Hoofdstuk 10

915 40 6
                                    

Hoi allemaal! Eindelijk dan het nieuwe hoofdstuk! Ik weet het, ik zou het de 23ste al plaatsen, maar dat kwam er niet van... Ik heb het wel extra lang gemaakt, zoals ik heb beloofd :) Ik hoop dat jullie het leuk vinden. Enjoy! P.S. Waarom schrijf ik altijd zo dramatisch? xD

Vraagje: Uit wiens oogpunt zal ik het volgende hoofdstuk maken, Will/Halt/Arnaut?

  Hal stond nerveus aan het roer. Hij had eerst geprobeerd om zijn bemanning zo veel mogelijk aan te sturen, maar ze deden al alles wat ze konden, dus dat had niet veel nut. Hij hield er niet van om weg te vluchten. Zeker niet wanneer hij zijn vijand niet kende. Hij had geen idee waar die zogenaamde Scoti op uit waren. Ook had hij het idee dat Will het een en ander voor hem achter hield, zo stilletjes als hij aan de reling naar hun achtervolgers staarde. Misschien waren ze wel alleen achter hen aangekomen voor Will – maar dat kon Hal hem moeilijk kwalijk nemen: Will had hem daar immers voor gewaarschuwd. Hij keek over zijn schouder en zag opgelucht dat de Reiger op de andere schepen begon uit te lopen. Het zou niet lang meer duren totdat ze niet meer in zicht waren. Dat had dan ook weer nadelen: zonder zicht op de achtervolgers was het ook niet mogelijk om te bepalen hoe lang het zou duren voordat ze hen in zouden halen. De Reigers zouden dan ieder moment alert moeten zijn en niet kunnen stoppen. Stoppen kon nu sowieso niet. Hal huiverde. Die Scoti werkten  hem op de zenuwen.

"Hal, wat is het plan?" riep Stig naar hem, aankomen lopend vanaf de andere kant van het schip.

"Ik weet het niet, oké?!" schreeuwde Hal gefrustreerd. "Ik weet het niet! En als iedereen dat constant blijft vragen, kan ik ook niets verzinnen!" Stig stak verdedigend zijn armen omhoog.

"Rustig! Het was maar een vraag, je hoeft niet zo te schreeuwen," riep hij geschrokken uit. Hal zuchtte en mompelde een verontschuldiging. Het was niet zijn bedoeling geweest om zo tegen Stig uit te vallen, maar hij had even een momentje rust nodig. Hoe kon hij anders rustig nadenken? Stig ging naast Thorn en Lydia staan en deed mee aan hun spelletje 'kijk-Hal-zo-verwachtingsvol-als-mogelijk-aan'. Het was best een lachwekkend gezicht en Hal keek grijnzend de andere kant op.

"Weet je iets?!" vroegen Thorn, Lydia en Stig in koor. Hal rolde met zijn ogen.

                 Wat zouden ze kunnen doen? Optie één: omkeren en vechten. Niet zo slim. Optie twee: doorvaren en hopen dat ze eerder in Skandia kwamen dan dat de Scoti hen te pakken kregen. Zo goed als onmogelijk. Hal zuchtte. Dit ging het niet worden. Hij had een optie drie nodig.

"Stig, neem het roer over," mompelde hij grijnzend, zodra optie drie hem te binnen schoot. Hij liep al weg voordat Stig het roer bereikte, broedend op zijn plan. Hij negeerde alle nieuwsgierige blikken en plofte neer op een van de bankjes, zijn hoofd steunend op zijn handen. Het zou niet lang meer duren voordat ze bij Skorghijl aankwamen. Ze zouden daar de haven in varen en dan de baai zo goed mogelijk barricaderen. Daarvoor zouden ze wrakhout of oud meubilair uit de blokhutten kunnen gebruiken en eventueel zouden ze ook nog één van de hutten op kunnen breken. Dat zou de Scoti wel even tegenhouden. De gebruikers van die hutten zouden er alleen niet zo blij mee zijn, maar dat was dan jammer; ze moesten toch iets. Daarna zouden ze zich moeten verdedigen. Ze hadden dus wapens nodig waarmee ze over of door de barricade heen konden schieten. Hopelijk zouden ze dan na verloop van tijd de andere schepen kunnen laten zinken. Hal grijnsde weer en  liep het plan nog een keer door, voor het geval hij een klein detail gemist had. Hij dacht van niet. Maar ja, dat dacht hij nooit...

               Hij riep alle Reigers en Will bij elkaar en lichtte hen in over zijn plan. Uiteraard gaf iedereen zijn toestemming, maar daarvoor was Hal dan ook de skirl. Hij zag Thorn, Lydia en Stig tevreden naar hem kijken, met een blik van 'zie-je-nou-wel-dat-je-het-weet' in hun ogen. Hij nam het roer weer van Stig over en merkte voldaan op dat hij niet nerveus meer was. Hoeveel een plan al niet met een mens kon doen... De rest van de bemanning zag er ook veel minder gespannen uit en zelfs Will had zich van de vijanden afgewend. Hal keek grinnikend toe hoe de kleine Evanlyn zich uit zijn armen wurmde en weer naar Lydia rende. De twee meisjes leken goede vriendinnen te worden, ondanks het grote leeftijdsverschil.

Het einde...? (Grijze jager/ Broederband fan-fiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu