36

5 0 0
                                    

Ik zie mijn onderarm vallen en stuiteren op de grond, ik kijk naar mijn stomp waar stromen bloed uit komen en ik voel nog net Roos-Anne omdraaien als ik weg val, door al het bloed en bloedverlies.
----------------
"Weet je zeker dat ze nog wel wakker word?" Hoor ik een stem zeggen, ik kan de stem niet herkennen. "Ze lijkt dood." Hoor ik iemand anders zeggen de persoon klinkt wanhopig. Ik probeer mijn ogen open te doen, maar na dat twee keer te hebben geprobeerd ben ik zo moe, dat ik weer in slaap val.

Als ik weer wakker word, maar nog steeds niks kan bewegen of ogen open doen, begin ik weer naar de wezens te luisteren die nog steeds aan het fluisteren zijn. Het zijn denk ik anderen, maar ik weet het niet zeker. "Het is dat ze nog ademt, anders weten we dat ze dood is. Maar ze ademt nog dus leeft nog." Hoor ik iemand zeggen. "Zou ze veel pijn hebben?" Zeg iemand anders. Nee ik heb geen pijn, ik voel helemaal niks. Het enige wat ik kan is luisteren en denken. Gelukkig ben ik beeld denker. Het blijft een poos stil en ik denk terug aan wat er is gebeurt. Gelijk flitsen er beelden van het wezen dat mijn arm eraf heeft gehakt door mijn hoofd. Ik zie het zwaard door mijn arm gaan, alsof mijn arm van boter is gemaakt. Daarna zie ik mijn arm stuiteren op de grond en met doffe klappen neerkomen. Dit herhaalt zich nog een paar keer.

Ik probeer me weer te concentreren en luister of iemand iets zegt. "Misschien is het beter om haar te vermoorden, als ze heel veel pijn heeft." Hoor ik iemand zeggen. Nee, dat wil ik niet! Denk ik zo hard mogelijk. "Tshigi lijkt dat niet te willen, hij zorgt er wel voor dat we haar niet vermoorden." Ik begin stemmen te herkennen en op dit moment praat Tion. Goed zo Tion en Tshigi! Ik probeer mijn ogen weer te openen. Nee, het lukt nog steeds niet. Misschien kan ik mijn mond open krijgen. Bedenk ik. Ik probeer het. Ja het lukt! "Hè, kijk haar mond beweegt een klein beetje!" Zegt Roos-Anne enthousiast, ik herken haar stem gelijk. "Als je ons hoort doe dan je mond dicht." Zegt Roos-Anne. Ik probeer mijn mond dicht te doen en ik ben super blij als het lukt. Daarna val ik uitgeput in slaap.

Ik heb geen idee hoe lang ik nu weer heb geslapen, maar ik ben een stuk minder moe, dan de vorige keren dat ik wakker werd. Ik probeer mijn ogen open te doen en wonderbaarlijk lukt dat ook. Als ik mijn ogen open doe, kijk ik tegen een tent aan. Alle tenten zijn gemaakt van bladeren dus deze natuurlijk ook. Ik draai mijn hoofd een beetje en zie daar Tion zitten hij slaapt in de kleermakerszit. Als ik mijn hoofd de andere kant op draai zie ik Roos-Anne daar zitten in de kleermakerszit ook zij slaapt. Gelukkig, ze slapen. Ik heb weleens boeken gelezen waarin de zussen van de zieke persoon niet sliepen. Tion is natuurlijk niet echt een zus, maar toch.

Ik val weer in slaap. Ik wou nog naar m'n arm kijken, maar daar had ik niet meer genoeg puf voor.

"Ze ziet er al stukken beter uit. Ze heeft al meer kleur gekregen. En is niet meer zo wit." Hoor ik Riswinn zeggen. Ik open mijn ogen en kijk om me heen, links zie ik Tinniale staan. Ze kijkt me aan en zegt dan: "Gelukkig je bent weer wakker. Hoe voel je je?" Ik probeer te praten en het lukt me om wat te zeggen. "Wel oke, ik voel niet veel. Links arm geen gevoel." Ik val daarna meteen in slaap.

"Ze is wakker geweest! Waarom was ik daar niet bij." Hoor ik Tion verontwaardigd zeggen als ik wakker word. "Rustig, ik vermoed dat ze daarvoor ook al wakker is geweest, want ze had niet mee zo veel moeite met haar ogen openen." Antwoord Riswinn. "Umpf." Hoor ik Tion zuchten. Ik besluit dat dit wel een mooi moment is ok wakker te worden. Ik doe mijn ogen open en zeg: "Hoi." Ik merk dat dit al makkelijker ging dan de vorige keer. "Je bent wakker!" Schreeuwt Tion enthousiast. "Ja, dat mag wel wat zachter, zoals je zei ben ik net wakker." In mezelf begin ik ook te juichen, omdat ik gewoon weer hele zinnen kan zeggen. "Sorry." Zegt Tion waarna zijn hele gezicht rood word van schaamte. "Hio, hoe gaat het?" Vraagt Roos-Anne, die aan komt lopen. "Wel oke, ik heb nog steeds geen gevoel. Nergens in mijn lichaam. Alleen mijn hoofd een beetje."

"Oh." Zegt Roos-Anne. Ik til mijn hoofd op, zodat ik mijn arm kan zien. Er valt niet veel te zien, want het enige wat ik zie is een wit doek wat van rare stof is gemaakt. Dat kun je zien. "Waarom is het niet rood?" Vraag ik aan Riswinn. "Omdat het speciaal stof is, die je bloedvaten als het ware naar elkaar toe teleporteert waardoor er geen bloed weg kan." Legt Riswinn uit. "Ik had er maar één van, anders had ik je arm kunnen redden." Zegt Tion verdrietig en je kunt zien dat hij zich schuldig voelt. "Jij kan daar ook niks aan doen." Zeg ik tegen hem. Ik ben niet zo moe. "Je moet eten, je hebt al twee dagen haast niks binnen gekregen." Verteld Tinniale. Ze loopt weg en komt even later met een andere tas aan zetten dan met de brood tas. "Wat zit er in?" Vraag ik. "Quiche, dat is bladerdeeg met vlees, groente en begamelsaus erin." Ik knik. "Hier. Die je mond maar open, volgens mij kan je je armen nog niet bewegen hé?" Vraagt ze. Ik knik en probeer mijn armen te bewegen, maar ze bewegen niet. Ik neem een hap quiche, o wauw dat is echt lekker. Na twee stukken quiche te hebben gehad zit ik ook vol.
-------------------
(1002 woorden) hier is een nieuw hoofdstuk. Ik probeer elke dag te gaan publiceren, maar ik weet niet hoe erg dat gaat lukken, maar tot nu toe werkt het nog wel.

Wezens?   1 Wezen?Where stories live. Discover now