Veroordeeld

By writer_dutch

15.7K 1K 107

Februari 4045 Te midden van een ontluikende opstand ontmoeten twee rebellen elkaar en ontdekken dat niemand m... More

Voorwoord + Proloog deel 1
Proloog deel 2
Proloog deel 3
Hoofdstuk 1; 'Merle'
Hoofdstuk 2; 'De Veroordeling'
Hoofdstuk 3; 'Vol=vol'
Hoofdstuk 4; 'Ik kan het wel'
Hoofdstuk 5; 'Ik ken jou'
Hoofdstuk 6; 'Boogschietkunsten'
Hoofdstuk 7; 'De klim'
Hoofdstuk 8; 'Onverwacht'
Hoofdstuk 9; 'Angst'
Hoofdstuk 10; 'Julia'
Hoofdstuk 11; 'We hebben een plan'
Hoofdstuk 'De tocht naar het onbekende'
Hoofdstuk 13; ''Vrijheid''
Hoofdstuk 14; 'Wil je met me naar het dansfeest?'
Hoofdstuk 15; 'De wensster'
hoofdstuk 16; 'Een zoet afscheid'
hoofdstuk 17; 'De brief'
hoofdstuk 18; 'De waarheid'
hoofdstuk 19; 'Uitleg'
hoofdstuk 20; 'Het begin van het einde'
hoofdstuk 21; 'De duisternis'
hoofdstuk 22; 'Dit is nog niet het einde'
hoofdstuk 23; 'Rondom de tafel'
hoofdstuk 24: 'In de schaduwen van de nacht'
hoofdstuk 25; 'Kiet'
hoofdstuk 26; 'Alles of niets'
hoofdstuk 28: 'Tranen'
Hoofdstuk 29; 'Ik ben Mirose Williams, princes van Equador
Epiloog
Dankwoord plus hulp
Sneakpeak Verkozen

hoofdstuk 27; 'Het foute goed maken'

316 22 3
By writer_dutch

Caden

Haar groene ogen hielden zoveel angst. Noah pakte mijn arm beet, en dwong me te blijven staan waar ik stond. Ik zag Esther staan die met grote ogen naar Belle keek. Ik zag Zane staan, die haar nu eindelijk niet meer zag als de bewusteloze veroordeelde. En toen zag ik haar broer staan. Hij keek wanhopig. En ik wist dat ik wat moest doen. Maar iemand was me voor. De wacht die Belle eerder had herkent, verscheen plotseling achter de generaal. De generaal dacht dat hij bij hem hoorde, en liet het toe. En dat had hij niet moeten doen. Want zodra hij dichtbij genoeg was, sprong hij in een onoplettend ogenblik op de rug van de generaal en de wacht, de generaal en Belle tuimelden op de grond. Ik wierp een blik op Noah en toen sprintten we allebei naar voren om de wacht te hulp te komen. We renden op hen af. Noah begon aan de armen van de generaal te trekken, en ik probeerde Belle te bevrijden, die nu snakkend naar adem op de grond lag. En het lukte. De generaal liet haar uiteindelijk los, en ik trok haar meteen naar me toe en weg van de kluwen worstelende mannen op de grond. Ik legde een hand op haar wang en keek haar bezorgd aan. De rode plek op haar nek was duidelijk te zien, en ze was nog steeds aan het snakken naar lucht.

'Stt, het is goed. Het is over. Rustig maar,' fluisterde ik. Ze zei niets en probeerde haar ademhaling weer regelmatig te krijgen. Vanuit mijn ooghoek zag ik dat Noah en de wacht de generaal inmiddels overmeesterd hadden. De generaal keek met een grote haat in zijn ogen naar mij. De rest van de wachten en de opstandelingen stonden nog steeds stil, maar ik zag wel dat iedereen zijn wapens ondertussen weer beet had.

'Caden?' vroeg Belle toen. Ik stak een hand naar haar uit en hielp haar overeind. Belle haalde even diep adem en keek toen om zich heen.

'Iedereen, pak je wapens en zorg dat je er klaar voor bent. Het is tijd dat we het slechte, goedmaken. Het is tijd dat we gaan vechten. Vechten voor Vrijheid. Vechten voor Equador. En vechten voor liefde!' riep ze. Bij die laatste zin keek ze mij aan. De opstandelingen begonnen te juichen. Caspians vader schreeuwde iets, en toen kwam iedereen in beweging en brak het gevecht los. Ik keek Belle liefdevol aan. Er verscheen een lach op haar gezicht.

'Je hebt me gevraagd jullie te redden, dus hier ben ik,' zei ze. Ik schoot in de lach, maar werd toen weer serieus.

'Doe dit nooit meer, oké?' Ze keek me even onschuldig aan, maar knikte toen toch.

'Caspian heeft mijn boog, ik ben zo terug.' Maar dat was al niet meer nodig, want Caspian kwam naast ons staan en gaf haar haar boog. Ze gooide de pijlenkoker over haar schouder en hing de boog toen over haar rug en vloog toen in de armen van Caspian.

'Gaat het? Dat scheelde niet veel,' fluisterde Caspian zachtjes. Hij had zijn armen om het meisje heen geslagen.

'Ik ben oké. En het werkte wel, niet?' antwoordde Belle. Ze maakte zich los uit zijn omhelzing en keek hem even aan. Caspian grinnikte. Toen draaide ze zich weer om naar mij en keek me even peinzend aan.

'Je zei dat mijn moeder nog leefde,' begon ze. Ik zag de hoop in haar ogen opwellen. Maar toen werd ik plotseling weggetrokken door Luka.

'Laten we deze reünie even later doen. Het wordt hier iets te gevaarlijk.' Ik keek om me heen en zag dat hij gelijk kreeg. Honderden wachten stroomden het paleis uit, en Ferdinand was nergens meer te zien. Ik keek toe hoe Caspian Belle meetrok en we volgden hen naar de anderen. Op een heuvel niet ver van het plein vandaan, hadden zij zich gepositioneerd. Mijn vader, Caspians vader, Lindsey en al onze vrienden. James, Esther en Dave waren ons ook gevolgd. Mijn vader kwam meteen op me afgelopen en trok me even in een omhelzing.

'Goed dat je er weer bent, zoon,' zei hij.

'Ik houd van u, vader.' Mijn vader slikte even een brok weg.

'Ik ook van jou, zoon.'

'Ik denk dat het tijd is dat we ons ook eens in dit gevecht gaan mengen,' zei Leon toen. Ik draaide me naar hem om. Nikki stond naast hem. Daarnaast stonden Julia en Zane. Julia's rode haren lichtten fel op vanwege het maanlicht. Daar weer naast stonden James en Esther. Toen Dave en Noah. Caspian en Belle. Belle haalde haar boog van haar rug af en legde er een pijl op. Toen keek ze mij aan. Haar lange krullen vlogen alle kanten op.

'Sander is daar nog,' zei ze toen. 'Ik ga hem zoeken.'

'Wij gaan mee,' zei Caspian direct. De anderen knikten instemmend. En zo liepen we de heuvel weer af. Allemaal gewapend. Op zoek naar Sander. Binnen vijf minuten zaten we midden in het strijdgewoel, en was alles vervaagd. Het was een grote bende van wachten en opstandelingen. Het was te donker om goed te zien wie wie was.

'Laten we ons opsplitsen. Dan hebben we meer kans om mijn broer en mijn oom te vinden,' zei Belle toen. Ze draaide zich om naar de rest van de groep. Iedereen stemde daar mee in. Julia en Zane liepen het plein op, Noah en Luka gingen rechtsom, Nikki en Zane liepen via de linkerkant, en Esther, Dave, James, Caspian, Belle en ik bleven over.

'We moeten proberen op de daken te komen. Dan hebben we het beste overzicht,' zei Esther. James knikte en keek toen naar mij.

'Esher, Dave en ik gaan via links, gaan jullie dan via rechts?' Belle knikte.

'We zien jullie zo.' We liepen een stuk terug, totdat we in een straat achter het plein uitkwamen.

'Nu moeten we alleen nog op de daken zien te komen,' mompelde Belle. We tuurden om ons heen op zoek naar iets van een ladder. Overal renden mensen heen en weer, maar het echte gevecht vond gelukkig plaats op het plein.

'Daar!' riep Caspian plotseling. Ik keek op en zag dat er in een van de steegjes die naar het plein leidde, een ladder aan de muur van een huis was bevestigd.

'Kom op!' riep Belle, en ze rende naar de ladder en begon te klimmen. Caspian schoot haar achterna, en ik volgde. Constant om me heen kijkend voor eventueel gevaar. De kreten die van het plein weerklonken, schoten door mijn hoofd heen.

'Laag blijven!' riep Belle van boven. Ik deed wat ze vroeg en zodra ik het dak bereikt had, ging ik plat op het dak liggen en kroop naar Belle en Caspian toe die het plein aan het observeren waren. Voor me was het een kluwe van vechtende mensen. Ik keek naar beneden op zoek naar bekenden, maar vond niemand. Daar was het ook eigenlijk te donker voor.

'En wat nu?' vroeg Caspian. Belle zei niets en tuurde alleen maar naar de vechtende mensen.

'Daar,' zei ze plotseling en ze wees naar een horde mensen die in gevecht waren bij de levensboom. Ik herkende de rode cape van haar broer. Belle schoot overeind en legde een pijl op haar boog. We waren ruw weg vijfentwintig meter verwijderd van de levensboom en bijna onzichtbaar voor de mensen op het plein.

'Dek me,' zei ze. Toen tuurde ze ingespannen in de richting van haar broer, trok haar pees naar achteren, en liet de pijl vliegen. Een schim stortte naar beneden, hij was in de kleuren van het koninklijk huis. Sander keek op toen hij zijn belager zonder aanwijzing neer zag stortten. Zijn ogen tuurden de daken af, en vonden toen ons. Maar hij richtte zich snel weer op het strijdtoneel toen hij iemand op zich af zag komen. Ik hield hem nauwlettend in de gaten, en zag toen dat wat mannen van ons hem bereikt hadden en hem te hulp schoten.

'Nou mijn oom nog,' mompelde Belle. Ze bekeek het hele strijdtoneel op nieuw, maar nergens was een spoor van Ferdinand te zien.

'Waarom heb ik het gevoel dat die man op iets slechts uit is?' zei Caspian links van mij. Belle keek hem geschrokken aan. Ze had inmiddels haar liggende positie weer ingenomen.

'Mijn moeder. Als ze echt nog leeft, dan...' Ze keek mij angstig aan.

'Als hij het maar laat,' zei ik.

'We moeten er heen,' zei Belle en ze draaide zich om en wilde naar de trap kruipen. Maar Caspian hield haar tegen.

'Belle wacht. Je broer!' siste hij. Belle keek hem verschrikt aan en nam haar plaats weer in. Ik keek naar het toneel beneden ons.

'Nee!' riep Belle verschrikt uit. We keken machteloos toe hoe een grote groep soldaten in gevecht raakte met het kleine groepje van Sander. Belle legde weer een pijl op haar boog, maar ze schoot hem niet weg.

'Ze zijn te dichtbij elkaar. Ik kan ze niet uit elkaar houden of voorkomen dat ik iemand van ons raak.' Haar stem klonk lichtelijk nerveus. Toen draaide ze zich dit keer echt om.

'We moeten ze gaan helpen.'

'Je hebt gelijk,' zei ik. Ze keek me dankbaar aan en zo snel als we konden daalden we de ladder af en renden we het plein op. Maar vrijwel meteen klonken de kreten.

'Het is de prinses! Grijp haar!' Een horde van wachten kwam op ons af gesprint. Ik pakte Belles arm beet en sleurde haar terug het steegje in en rende de straat op. We moesten proberen via een andere weg haar broer te bereiken. Belle trok al rennend de kap weer over haar hoofd heen, zodat ze minder herkenbaar zou zijn.

'Blijven rennen! Niet achterom kijken!' schreeuwde Caspian van achteren. We deden wat hij zei en renden zo snel we konden. Toen klonk er een schreeuw van achteren. Ik stopte abrupt en draaide me om. Ze hadden Caspian te pakken gekregen. Belle draaide zich ook om, en verstijfde van schrik. Toen dook Lindsey plotseling voor ons op, gevolgd door twintig opstandelingen.

'Wij gaan hem helpen. Jullie moeten doorgaan!' riep ze. Ik twijfelde heel even, maar dit keer was het Belle die mij mee sleurde.

'Sander,' was het enige wat ze zei. Uiteindelijk kwamen we aan bij de linkerkant van het plein. Mijn ogen zochten direct het plein af, en vonden de prins.

'Daar,' zei ik. Belle tuurde even in de richting, en begon toen te rennen. Het zag er hachelijk uit. Sander stond met een man en een vrouw met zijn rug tegen de boom, omringt door minstens zes soldaten. Toen stormden Julia en Zane plotseling langs ons. Ik greep Zanes arm beet en hield ze tegen.

'Caden,' zei Zane buiten adem.

'De prins,' zei ik. Zanes ogen volgden die van mij en vielen op Sander.

'Is dat...?' vroeg Julia. Ik knikte. Belle keek angstig naar ons drieën.

'We moeten ons haasten!' riep ze, en toen sprintte ze er vandoor. Belle duwde zichzelf door de menigte heen in een poging om zo snel mogelijk bij haar broer te komen. Zane sloeg wild om zich heen met zijn zwaard en zag er zo angstaanjagend uit, dat iedereen het wel late om in zijn buurt te komen. Maar toen zaten we vast in een kluwen mensen. Belle keek angstig naar haar broer. De soldaten waren nog dichterbij gekomen en de drie mensen probeerden zich wanhopig te verdedigen. Toen zwaaide iemand plotseling met zijn zwaard richting Belle.

'Caden!' riep ze angstig. Zonder aarzelen gaf ik de man een trap in zijn buik, en ik trok Belle mee door de opening die nu ontstaan was. Zo renden we verder. We waren er bijna. Belle opende haar mond om haar broers naam te roepen, maar in plaats daarvan klonk er een akelige gil.

'Sander!' gilde Belle. Ik keek toe en zag nog net hoe de kroonprins naar beneden stortte. Veel opstandelingen keken op, en toen ze doorkregen wat er aan de hand was, renden vele van hen in de richting van de soldaten die de prins aan hadden gevallen. Belle inclusief. Ze sprintte ervandoor, en zakte toen bij haar broer op de grond neer.

'Nee!' riep ze uit toen ze de steeds grote wordende rode plek op zijn borst zag. 'Sander, nee!' riep ze vol afschuw. Haar broer keek haar aan, en zijn ademhaling was gejaagd.

'Belle,' bracht hij uit. 'Is het waar dat moeder nog leeft?' Belle knikte. Ik zag aan haar gezicht dat ze haar tranen probeerde te verdringen.

'Ja,' stamelde ze.

'Goed,' zei haar broer. 'Zeg haar dat ik van haar hou, en zeg haar dat het me spijt.'

'Nee, niet doen, Sander. Niet doen. Dat ga je haar zelf zeggen.' Ze schudde haar broer door elkaar toen ze doorkreeg dat hij afscheid aan het nemen was. Julia en Zane kwamen naast me staan en keken met grote ogen naar het tafereel dat zich voor ons afspeelde. De opstandelingen hadden de wachten inmiddels uitgeschakeld, en het was plotseling stil geworden op het plein. Toen dook een gehavende Caspian op, gevolgd door Lindsey.

'M'lord, de soldaten zijn uitgeschakeld. We hebben ge...' Ze stopte midden in haar zin toen ze doorkreeg wat er aan de hand was. Caspian sloeg van schrik een hand voor zijn mond.

'Nee, Belle. Dat moet jij doen.' Zijn blik verzachtte toen hij zijn zusje aankeek. Hij stak een hand naar haar uit.

'Je zult een geweldige koningin worden,' zei hij. Toen begon Belle echt te huilen. Dikke tranen liepen over haar wangen, en ik kon haar pijn haast voelen.

'Sander,' zei ze. Haar stem brak.

'Ik houd van je, zusje,' zei hij. Er brak een kleine glimlach door op zijn gezicht. Toen haalde hij nog een keer diep adem. Toen keek hij mij even aan.

'Let op haar voor me, wil je?' Ik knikte. Toen wierp hij een laatste blik op zijn zusje. En toen zakte hij weg. Om nooit meer wakker te worden. Belle keek met betraande ogen naar haar broers levenloze gestalte. Ik hoorde gesnik om me heen. Ik stapte naar voren en legde een hand op haar schouder.

'Belle,' zei ik. Ze draaide zich naar haar om en ik zag de hopeloosheid in haar ogen. Ze had haar handen tot vuisten geklemd. Toen krabbelde ze overeind en vloog in mijn armen en begon daar onbedaarlijk te snikken. Ik klemde haar tegen me aan, en streek over haar krullen. Haar kap was inmiddels al weer afgevallen. Ik keek naar het geschrokte gezicht van Lindsey. De trieste uitdrukking op het gezicht van Caspian. De strijd om ons heen was opgehouden. De opstandelingen keken in stilte naar de kroonprins. Uit respect voor hem. Af en toe gleden hun ogen naar het huilende meisje dat ik vast had, haar lichaam schrokte heen en weer. We hadden dan wel gewonnen, maar de prijs die we er voor hadden betaald, was hoog. Veel te hoog...



Continue Reading

You'll Also Like

151K 4.3K 47
Iedereen weet inmiddels dat Viënna niet het braafste meisje van de buurt is. Verre van dat zelfs. Ze is niet bang om te zeggen wat ze denkt en deinst...
48.4K 1.6K 34
Tess is een meisje van 17 jaar met een traumatisch verleden. Alles gaat goed tot ze opnieuw ontvoerd wordt en er op haar wordt geëxperimenteerd. Wat...
45K 2.5K 71
Met w-wie spreek ik?" Stotter ik. Ik weet dat hij het is, maar ik wil het zeker weten. "Weet je het nu al niet meer? Tijd voor een nieuwe herinnering...
110K 6.3K 52
(Dit verhaal gaat ooit herschreven worden) Overal over de hele wereld krijgen tieners die zestien zijn geworden een brief waarin staat of ze meedoen...