Deel 12.

76 6 0
                                    

We vliegen over de huizen, over de kroegen, over het hotel en over het ziekenhuis. Ik ben vrij, nu, straks niet meer. Als ik straks ontwaak uit mijn slaap ben ik weer opgesloten in de werkelijkheid. Ik geniet van dit moment. Ik zie mijn oma, "je kan het, je gaan het winnen" zegt ze. Ik vlieg verder, over de school, het huis van mijn ouders dat ik liever in brand zou steken en het zwembad. Mijn knuffelkonijn vliegt naast me, mijn grote vriend, de beste die ik me maar kan wensen! We dalen langzaam, terug het bed in. Ik geniet na van de vlucht, de mooie dingen, herinneringen, goede herinneringen. Ineens zie ik een rode vloed, slechte herinneringen, het huis van mijn ouders. Ik vlieg nog één keer terug, terug naar het huis van mijn ouders. Ik zie ze in de speeltuin zitten met een meisje, hebben ze een ander kind? Hebben ze me zomaar vervangen? Hoe durven ze! Het doet ze helemaal niets!?
Ik schrik wakker uit mijn droom, of was het een nachtmerrie? Ik kijk op mijn telefoon, 8 uur s'avonds. Ik bel Maxime. Ze neemt op en ik vraag haar naar het restaurant te komen. Het lijkt wel of ik een ingeving heb gekregen, dit is het perfecte moment om haar uit te horen.

Ziek. Misschien voor altijd. Misschien nog maar even.Opowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz