Veroordeeld

By writer_dutch

15.7K 1K 107

Februari 4045 Te midden van een ontluikende opstand ontmoeten twee rebellen elkaar en ontdekken dat niemand m... More

Voorwoord + Proloog deel 1
Proloog deel 2
Proloog deel 3
Hoofdstuk 1; 'Merle'
Hoofdstuk 2; 'De Veroordeling'
Hoofdstuk 3; 'Vol=vol'
Hoofdstuk 4; 'Ik kan het wel'
Hoofdstuk 5; 'Ik ken jou'
Hoofdstuk 6; 'Boogschietkunsten'
Hoofdstuk 7; 'De klim'
Hoofdstuk 8; 'Onverwacht'
Hoofdstuk 9; 'Angst'
Hoofdstuk 10; 'Julia'
Hoofdstuk 11; 'We hebben een plan'
Hoofdstuk 'De tocht naar het onbekende'
Hoofdstuk 13; ''Vrijheid''
Hoofdstuk 14; 'Wil je met me naar het dansfeest?'
Hoofdstuk 15; 'De wensster'
hoofdstuk 16; 'Een zoet afscheid'
hoofdstuk 18; 'De waarheid'
hoofdstuk 19; 'Uitleg'
hoofdstuk 20; 'Het begin van het einde'
hoofdstuk 21; 'De duisternis'
hoofdstuk 22; 'Dit is nog niet het einde'
hoofdstuk 23; 'Rondom de tafel'
hoofdstuk 24: 'In de schaduwen van de nacht'
hoofdstuk 25; 'Kiet'
hoofdstuk 26; 'Alles of niets'
hoofdstuk 27; 'Het foute goed maken'
hoofdstuk 28: 'Tranen'
Hoofdstuk 29; 'Ik ben Mirose Williams, princes van Equador
Epiloog
Dankwoord plus hulp
Sneakpeak Verkozen

hoofdstuk 17; 'De brief'

364 30 4
By writer_dutch

Belle

Half versuft liep ik terug naar Vrijheid. Ik had Caden zo lang mogelijk nagekeken, totdat het licht van de zon hem opslokte. En dus liep ik toen terug naar Vrijheid, en kwam daar Luka op het plein tegen.

'Gaat het?' vroeg hij toen hij mijn betraande gezicht zag. Ik veegde de resterende tranen van mijn wangen af, en knikte.

'Ja,' antwoordde ik. Hij nam me even onderzoekend op.

'Weet je het zeker?' Ik knikte en probeerde overtuigend te klinken.

'Goed. Maar als er wat is moet je gewoon naar mij toe komen, hoor,' zei hij. Ik knikte dankbaar.

'Dat zal ik doen. Nu moet ik nog wat dingen in het huisje regelen. Ik zie je straks wel voor het werk, denk ik.' Luka knikte. Nu er zoveel mannen weg waren, moest iedereen extra hard werken. We zouden over een uur beginnen. Tijd genoeg om wat te eten en me om te kleden. Toen ik het huisje binnenkwam, zat Julia aan de tafel. Ze keek op toen ik binnenkwam.

'Heb je eindelijk besloten tevoorschijn te komen?' zei ze met een sneer. Ik negeerde haar en klom meteen de ladder op naar boven.

'Ik vroeg je wat!' schreeuwde ze me achterna.

'En ik heb geen zin om antwoord te geven!' riep ik terug. Ik liep naar mijn slaapplaats, en keek verlangend naar de hoek waar Caden had geslapen, en naar de plaats waar Noah en Caspian hadden geslapen. Ze komen terug, Belle, hield ik mezelf voor. Ik moest gewoon vertrouwen in hen hebben. Op de automatische piloot kleedde ik me om en zocht alle spullen bij elkaar die ik nodig zou hebben voor vandaag. Toen ik klaar was hees ik mijn rugzak op mijn rug, en maakte aanstalten om naar het plein te lopen. Ik had Julia niet meer gezien. Ik wilde Luka vragen of ik mijn boog terug zou mogen. Ze hadden deze namelijk in beslag genomen toen we hier aankwamen, en nog niet teruggegeven. Wat ik overigens wel begreep natuurlijk. Maar het feit dat bijna alle mannen weg waren uit Vrijheid, zorgde voor een naar onderbuikgevoel dat ik niet kon plaatsen. Dus liep ik weer terug naar het plein. Luka was daar nog steeds, en er kwamen ook steeds meer mensen aan om aan het werk te gaan. Haast alleen maar vrouwen en kinderen. Ik liep naar Luka toe, maar werd tegengehouden door Esther.

'He,' fluisterde deze.

'He,' fluisterde ik terug. 'Hoe gaat het?'

'Zo goed als mogelijk is,' antwoordde ze.

'Ze komen terug. Dat moet gewoon,' zei ik. Ik probeerde het zo overtuigend mogelijk te laten klinken. Esther knikte moeizaam.

'En wat doen wij nu? Ik bedoel, we missen drie leden van onze groep en het fruit moet toch geplukt worden.' Ik haalde mijn schouders op.

'Heel hard doorwerken?' Esther schoot in de lach. 'Ik vraag het wel even aan Luka,' zei ik. En dit keer liep ik echt naar Luka.

'He, Belle,' zei deze toen hij mij zag. 'Nu alweer hier?' Ik knikte.

'Al het fruit moet toch geplukt worden hé,' antwoordde ik. Luka knikte. 'Hoe wil je dat gaan doen? Ik bedoel, er zijn veel minder mensen.'

'Zien jullie dat meisje daar?' Luka wees naar een meisje van een jaar of vijftien. Niet veel jonger dan ik in ieder geval. 'Zij zal jullie helpen, en voor de rest zullen we gewoon allemaal harder en langer moeten werken.'

'Oja, ik moest je ook nog vragen of ik mijn boog terug mocht,' stelde ik mijn tweede vraag. Luka keek me vreemd aan.

'Waarom dat dan?'

'Nou, er zijn bijna geen jongens en mannen meer, en ik heb er gewoon een naar gevoel over.' Ik wist dat dat niet echt een reden was, maar ik voelde me gewoon veiliger met mijn boog. Luka nam me even onderzoekend op en ik zag dat hij twijfelde.

'Goed dan,' antwoordde hij. Maar hou het wel een beetje buiten zicht, oké? We willen niet dat iedereen wapens gaat dragen of dat de mensen bang worden.' Ik knikte opgelucht. 'Ik pak hem zo, ik moet eerst even wat tegen iedereen zeggen.' Luka draaide zich om naar alle mensen die zich op het plein verzameld hadden.

'Beste mensen, omdat een groot deel van de werkenden weg zijn, zullen we allemaal hard en langer moeten gaan werken. Degenen die voorheen geen taak hadden om verschillende redenen, zullen nu zo ver mogelijk ook een taak krijgen. Dezen mogen op het plein wachten totdat ze een taak toegewezen krijgen. Verder wens ik jullie allemaal succes,' eindigde Luka. De mensen knikten en gingen aan de slag. Luka liep weg om mijn boog te halen, en ik liep naar het meisje toe en nam haar vervolgens mee naar Esther.

'Hoe heet je?' vroeg ik aan het meisje met de zwarte haren. Ze deed me enigszins aan Caden denken door haar haar.

'Ginny,' antwoordde het meisje.

'Hoi, ik ben Belle en dit is Esther. Je komt bij ons in de boomgaard werken?' vroeg ik aan haar. Ginny knikte. 'Kan je al klimmen?' Ginny knikte.

'James is mijn broer, en hij heeft me alles uitgelegd,' antwoordde ze.

'Is James jouw broer?' vroeg ik verbaasd. Ginny knikte. Esther keek me lachend aan.

'Dat zie je toch wel, Belle. Die ogen,' zei ze. Ik keek naar de ogen van het meisje en zag dat ze precies dezelfde kleur en eigenzinnige trek hadden als die van James. Op dat moment kwam Luka aangelopen. Hij haalde mijn boog en pijlen onder zijn mantel vandaan en gaf deze aan mij. ik hing ze over mijn schouder en deed mijn mantel er over heen.

'Belle?' vroeg Esther vragend. Luka knikte even naar ons alle drie en liep toen weg.

'Gewoon voor de veiligheid,' legde ik uit. Ginny keek totaal niet verbaasd. Tot mijn verbazing haalde ze toen een mes onder haar shirt vandaan.

'James zei dat ik gewapend moest zijn,' verklaarde ze.

'Waarom dan?' vroeg Esther aan zowel Ginny als mij.

'Nou, nu de mannen er niet meer zijn enzo,' antwoordde Ginny. Esther keek nog steeds lichtelijk verbaasd, maar liet het verder gaan.

'Kom op, laten we aan de slag gaan,' zei ze. En dat deden we.

Het was al acht uur in de avond geweest toen we eindelijk klaar waren. We hadden met fakkels en zaklampen moeten werken, en we waren gesloopt. Totaal uitgeput keerden we terug naar Vrijheid. Sommigen mensen waren al klaar, anderen waren nog steeds bezig. Met mijn bonnen haalde ik groentes en aardappels bij de winkeltjes, die gelukkig nog steeds open waren. Vermoeid duwde ik het deurtje van het huisje open, en wilde me meteen gaan wassen. Maar tot mijn grote verbazing zat Julia daar aan de eettafel. De tafel was voor twee personen gedekt, en de groentes en aardappels op de borden zagen er heerlijk uit.

'Ik dacht, laat ik maar alvast aan het eten beginnen,' zei Julia enigszins verlegen. Achterdochtig ging ik zitten.

'Dankje, maar waarom?' vroeg ik. Julia keek naar de grond.

'Ik heb me rot gedragen, Belle. Jij bent veel sterker en knapper dan ik, en ik denk dat ik gewoon jaloers was dat jij alle aandacht kreeg,' zei ze toen.

'Maar je was vanaf het begin al zo,' zei ik twijfelend. Julia knikte.

'Klopt, dat is ook deels wie ik ben, maar ik had gewoon niet zo rot tegen je moeten doen,' zei ze. Ik keek haar nog steeds twijfelend aan. Maar Julia keek me smekend aan. 'Kunnen we alsjeblieft gewoon vrienden worden? Ik heb verder niemand hier,' zei ze toen ze mijn blik zag. Ik keek even naar het eten dat op mijn bord lag, en toen naar het roodharige meisje dat voor me zat.

'Goed dan,' zei ik. 'Maar je moet een ding onthouden; ''denk niet te min over jezelf, oké?' Julia knikte en er verscheen een zwak glimlachje op haar gezicht.

'Dankje,' zei ze. De rest van de maaltijd zeiden we niet veel. We aten gewoon en waren beiden te moe om veel te praten. Julia ging meteen naar bed na het eten, en ik deed de afwas, waste me, en maakte aanstalten om te gaan slapen. En dat was toen ik het zag. In mijn slaapzak, half verscholen onder mijn kussen, lag een opgevouwen briefje. De maan gaf genoeg licht om dat te kunnen zien. Heel voorzichtig vouwde ik het briefje open, en kon er vaag letters onderscheiden. Maar het was niet duidelijk genoeg, dus ging ik op zoek naar een zaklamp. Al snel vond ik er een. Met de slaapzak om me heen ging ik tegen de muur aanzitten en toen drukte ik de zaklamp aan en begon te lezen.

Lieve Belle,

Omdat je me niet meer wilt spreken, wat ik begrijp, heb ik alles wat ik wilde zeggen maar opgeschreven. Je hebt het recht om boos te zijn. Ik heb mijn belofte gebroken. En ik zou willen dat ik dat niet had hoeven doen, maar jij weet net zo goed als ik dat ik geen andere keus had. Ik moet mijn vader helpen, en ik moet mijn volk helpen. Ik ben een heerser. Opvolger van het oostelijke kasteel. En ook al ben ik veroordeeld, die titel draag ik nog steeds. En misschien, Belle, misschien is dit onze kans. Misschien is dit de kans waarop we al jaren wachten. Want als het ons lukt, dan kunnen we de veroordeling afschaffen. Dan is er een kans dat alles in Equador beter kan worden. En, Belle, dan kun jij terug naar je broer. En dat is wat je altijd hebt gewild toch? Ik snap dat je woedend op me bent, maar ik hoop gewoon dat je me het kan vergeven. Het spijt me dat ik je alleen achter heb gelaten. Het spijt me nog meer dat Caspian, Noah, James en Dave ook mee zijn gegaan. Ik had gewild dat een van hen achter was gebleven, zodat jij niet alleen zou zijn. Jammer genoeg gaat niet altijd alles zoals ik gewild zou hebben. Gelukkig is Luka er tenminste nog. Een ding moet je goed onthouden. Dit is geen afscheidsbrief. Want ik kom terug. En ik ga je broer voor je zoeken. En ik zal mijn uiterste best doen om hem te vinden, en hem terug bij jou te brengen. En dit, Belle, is een belofte die ik wel zal kunnen houden. Maar zoals ik al zei, dit is geen afscheidsbrief. Ik wil dat dit een brief is die je herinnert aan wat zal kunnen zijn. Een brief die je hoop geeft, en ervoor zal zorgen dat je door zult gaan en naar morgen zult blijven kijken. Maak je geen zorgen, Belle. Of, zoals mijn moeder altijd zei, geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Ik wil nog zo veel meer zeggen, Belle, maar ik kan de woorden daarvoor niet vinden. Als ik terug ben, zal ik het tegen je zeggen, maar voor nu is dit het. Ik wil nog een laatste ding zeggen. Nog een wijze raad van mijn moeder. Mijn moeder zei altijd: Je bent niet alleen. Want ook al zie je een persoon niet, je weet dat hij er altijd is. Geloof daarin, Belle. Ik doe het in ieder geval.

Liefs,

Caden Whitewall.


Authors Note

P.s. Ik vond dit nummer wel bij de brief passen.

Continue Reading

You'll Also Like

50.9K 1.1K 41
Wanneer Lola haar beste vriendin betrapt met haar vriendje stort haar hele wereld in, maar als ze dan die zelfde dag te horen krijgt dat haar moeder...
24 2 1
In het land Occularia moeten kinderen van 17 jaar vechten om te overleven. Slechts enkele zijn het waard om te blijven leven en zullen dus schatrijk...
16.3K 912 61
Nawal is een meisje van 17 en ze heeft 3 broers ze is enigste meisje dus ze heeft geen zussen. Nawal gaat veel mee maken en dat ga je ook zien in dit...
1 0 1
De toekomst is niet wat het geweest is. Hij is duister, maar kan vermeden worden. Wat wij nu doen beïnvloed de toekomst. Doen wij genoeg?