Deel 10.

66 5 0
                                    

Ik loop richting het restaurant om wat te eten. Ik loop naar een tafel en ga zitten, even later komt Maxime bij me zitten. "Wil je me het nu wel vertellen?"
"Wat?"
"Waarom je hier bent"
"Ik ben achtergelaten omdat m'n moeder niet voor me kan zorgen. Ze vindt dat ik te veel van haar vraag, maar wat wil je?"
"Wat bedoel je?"
"Ik kan er toch niets aan doen"
"Waaraan?"
"Ik ben ziek, ik heb leukemie, en nu vind m'n moeder dat ik te veel van haar vraag. Maar ik kan er niets aan doen!"
"Dat moet niet makkelijk zijn"
"Ach, je weet er helemaal niets van, je weet niet hoe het is om achtergelaten te zijn of hoe het is om leukemie te hebben!"
"Maar ik kan het me wel voorstellen"
"Rot toch op!"
"Wil je je moeder ooit nog gaan opzoeken?"
"Nee, na alles wat ze me heeft aangedaan zeker niet!"
"Als je erover wilt praten kan je altijd komen"
"Er zijn hier genoeg mensen die ik vertrouw en die voor me klaar staan, en jij hoort daar zeker niet bij!"
"Ik bedoel het goed"
"Dat zal wel, kan je nu gaan?!"
Maxime staat op en loopt het restaurant uit. Ik blijf machteloos achter, alleen, met mijn knuffelkonijn.

Ziek. Misschien voor altijd. Misschien nog maar even.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu