Hoofdstuk 2

1K 38 18
                                    

Hoi mensjes!
Ik vond het in het begin best lastig dit hoofdstuk te schrijven, maar het is toch wel goed gelukt, denk ik zo. Ik hoop dat jullie er net zo over denken! Enjoy :)

“Heb je genoeg proviand ingeslagen?” vroeg Karina aan Hal. Hal knikte, natuurlijk had hij dat. Hij wendde zich naar Thorn om te vragen of hij zijn gevechtsarm ook had ingepakt; je wist immers maar nooit of ze dat ding nodig zouden hebben.
“Hebben jullie genoeg geld mee?” vroeg Karina echter voor hij iets kon zeggen. Hal draaide zich weer terug en glimlachte even.
“Jahaa, dat is allemaal al aan boord,” zei hij nadrukkelijk. Karina glimlachte ook. Ze wist dat Hal best voor zichzelf en zijn bemanning kon zorgen, maar ze wist ook van Hal’s neiging om kleine details te vergeten. Hal zag de bezorgdheid in de ogen van zijn moeder.
“Rustig maar mam,” zei hij opgewekt. “We gaan alleen Araluen maar even bekijken.” Hal had al zo veel verhalen over dat land gehoord, dat hij behoorlijk nieuwsgierig was geworden naar het geboorteland van zijn moeder.  Karina knikte en trok Hal tegen zich aan bij wijze van afscheid.
“Tot over een paar maanden,” mompelde ze in zijn oor. Hal lachte haar bemoedigend toe en sprong toen aan boord van de Reiger. De rest van de bemanning volgde zijn voorbeeld en zonder enige aansporing nodig te hebben begonnen ze het schip vertrek klaar te maken.
                Na enkele minuten begon de Reiger steeds sneller richting open zee te varen. Hal stond opgewonden bij het roer. Hij voelde zich uitermate vrolijk. Eindelijk weer eens een langere reis. Hal dacht aan alles wat hij in Araluen wilde zien en doen. Hij wilde één van die maffe grijze jagers ontmoeten, een deel van het land zien, maar eigenlijk wilde hij voornamelijk weer eens een keer Hallasholm uit: hij en de Reigers werden na hun reis om de Andomal terug te halen wel veel meer gerespecteerd, maar na een tijdje werd het toch benauwd om alleen maar thuis te zitten. Het leek hem alleen maar logisch om zijn nieuwsgierigheid en verlangen naar de zee te combineren en naar Araluen te gaan en het had hem dan ook niet veel moeite gekost om de andere Reigers over te halen.
“Hey, Hal!” riep Stig lachend, Hal uit zijn gedachten halend. “Ik praat tegen je!” Hal keek hem schaapachtig aan.
“Sorry, wat zei je?” riep hij terug. Stig grinnikte en kwam naast hem bij het roer staan.
“Ik zei: stoppen we onderweg nog bij Skorghijl, of gaan we in één keer door?” Hal dacht even na. Toen haalde hij zijn schouders op.
“We gaan wel langs Skorghijl,” zei hij. “We hebben ten slotte geen haast.” Stig knikte. Thorn voegde zich ook bij hen.
“Ben jij al eens in Araluen geweest, Thorn?” vroeg Hal nieuwsgierig, terwijl hij het roer een klein stukje bij draaide. Thorn dacht even na en toen knikte hij.
“Ja,” zei hij langzaam, duidelijk diep in zijn herinneringen verzonken. Hal en Stig keken hem verwachtingsvol aan.
“Wat?” vroeg Thorn. Hal rolde met zijn ogen.
“Hoe was het daar?” vroeg hij toch maar. Thorn fronste.
“Het is een saai, groen landje,” bromde hij en toen liep hij weer terug naar het bankje waar hij eerder op had gezeten.
“Nou, dat beloofd veel,” merkte Stig droog op. Hal grinnikte.
“We hebben het hier wel over Thorn, hè?” herinnerde hij Stig. Stig knikte en trok een serieus gezicht.
“Dat is precies wat ik zeg,” zei hij en toen schoten ze samen in de lach.

De nacht was al enkele uren geleden ingevallen en de meeste Reigers lagen bij hun bankjes te slapen. Hal luisterde naar Stig, die Edvin zachtjes wakker maakte om het roer over te nemen. Hij lag op het randje van slapen en waken, maar dat lag hij al bijna een uur lang. Telkens wanneer hij in slaap dreigde te vallen, schoot er weer een of andere gedachte in zijn hoofd waardoor hij wakker bleef. Na nog een uur besloot hij om Edvin maar wat eerder af te wisselen. Hal ging rechtop zitten, wreef de slaap uit zijn ogen en liep naar het roer toe. Edvin keek hem vragend aan en Hal haalde zijn schouders op.
“Kan niet slapen,” mompelde hij. Een tijd lang stonden ze zwijgend naast elkaar, terwijl de Reiger langzaam door voer. Edvin sloeg een hand voor zijn mond en gaapte. Hal realiseerde zich dat hij op dit uur van de nacht misschien wel zou willen slapen.
“Vind je het erg als ik het roer overneem?” vroeg hij daarom haastig. Edvin schudde zijn hoofd en keek Hal dankbaar aan. Hal nam het roer over en keek Edvin na, terwijl hij naar zijn slaapplaats liep. Dromerig stond Hal de rest van Edvin’s tijd achter het roer en daarna ook zijn eigen tijd, tot Stig kwam om hem af te lossen. Zwijgend wisselden de twee van plaats en Hal merkte dat hij het nu wel voor elkaar kreeg om in slaap te vallen.

Het einde...? (Grijze jager/ Broederband fan-fiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu