Deel 23.

69 6 0
                                    

Inmiddels ben ik weer thuis, nou ja, in mijn hotelkamer. Mijn hoofdpijn is nog niet over, maar de pijnstillers verlichten het. Ik ga op mijn bed liggen en ik val bijna in slaap. Ik worstel ertegen, ik mag niet in slaap vallen, als ik nu in slaap val komt mijn oma me halen en zit ik voor altijd opgesloten in de hemel. Ik verlies de strijd en val in slaap.
Ik loop buiten met mijn knuffelkonijn, het is droog, maar boven ons hangt een regenwolk. We lopen verder om de regenbui te ontwijken, maar de wolk blijft boven ons. De regenbui barst los, niemand heeft er last van behalve wij. Wij staan in de regen, terwijl het in de rest van het land droog is. We lopen verder, in de regen. Mensen kijken ons raar aan, wij lopen met een paraplu en voelen regen, terwijl bij hun de zon schijnt. We zoeken een schuilplaats die we vinden in een winkelstraat. We vluchten de winkel in, maar de regenwolk blijft ons opwachten voor de winkel. Er zit niets anders op dan verder lopen, verder door de regen.
Ik schrik wakker. Ik leef nog! Ik ben niet dood! Mijn oma is me niet komen halen! Is dit een teken, een teken dat ik de strijd ga overleven? Ik ben dol gelukkig. Ik ren naar beneden richting de receptie. Ik weet dat Rover vandaag werkt. Ik zie hem staan en ren naar hem toe, ik spring in zijn armen. "Ik leef, ik wordt beter, ik weet het zeker!" Zeg ik.
"Ben je beter verklaard?" Vraagt Rover.
"Nee, maar ik heb een ingeving gehad. M'n zelfvertrouwen is terug!"
"Ik wist wel dat je het terug zou vinden!" Zegt Rover en hij zet me neer.
"Wat is hier aan de hand?" Vraagt Laura die net aan komt lopen.
"Ik heb mijn zelfvertrouwen terug, ik ga het overleven, ik weet het zeker!" Zeg ik.
"Wat een geweldig nieuws!" Zegt Laura.
"Inderdaad, maar ik ga weer" zeg ik en ik loop het hotel uit.

Ziek. Misschien voor altijd. Misschien nog maar even.Where stories live. Discover now