar dat zou niet buiten jou omgaan…” verzekerde hij haar.

“Araluen is zo onverwachts aangevallen, dat niemand precies wist wat er gebeurde. We hebben nooit de kans gehad een verdedigingsplan of leger op te stellen, laat staan een waarschuwing naar Skandia sturen,” voegde Arnaut toe.

                Karina leek iets te kalmeren. Ze keek hem fronsend aan.

“Je praat erover alsof je zelf bij die organisatie hoorde,” merkte ze op. Arnaut knikte.

“Dat hoorde ik ook. Nog steeds eigenlijk,” mompelde hij verbitterd. “Dat krijg je als je getrouwd bent met de kroonprinses.” Karina’s wenkbrauwen schoten omhoog en Erak barstte in lachen uit.

“Je laat het klinken alsof dat heel erg is!” riep hij geamuseerd uit. Arnaut schudde eveneens lachend zijn hoofd.

“Dat bedoel ik niet. Het is alleen jammer dat ik me zo machteloos moet voelen hierbij. Ik ben zelf een ridder. Ik wil vechten voor mijn land, niet wegvluchten om samen met mijn schoonvader de koning plannen te verzinnen,” ging hij wat serieuzer verder, met tot vuisten gebalde handen gebaren makend.

                Karina knikte.

“Dat zal vast,” zei ze. “Alleen is het vaak veel beter om als leider ergens veilig plannen te maken, dan om te vechten zonder plan,” voegde ze er wijselijk aan toe.

“Weet ik,” mompelde Arnaut beteuterd. Hij voelde ondanks alles wel wat voor wat actie. Karina lachte hartelijk om zijn kinderlijke toon. Erak knikte bedachtzaam.

“Ik kan me wel voorstellen dat je iets wilt doen. Dat gevoel heb ik ook nog steeds,” zei hij. “Maar ik moet me bezighouden met papierwerk.” Zowel Arnaut als Karina moesten lachen om Erak’s uitdrukking.

“Tja, Erak, dat krijg je als je de oberjarl bent!” grinnikte Arnaut. Erak gromde iets onverstaanbaars, wat niet erg complimenteus klonk. “Oh, trouwens, nu we het toch over oberjarl dingen hebben,” ging hij verder. “Over de boogschutters hoef je je geen zorgen meer te maken!” Erak keek hem verbaasd aan.

“Echt? Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?” riep hij uit. De Aralueen grinnikte.

“Ik niet. Cassandra en Celia!” vertelde hij. “Hoe? Geen idee.” Karina glimlachte mysterieus.

“Vrouwelijke intuïtie,” verklaarde ze. Erak en Arnaut staarden haar aan. Ze zwaaide naar hen, om zich vervolgens om te draaien en weg te lopen. Erak wees haar na.

“Snapte jij…?”

“Nope.”

Het einde...? (Grijze jager/ Broederband fan-fiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu