Deel 14.

69 6 0
                                    

Het is half 10 en ik zit op mijn kamer. Ik besluit te gaan slapen. Ik ga liggen, sluit mijn ogen, en mijn droom begint. Ik ben onderwater met mijn knuffelkonijn. Ik zie dolfijnen, haaien, vissen, koraal, orka's, walvissen en grotten. Ik kijk verwonderd om me heen. Ik zwem een grot in, wat ik zie is prachtig. Honderden edelstenen, schelpen, goudstukken en vissenschubben. We zwemmen verder de grot in, het wordt steeds mooier. Nu zie ik ook een hele verzameling zilver, een spiegel en een fles waar een briefje in zit. Ik pak de fles op en maak hem open. Ik lees wat er op het briefje staat. 'Je bent een held'. Een held? Ik snap het niet, waarom ben ik een held? Is dit een aanwijzing? Maar waarnaar dan? Maxime? Ik zwem de grot uit en ik zie hoe de zon in de zee verdwijnt. Het is prachtig! Een vis neemt me op zijn rug en neemt me mee. We zwemmen de oceaan in, weg van het verdriet, weg van de oorlog, weg van de onzekerheid en weg van mijn ziekte. Ineens draait de vis om, terug naar de dingen die ik liever vergeet. Ik hoor mijn wekker en schrik op uit mijn droom. Dat is zo, ik moet vandaag naar het ziekenhuis voor een extra chemo. Niemand weet het. Ik loop naar de receptie om te vragen of Laura mee kan, maar die is afwezig. Ook Rover kan niet want hij moet werken, dat weet ik want dat had hij gisteren gezegd. Janine kan ook niet want die moet met haar man mee naar het ziekenhuis. Alleen Maxime blijft nog over, degene waar ik nu liever niet mee spreek. Ik besluit maar alleen te gaan, ik pak mijn knuffelkonijn en loop richting het ziekenhuis.

Ziek. Misschien voor altijd. Misschien nog maar even.Where stories live. Discover now