Een kreet was het enige dat mijn mond verliet, zodra mijn rug de klap opving en de lucht uit mijn longen werd gedrukt. Happend greep ik naar adem, mijn armen vastklampend aan de leren mat onder mij. Mijn levensredder. Het lukte mij niet om normaal adem te halen en met een rood, paniekerig hoofd greep ik naar mijn borst. Naar de botten en ribben die schreeuwden om pijn.
Deze keer verloor ik mijn bewustzijn niet. Deze keer voelde ik hoe de pijn zich in mijn lichaam manifesteerde en hoe de tranen in mijn ogen prikten. Tranen niet alleen van pijn, maar ook van teleurstelling. Het was alsof alles hier tegen leek te zitten. Ik ging op en neer in een eindeloze achtbaan, die mij geen genade toonde.
Bijtend tegen de pijn, kroop ik overeind. Alle blikken waren op mij gericht, maar liefst zes paar ogen die met grote kegeltjes dichterbij kwamen. De eerste kreten waren nog steeds doof in mijn oren, totdat Valor iets zei.
'Gaat het, Maeve?'
Zag het eruit alsof het met me ging? Nee. Wat zei ik?
'Ja, prima.'
Pure onzin, natuurlijk, maar om een reden besloot mijn lichaam nonchalant overeind te staan en het stof van mijn kleren af te kloppen. Het zou een heel ander verhaal zijn als over enkele dagen blauwe plekken tevoorschijn kwamen, maar voor nu, deed ik alsof er niks aan de hand was.
'De matten vingen mijn val', zei ik nuchter, iets wat geen leugen was. Als die matten er niet hadden gelegen, had ik zeker een bot gebroken, al dan niet meer. Het liefste wilde ik dat de pijn verdween en ik verder kon gaan alsof er niks aan de hand was, maar dat zat er niet in.
'Dit was een slecht idee, Maeve. Je bent nog niet klaar voor fysieke, Emorytraining', zei Levi, waardoor de moed mij meteen in de schoenen zakte, 'Ik kan je wel doorverwijzen naar Aiden. Hij is een persoonlijke trainer, die jou eerst helpt met het onder controle houden van je gaven, voordat je ze in de praktijk gebruikt.'
Het voelde als een enorme afgang, maar dat was grotendeels mijn eigen schuld. Ik beet door, ook al had ik dat niet moeten doen. Een fout. Een domme fout die ik zelf weer recht moest gaan zitten. Hoe? Door vanaf het begin af aan verder te gaan. Dus naar die zogenaamde Aiden.
'Wanneer?', vroeg ik, toegevend aan zijn advies.
'Morgen. Ze zouden mij ontslaan als ik jou in deze toestand zou laten trainen', legde hij uit.
Met gepruilde lip sloeg ik mijn blik neer naar de grond. Nog steeds voelde ik ogen door mij heen branden en zodra mijn blik met die van Finn kruiste, durfde ik te wedden dat hij triomf uitstraalde. Hij moest er ongelofelijk van genieten dat hij gelijk kreeg.
Gefeliciteerd met je geweldige overwinning, dacht ik sarcastisch en ik besloot zo snel mogelijk deze zaal te verlaten. Tot mijn verbazing kwam niet alleen Valor, maar ook Oliver mij tegemoet. Twee armen werden om mij heen geslagen, die ik ondanks mijn afgang toeliet en waar ik mijn lichaam op steunde. We probeerden nonchalant door de gangen heen te lopen, zonder al te veel aandacht te trekken, wat niet altijd slaagde.
'Waar je wil je heen?', vroeg Valor.
Verbeten dacht ik na, waarop het antwoord makkelijk bleek te zijn.
'Mijn kamer.'
Levi had gelijk, ik moest nu mijn rust pakken. Maar ik wilde niet alleen zijn, daar had ik nu geen zin in, dus haalde ik mijn SIM erbij. Het holografische schermpje met witte randen, lichtte op en toonde mij al het gemiste nieuws.
- Kom je straks weer naar de kamer? Heb je even nodig. – stuurde ik naar Prudence.
Helaas had ik tegen de tijd dat ik onze kamer had bereikt, nog geen antwoord. Dan moest
ik maar wachten. Oliver had zijn arm enkele minuten terug al weggehaald toen ik zei dat het wel lukte. Valor luisterde daar niet naar en vroeg bij de kamer: 'Red je het zo?'
'Ja, echt waar. Het was niks', legde ik nogmaals uit. Door mijn val leek Valor anders te kijken naar onze connectie, maar waarom wist ik niet. Het was allemaal niet zo erg, dacht ik bij mezelf. Een beetje pijn kon ik wel aan en als het zo zorgwekkend was geweest, lag ik nu al kermend in de behandelruimte. Morgen zou ik weer helemaal de oude zijn, hoopte ik.
Na even te aarzelen, vertrok Valor toch, met Oliver in haar kielzog. Zodra ze uit het zicht verdwenen waren, haalde ik mijn pas erbij en opende ik de deur naar mijn slaapvertrek.
Leeg. Geen Prudence.
Met een zucht zakte ik neer op het bed, wat volgde tot het luide gejuich van mijn spieren. Eindelijk rust, leken ze te schreeuwen. Toen mijn SIM begon te trillen, verwachtte ik een antwoord van Prudence te krijgen. In plaats daarvan werd ik positief verrast door de naam die tevoorschijn kwam. Alyssa.
-Hey, papa hier. Mijn TIM, MIS, hoe het ook het, doet het niet, dus mocht ik die van je
zusje gebruiken. Wij missen jou ook en ik ben zo opgelucht wat van je te horen. Alles goed? Blijf je wel veilig en voorzichtig? – las ik voor in mijn hoofd. Hardop lachte ik om mijn vaders typische woorden.
- Het heet een SIM. En ja, alles gaat helemaal goed. Ik blijf veilig en voorzichtig binnen,
wachtend tot ik ooit een keer terug naar jullie kan. – zei ik geruststellend, in de hoop hem geen wantrouwend gevoel te weten.
Het ging niet altijd goed, maar hij had er niks aan als hij dat wist. Mijn vader kennende duurde het zeker vijf minuten voor ik het volgende bericht ontving.
- Waarom kom je dan niet hier, met ons in de Safehouse? Het is hier beter dan we
hadden verwacht. Je zusje is weer naar school en het Instituut heeft ons verzekerd dat ze constant op haar letten. – stuurde hij terug.
Een vraag die een steek in mijn hart gaf, vanwege het antwoord dat ik moest geven. Vanaf hier voelde ik zijn verdriet. Hoe moest hij zich wel niet voelen nu zijn vrouw en dochter beide weg waren? In één moment was zijn hele gezin in tweeën gesplitst, en waarom? Vanwege mij. Vanwege de dingen die mam deed om uit te zoeken wat er met mij aan de hand was. Vanwege Axon en hun poging om dit in de doofpot te stoppen.
- Ik heb dingen die ik moet doen, pap. Voor mam. Het spijt me. – typte ik aarzelend en
na een minuut tikte ik op verzend.
- Oké, lieverd. Als jij zegt dat dat het beste is, dan moet je dat doen. Maar weet dat wij
hier zijn en zullen blijven. Je kunt altijd terugkomen, Maeve. Ik moet nu gaan, want Alyssa schreeuwt dat ze avondeten wilt.– antwoordde mijn vader.
Dat laatste bracht toch een kleine glimlach op mijn gezicht, maar dat deed niet onder
voor het verdriet dat ik voelde. Hij was niet de enige die hier moeite mee had en die niets liever wilde dan terugkeren naar ons normale, oude leventje. Want eerlijk waar, na alles wat hier gaande was, was ik eindelijk gaan beseffen hoe waardevol mijn leven was. Hoe tevreden ik nu zou zijn met alleen mijn familie. Ik had niks anders nodig, maar toch kwam dat er nu niet van. Er waren dingen die nu voorrang hadden. Mezelf en wat Axon dan ook van plan was. Zij wilden mij, zij kwamen voor mij en mijn familie, met een reden. En zij zouden daarvoor terecht moeten staan, zodat mijn moeders dood niet voor niks was geweest. Zodat geen enkele tiener zou hoeven te doorstaan wat ik had doorstaan. Zodat niemand deze eenzaamheid en pijn hoefde te voelen, knagend in het diepste van je binnenste.
Mijn gedachten werden onderbroken door een zachte klik.
Prudence's gezicht verscheen om de hoek en meteen gleden haar ogen over mij heen. Ze las dwars door me heen en zei: 'Ik las net pas je bericht. Wat is er aan de hand?'
Haar stem was zacht en kalmerend, maar toch leek het iets in mij te breken, want voor ik het wist rolde er een traan over mijn wang. Met medelijden kwam ze naar me toegesneld en gooide ze haar arm om me heen.
'Alles is zo chaotisch hier. De mensen, de trainingen, de gevoelens', zei ik, zacht snikkend.
Ik wilde sterk zijn voor mijn moeder, maar ik wist dat er soms niks anders op zat. Dat het soms goed was om alles er even te laten en dat kon ik bij niemand beter dan bij Prudence.
'Ik snap het, liefje', zei Prudence sussend, terwijl ze mijn hoofd tegen haar aan drukte. Heel even zeiden we niks. Heel even was alles heerlijk stil, met uitzondering van de gedachten in mijn hoofd.
Prudence strekte haar rug, alsof ze even verward was.
'Ik voel pijn. Ben je gewond?', vroeg ze zacht. Lichtelijk verstarde ik, maar ik wist dat ik dit niet kon en wilde verbergen.
'Ik ging op onderzoek uit en ben met Valor meegegaan naar een Emorytraining. Ze hadden daar een palenparcours en...-', legde ik uit, maar Prudence onderbrak mij.
'Laat me raden. Je waagde een poging aan het parcours en viel?'
Ik knikte, gevolgd door een lichte grinnik van Prudence.
'Dat parcours heeft meerdere van mijn vrienden eraf geflikkerd. Je hebt een behoorlijke val gehad, of niet?', sprak ze, haar hand strelend langs mijn nek, naar mijn rug.
Toen haar vingers mijn ruggengraat streelden, kromp ik ineen. Misschien was de pijn toch niet verdwenen.
'Laat mij je helpen, Maeve', stelde ze voor, maar ik schudde mijn hoofd.
'Nee, ik wil dit zelf doen.', begon ik, 'Het is goed voor mij om deze pijn te ervaren. Het was ook mijn eigen schuld.'
Prudence dacht even na en besloot toen: 'Als de pijn over een week niet minder is, moet je mij of de Instituutdokter erbij halen. Oké?'
Als antwoord greep ik haar hand vast en keek ik haar aan. 'Dank je. Dat ik het er even uit kon laten en dat je niet te veel vragen stelt.'
Ze schonk me een zachte glimlach en stond op van het bed. Haar golvende, oranje lokken hingen los over haar schouders. 'Wat nou als ik wat eten voor ons haal en we het hier op eten met een film erbij? Is dat een goed idee?', stelde ze voor, haar hoofd vriendelijk gekanteld.
Het verraste me elke keer weer hoe snel ze mij op mijn gemak liet voelen en meteen ontstond er een glimlach op mijn gezicht, waarna ik knikte.
'Ja, dat lijkt me leuk.'