19. Geen angst.

236 26 2
                                    

Hoofdstuk 19. Geen angst?


Callum knikt teleurgesteld. 'Helaas wel'. Zegt hij. 'Wat'. Zeg ik. Dylan loopt naar mij toe slaat zijn arm om mij heen. 'Maar ik ben pas een veertien jarig kind'. Zeg ik. 'Hoe kon hij dit aandoen bij een meisje waar hij van hield'! Roep ik hard. Ik ga op de bank zitten met Dylan. Callum laat mij even boos zijn tot ik al wat afgekoeld ben. Hij loopt de kamer gewoon even uit .

Na een uurtje komt hij terug. 'En'? Vraagt Callum. Ik knik. 'Ik ga vanavond naar Clay toe om met hem te praten'. Zeg ik. 'Nu is het zeker'. 'En ik wil jullie ook met mij mee hebben, maar dan wel als spionnen'. Zeg ik. Ik sta op van de bank. 'Wanneer moeten wij trainen voor nieuwe technieken want ik en Dylan zijn net begonnen'. Zeg ik.

Callum knikt. 'Ik kan jullie met een andere gang wel op het training gebied afzetten'. Zegt hij. Hij loopt naar een andere kamer terwijl ik en Dylan hem volgen.

***************

Ik loop de kamer van Callum weer in in mijn spionnen kleding. Ik ben helemaal uitgeput van net.  Ik ben het al gewend om hierin te lopen. Ik kijk naar buiten. Na het trainen is het al donker geworden. Ik kijk op de klok in de kamer. Het is al bijna zeven uur. Ik kijk naar Dylan en Callum die ook de kamer in lopen. 'Ik ga zo naar Clay'. Zeg ik.

Ze knikken. 'Vergeet geen andere kleding aan te trekken want anders weet hij dat je een spion bent'. 'Vergeet niet dat je die technieken van net goed kan gebruiken tegen Clay'. Zegt Callum. Ik knik als ik naar de deur loop. Ik open de deur en kijk Dylan aan. 'Ga je nog niet naar huis'? Vraag ik. Hij schudt zijn hoofd. 'Ik wacht op Kian en de andere spionnen'. Zegt hij.

Ik knik. 'Tot zo dan hé'. Zeg ik. Ik sla de deur achter mij dicht en ik ren naar huis. Door die training heb ik eigenlijk het idee dat ik Clay makkelijk aan kan. Ik weet niet waarom maar ik voel mij sterker dan normaal. Ik kom al steeds dichtbij mijn huis. Ik weet niet waarom Clay nou echt tegen mij wilde praten. Maar ik beloof mezelf hierbij dat ik niet meer bang word van Clay.

Ik sta al voor mijn huis. Ik pak mijn sleutels en ik open de deur. Ik trek mijn schoenen uit en ik ren naar boven toe. Ik loop naar mijn kamer en ik trek normale kleren aan. Gewoon een zwarte broek met een turquoise shirt. Ik kijk even naar de tijd. Het is al bijna weer tijd dat ik naar Clay ga.

Ik haal diep adem voor ik weer naar beneden ga om mijn spullen te pakken en weer de deur uit ga. Ik trek witte schoenen aan die doorlopen naar zwart aan de voorkant. Aan de zijkant onderin loopt ook een dikkere turquoise rand. Deze schoenen gebruik ik vaak voor atletiek maar ik verwacht nu wel dat ik ga rennen. Ik pak mijn sleutels en ik loop naar de deur. Ik kijk nog snel even naar mijn telefoon.

Zal ik Clay op de hoogte brengen van dat hij wel kan verwachten dat ik kom of niet? Ik ga sowieso tegen mijn spion leden zeggen dat ik nu vertrek maar of Clay het ook moet weten.... Ik zoek het nummer van Callum ergens tussen de berichten van mij en Kian. Hij heeft zijn nummer ooit doorgestuurd dus dat staat er wel ergens tussen. Ik zie het nummer van Callum verschijnen en ik klik erop.

Callum, Ik vertrek nu van huis. Ik ga nu naar Clay. Laat de andere spion leden weten dat ik nu vertrek. Ik ga via voor dus zorg dat je daar niet in zicht bent.

Ik doe mijn telefoon in mijn andere zak en ik loop naar buiten. Het is hier niet ver vandaan, dat weet ik nog wel. De hele tijd onderweg denk ik aan wat hij wil doen. Ik hou maar steeds in mijn hoofd dat hij ook een goede kant heeft. Dat is nou meestal het na deel van meisjes. Ze denken altijd wel ergens dat een jongen ook een goede kant heeft.

Ik probeer mij er niet door mee te slepen maar ik heb het zelf gezien. Hij was niet .................. Nou ja, iets van plan of zo. Denk ik. Ik sta al snel in de straat van Clay.   Ik kijk naar de struiken waar ik de vorige keer zat toen ik hier was. Ik zie Kian naar mij kijken. Ik maak snel een gebaar dat ze laag moeten blijven. Ik zie Kian knikken. Ik loop het hoekje om naar de deur van Clay. Ik kijk snel de andere kant op.

Het is helemaal donker. Overal om Clay zijn huis staan struiken. Ik ben niet bang voor hem. Ik kan het aan. Zeg ik in mezelf. Dan hoor ik ineens een geluid achter mij. Ik schrik en spring naar achter. 'Rustig Reve'. Hoor ik. Oh nee, daar komt de angst al. Ik draai mij om. 'Oh Clay'. Zeg ik. Ik voel mijn hartslag gelijk sneller gaan van angst. Waarom moest ik nou bang voor hem zijn.

'Kom je binnen'? Vraagt hij ineens heel normaal. Ik slik en knik. Ik loop voorzichtig langs hem naar binnen. 'Waar wilde je met mij over praten'? Vraag ik als eerste. 'Je heb mijn brief dus gezien'. Zegt hij. Ik zucht. 'Ja natuurlijk, het lag tegen het raam in mijn kamer'. Zeg ik. Ik zie Clays' ogen groot worden. Nu snap ik het al.

'Heb jij ingebroken in mijn huis'!? Vraag ik en ik voel dat ik een beetje boos word. Hij schudt zijn hoofd.  'Het briefje lag in mijn kamer'. Zeg ik. Clay gaat op de bank zitten. 'Dit is niet waar ik met jou over wilde praten'. Zegt hij. Ik kijk hem aan en ik ga naast hem zitten. Huh? Hoe kan dit? Ik ben niet bang.

-----------------------------------------------------------------

Heey allemaal, 

Weer een nieuw hoofdstuk. 

Het word voor mij al wat moeilijk om te typen. 

Ik heb veel ideeën maar bijna geen woorden ervoor. 

In ieder geval ben ik blij dat ik bijna 1,5 K heb. 

Hopelijk word het nog veel meer. 

Het kan nu iets langer duren voor het volgende hoofdstuk komt. 

Vandaar dat ik geen echte cliffhanger heb gedaan

Bye :)

Poison (1)Where stories live. Discover now