Hoofdstuk 18

766 42 31
                                    

Hallo lieve lezers! Het heeft even geduurd, maar hier is dan toch hoofdstuk 18! Dit is het allereerste dat ik voor dit verhaal heb verzonnen. Hier heb ik de rest omheen verzonnen.

Jullie hebben geen idee hoe blij het me maakt dat dit verhaal al 1609 reads heeft!!! Ik vraag me af: zou het lukken om dat 2000 reads te maken voor hoofdstuk 19 geplaatst wordt? Ik zeg niet dat ik niet verder zal gaan als dat niet gebeurd, dat vind ik onzin, maar het zou wel leuk zijn. :)

In ieder geval, ik hoop dat jullie het leuk vinden. Laat me weten wat jullie ervan vinden! (Dat motiveert me dan ook weer om sneller verder te schrijven...) Opgedragen aan issey989, mijn zusje Iris, die een paar dagen geleden jarig was. Gefeliciteerd! Enjoy!

“De sergeant was mijn vader,” kreeg Will er met moeite uit. Daarna draaide hij zich om en zonderde zich af. Het gesprek had hem van streek gemaakt, meer dan hij wilde toegeven. Het feit dat zijn vader Thorn had gekend was… verwarrend. Hij wist niet wat hij ervan moest denken. Hij had zijn vader nooit gekend, maar toch was hij een persoonlijk onderwerp. Dat zijn lot met dat van Thorn verbonden was geweest, was moeilijk te begrijpen.

                Hij werd zich bewust van een gestalte naast zich. Hij herkende de robuuste vorm van Thorn en slikte even. Hij vertrouwde zijn stem nog niet, dus zei hij niets, ondanks alle vragen die op zijn tong brandden. De stilte sleepte zich een tijdje voort.

“Het spijt me,” klonk het toen eenvoudig. Will keek de grote Skandiër aan en zag dat de drie kleine woordjes, die altijd zo moeilijk uitgesproken worden, gemeend waren. Het bezorgde hem een brok in zijn keel en alweer wist hij niet wat hij moest zeggen. “Ik wist niet dat hij een zoon had,” vervolgde Thorn, starend naar de open zee. Will schokschouderde.

“Tja,” mompelde hij. “Ik wist ook niet dat hij mijn vader was. Halt heeft me in mijn eerste jaar als zijn leerling verteld over die dag. Dat is het enige wat ik over hem te weten ben gekomen.” Hij vroeg zich af of Thorn zijn moeder ook had gekend. Of hij iets meer over zijn familie kon vertellen.

“Alles wat ik in Araluen had, had ik aan hem te danken. Ik heb nog een tijd bij hem en zijn vrouw,” hij keek Will even met een veelbetekenende blik aan, “gelogeerd in het begin. Het is vreemd om te realiseren dat hij… dat hij er niet meer is.” Will knikte. Hij wist maar al te goed hoe Thorn zich moest voelen, ook al had hij zijn vader nooit gekend.

                Nog een stilte strekte zich uit, beide gespreksdeelnemers in gedachten verzonken.

“Wat gebeurde er toen, nadat je verbannen werd, bedoel ik?” vroeg Will. De jager die hij was, wilde hij het hele plaatje kennen. Thorn keek naar hem opzij.

“Ik ben weer teruggegaan naar Skandia. Mijn oude broederband was ergens ver weg, dus sloot ik me aan bij een andere, die van Erak. Daar leerde ik Mikkel kennen, Hal’s vader. Hij werd al snel mijn beste vriend. Om te bewijzen dat ik wel degelijk goed was als vechter, werkte ik me op tot Maktig.” Thorn pauzeerde even, terwijl Will zijn woorden tot zich door liet dringen. “Ik ben tot nu nooit teruggegaan naar Araluen. Ik was het wel van plan, maar toen stierf Mikkel en werd Erak oberjarl… Het is er nooit van gekomen.”

                Will liet zich op het dichtstbijzijnde bankje zakken. Op dat moment wilde hij niets liever dan thuis zijn, in Araluen en keer op keer zijn pijlenkoker leeg schieten – op een schietschijf uiteraard. Niet op een persoon... Thorn ging tegenover hem zitten. Will keek hem aan.

“Ik denk dat het tijd wordt dat we onze ruzies opzij zetten, en ervoor zorgen dat we in Skandia aankomen zonder verdere problemen,” stelde hij vast. Thorn knikte.

“Dat idee heb ik ook,” antwoordde hij, zijn hand uitstekend. Will pakte hem vast en schudde hem, hun oude geschillen begravend. Will kon het niet helpen dat een brede grijns zijn gezicht in tweeën spleet. Het voelde goed om al dat gedoe achter de rug te hebben.

Het einde...? (Grijze jager/ Broederband fan-fiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu