Hoofdstuk 37

932 21 3
                                    

Pov. Lola

'En blij dat je weer naar huis mag?' vraagt Jesse terwijl hij me met een blij gezicht aankijkt.  'Ja' knik hem toe.  Hij rolt me op een rolstoel door het ziekenhuis naar de uitgang. Wanneer we het ziekenhuis uitkomen brand de zon meteen op mijn huid. Ik ben minstens twee weken al niet meer buiten geweest en dat is ook zeker te zien. Mijn huid is bijna helemaal wit en om mijn ogen hebben zich zwarte rondjes gevormd. Nou ja dat zegt Jesse tenminste. Ik lijk op een panda zei die gisteren. 'Zo voel ik me ook' zei ik toen terug. 'Lui en hongerig.' hij moest erom lachen en keek me met zijn blauwe ogen aan. 'Gelukkig is je humor niet weg.'

Nadat ik wakker was geworden heb ik wel met Jesse gepraat, maar het ging nooit verder in een gesprek. We hebben beide nog niet gesproken over wat er allemaal gebeurt is voordat ik wakker werd, maar toch heb ik een vermoede dat het niet allemaal klopt.

Hij tilt me op uit de rolstoel en tilt me dan in de auto. Hij vouwt de rolstoel op, gooit hem achterin en gaat dan naast mij achter het stuur zitten. 'Zou ik je maar gewoon naar huis brengen?' vraagt die. 'Je bent vast moe.' 'Graag.' zeg ik terug waarna hij de parkeerplaats verlaat. Voor een moment sluit ik mijn ogen, maar meteen schieten ze open als ik de jongens weer voor me zie. Ik schiet naar voren en Jesse grijpt mijn been vast. 'Wat is er?' vraagt hij meteen bezorgt. 'Wist jij ervan?' vraag ik zijn vraag negerend. 'Waarvan? Wat bedoel je?' zegt hij terug. 'Die jongens. Dat ze terug zouden komen?' zeg ik waarna hij stil valt. 'Nee, dat wist ik niet.' zegt hij dan uiteindelijk. 'Ik wist ook niet wat ze wilde.' Een zucht verlaat mijn mond. 'Kan je me precies vertellen wat er is gebeurt dan misschien kan ik je dan helpen.' zegt hij dan weer. Ik sluit even mijn ogen en kijk dan zijn kant op en zie dat hij voor een moment terug kijkt, maar dan weer zijn blik op de weg richt. 'Ik leverde een brief op de post en ging boodschappen doen voor me vader.' begin ik. 'De brief?' onderbreekt hij mij. 'Hoe bedoel je De "brief"?' vraag ik hem.

Hij houd zich een tijd stil niet wetende wat die moet zeggen. '"De Brief" deed ik voor me vader in de bus.' zeg ik dan terug. 'Dus je had hem toen niet verstuurd?' Zegt hij dan. 'Ik heb echt geen flauw idee waar je het over hebt.' Zeg dan dan weer terug.

Hij zet de auto stil aan de zijkant van de weg. 'We moeten er wel over praten Lola.' Zegt Jesse dan uiteindelijk. 'Waarover?' Snauw ik hem dan geërgerd toe. 'Ik snap geen fuck van waar je het nu over hebt.' Hij richt zijn blik even op mij en kijkt dan weer terug naar voren. 'Ik weet dat ik rot tegen je deed en dat ik erge dingen heb gezegd, maar dan hoef je toch geen zelfmoord te plegen?' Zegt hij dan uiteindelijk. 'Zelfmoord?' Vraag ik hem geschokt. 'Dacht je dat ik zelfmoord wilde plegen?' Zeg ik dan met een lichte lach in me stem. Hij kijkt me verward aan. 'Hoe kom je daar nou weer bij?' Vraag ik dan nog meer lachend. Aan zijn hoofd te zien vind hij het duidelijk niet grappig. Mijn lach verdwijnt terwijl het een verwarde blik word. 'Waar heb je het over?' Vraag ik dan weer. 'Maak nu geen grapje met me.' Zegt die. 'Grapje? Zelfmoord is een vet serieus onderwerp.' Zeg ik terug.

Zonder iets te zeggen start hij de auto weer en rijd de weg weer op. Ik kijk hem nog verwarder aan dan eerst, maar hij lijkt het niet te merken. 'Vertel me wat er aan de hand is.' Zeg ik dan weer, maar er volgt geen antwoord. Enkele seconde later rijden we de parkeerplaats van zijn huis op en komt de auto tot stil stand. Zonder iets te zeggen stapt die uit en loopt die naar binnen mij achterlatend. Hij weet toch wel dat ik in een rolstoel zit of?

Enkele seconde later komt hij weer naar buiten met een brief in zijn handen. Hij gaat weer achter het stuur zitten en drukt dan een brief in mijn handen. Rustig vouw ik hem open. Het is een lange brief geschreven met een netjes hand schrift. 'Van wie is die?' Vraag ik hem dan. 'Van jou.' Zegt die terug. Even kijk ik weer naar de brief, maar dan kijk ik hem nee schuddend aan. 'Nee hoor dit heb ik niet geschreven.' Zeg ik dan. 'Wie dan wel?' Zegt hij terug. 'Dat kan ik toch ook niet ruiken. Ik heb sowieso geen idee waar je het over hebt.' Zucht ik dan.

'Je stuurt me een brief dat je zelfmoord wilt plegen en dan vertel je me dat jij dat niet hebt gedaan?' Schreeuwt hij dan. 'Dat heb ik ook niet gedaan.' Schreeuw ik dan terug. 'Oh en wie dan wel Lola vertel me?' Schreeuwt hij dan weer. 'Ik weet het niet Okay.' Schreeuw ik terug. 'Wie zou ooit zoiets doen?'

Het laatste wat ik hebWhere stories live. Discover now