Hoofdstuk 16

696 43 13
                                    

Hallo lieve lezers! Allereerst wil ik zeggen, bedankt voor het lezen!!! Dit verhaal heeft al bijna 1100 reads!! Jullie hebben geen idee hoe blij dat me maakt! :D Maar goed, hier is het nieuwe hoofdstuk. Waarschuwing: het wordt weer behoorlijk dramatisch... *lacht geniepig* (dat woord is grappig, geniepig :p) In ieder geval, enjoy! :)

Hal hing onderuitgezakt op zijn bankje, genietend van het milde briesje dat over hem heen waaide. Stig had eerder het roer van hem overgenomen. Hal had eigenlijk zelf nog door willen gaan, maar Stig had erop gestaan dat hij ook wat rust nam. Hij besefte nu pas hoe erg hij daaraan toe was geweest. Thorn kwam op het bankje naast hem zitten.

“Nog een paar dagen,” zei hij, starend naar de horizon. Hal knikte. Energie welde op in hem , bij de gedachte aan thuis. Hij vond het vreemd dat hij het gevoel had dat hij al tijden weg was, terwijl het maar een paar weken waren. Ze hadden niet eens iets gedaan in Araluen. Nou ja, behalve vechten voor hun leven en vluchten uiteraard…

“Het zal wel vreemd zijn, weer terug in de oude routine,” verzuchtte Hal. Thorn nam even de tijd voor hij antwoordde.

“Ik denk niet dat we weer in de oude routine terecht gaan komen,” zei hij toen. “Niet met die hele situatie in Araluen.” Hal fronste. Thorn kon nog wel eens gelijk hebben.

                Op dat moment kwam Will op hen afgelopen. Hal stak even zijn hand op, bij wijze van begroeting. Will glimlachte en kwam op het bankje aan de andere kant van Hal zitten.

“Wat is het plan, nu we bijna bij Skandia zijn?” vroeg hij gelijk opgewekt. “Evanlyn en ik gaan in ieder geval regelrecht door naar Erak, om hem om hulp te vragen. Ook gaan we op zoek naar…” Thorn stond woest op. Hal keek verschrikt naar hem op. In zijn ogen lag iets te lezen, maar hij wist niet wat hij het was. Het was in ieder geval geen woede, wat Hal wel verwacht had. Onterechte woede, maar nog steeds woede. Hal sprong op en hoorde Will achter zich hetzelfde doen.

“Thorn, wat…” begon hij, maar Thorn negeerde hem en liep regelrecht door naar Will.

“Waar bemoei jij je nou telkens mee?!” siste hij in zijn gezicht. “Je loopt hier rond alsof je de belangrijkste persoon op de wereld bent, maar dat ben je niet! Je hebt geen idee hoe fout je zit, als je denkt dat je hier op je plaats bent!” Hal wist niet wat hij moest zeggen. Hij snapte best dat Thorn de jager niet als zijn beste vriend beschouwde – Will had hem vaak genoeg voor gek gezet –, maar nu overdreef hij toch behoorlijk.

                Voordat hij iets kon verzinnen om de twee uit elkaar te halen, ontplofte Will ook.

“Misschien hoor ik hier niet, nee!” riep Will furieus uit. Thorn deed een stap naar voren, Will naar achteren dringend. “En als ik het had kunnen helpen, was ik ook veel liever thuis geweest, bij mijn vrouw! Maar dat is nou eenmaal niet zo! Verman jezelf! Het leven gaat verder!” Will en Thorn staarden elkaar een moment woedend aan. Hal zag verschrikt dat er iets in Thorn’s blik veranderde. Daarna gebeurde alles zo snel, dat hij het amper bij kon houden. Thorn gaf Will, die al met zijn rug tegen de reling aan stond, een duw. Langzaam, heel langzaam leek het, tuimelde hij van boord. Een fractie van een seconde stond er schrik op Thorn’s gezicht te lezen, daarna draaide de oudere Skandiër zich om, geïrriteerd iets voor zich uit mompelend. Hal rende naar de reling en keek over de rand. Will kwam net hoestend en proestend boven water, een meter of twintig verderop.

“Strijk de zeilen!” riep Hal snel. Ulf en Wulf kwamen direct in actie.

“Willie!” hoorde Hal een verdrietig stemmetje achter hem roepen. Hij keek om en zag hoe Evanlyn tegen Will’s regels in op een bankje klom en zich over de reling boog om te zien waar haar grote vriend was.

Het einde...? (Grijze jager/ Broederband fan-fiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu